Categorieën
Politiek

Progressieven geven rechtse ʻdesinformatieʼ de schuld van onze problemen

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 19 maart 2021

fotografie: WikiPedia

door Thomas Frank

Thomas Frank is de auteur van The People, No: A Brief History of Anti-Populism. Hij is ook columnist voor de Guardian in de VS.

Op een dag in maart 2015 zat ik in een theater in New York City en maakte ik zorgvuldig aantekeningen toen een reeks personages, onder leiding van Hillary Clinton en Melinda Gates, de oogverblindende zonnestraal der bevrijding beschreef die onze kant op zou komen dankzij ondernemers, stichtingen en Silicon Valley. De presentatie die ik me het best herinner was die van een beroemde tv-acteur die enthousiast verhaalde over de wonderen van Twitter, Facebook en de rest: ʻHet maakt niet uit welk platform je verkiest,ʼ vertelde ze ons, ʻde sociale media hebben ons allemaal een buitengewone nieuwe wereld gegeven, waarin iedereen, ongeacht zijn of haar geslacht, zijn verhaal kan delen en verspreiden over gemeenschappen, continenten en computerschermen. Een hele nieuwe wereld zonder plafonds.ʼ

Het is nu zes jaar later, en progressieven kunnen niet wachten tot die buitengewone nieuwe wereld ophoudt te bestaan. Vandaag de dag weten we dat je door sociale media dingen krijgt als de leugenachtige tweets van Donald Trump, de QAnon-complottheorie en het Capitooloproer van 6 januari. Sociale media, zo weten we nu, zijn als een vulkaan van desinformatie, een non-stop wenteling in haat en leugens, gegenereerd voor de lol en de winst. Dezer dagen bepleiten progressieve politici openlijk bij de eigenaren van sociale media om er pleez toezicht op te houden, en om mensen te stoppen met het delen van hun valse en gevaarlijke verhalen.

Een ʻrealiteitscrisisʼ is de opzienbarende naam die een artikel in de New York Times onlangs aan deze troosteloze situatie gaf. Een ʻinformatiestoornisʼ is het meer medisch klinkende label dat andere gezaghebbende organen eraan hebben toegekend. Hoe dan ook, zo luidt de diagnose, wij Amerikanen verdrinken in de semiotische draaikolk. We zijn losgeraakt van de gedeelde materiële wereld en zijn onszelf kwijtgeraakt in een eindeloos doolhof van buitenlandse desinformatie en rechtse complottheorieën.

In reactie hierop heeft Joe Biden ons als natie opgeroepen om ʻde waarheid te verdedigen en de leugens te verslaan.ʼ Een gerenommeerde CNN-journalist pleit voor een ʻschadebeperkingsmodelʼ om de ʻinformatievervuilingʼ te minimaliseren en de ʻrationele standpuntenʼ te leveren die het publiek wil. Een schrijver van de New York Times heeft voorgesteld dat de president een federale ʻreality-tsaarʼ benoemt die de platformmonopolies in Silicon Valley zou moeten ʻhelpenʼ om de sirenenzang van QAnon te dempen en ons zo een nieuw tijdperk van oprechtheid in te leiden.

Tegenwoordig oefenen Democratische politici druk uit op iedereen met macht over de platforms om de propaganda van rechts een halt toe te roepen. Voormalige Democratische functionarissen schrijven opiniestukken waarin ze ons oproepen om ons over de vrije meningsuiting heen te zetten. Journalisten fantaseren over hoe makkelijk en pijnloos Silicon Valley verwerpelijke taal kan controleren en uitroeien. In een recente HBO-documentaire over dit onderwerp is de ene journalist na de andere te zien die beredeneert dat, omdat sociale media-platforms particuliere bedrijven zijn, het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet niet op hen van toepassing is … en, zo neem ik aan, ook niet op de Amerikaanse traditie van vrije, ongebreidelde politieke meningsuiting.

Bij ontstentenis van een dergelijke censuur, zo wordt ons verteld, is het gevaar groot. In een verhaal over Steve Bannons aanhoudende Trumpistische podcasts vertelt ProPublica ons bijvoorbeeld dat ʻextremisme-deskundigen zeggen dat de retoriek nog steeds een alternatieve realiteit voedt die woede en cynisme kweekt, wat uiteindelijk tot geweld kan leiden.ʼ

In progressieve kringen heerst tegenwoordig een voelbare afschuw van de ongecureerde wereld, van gedachtespinsels die buiten de consensus bloeien, van ongeoorloofde stemmen die vrijelijk hun mening verkondigen in een arena waar geen moderator is aan wie iemand kan worden overgeleverd. De remedie voor slechte meningsuiting, zo geloven wij nu, is niet méér meningsuiting, zoals in de beroemde formule van rechter Brandeis, maar een ʻextremisme-deskundigeʼ die de wereld de mond snoert.

Wat een enorme opgave zal dat zijn! De Amerikaanse politieke cultuur is altijd al een zaak geweest van mythen, idealisme en een selectief geheugen. Verkopen, niet onderzoeken, is ons specifieke nationale talent. Hollywoodfilms, niet historici, schrijven onze heilige nationale heldendichten. Er waren al leugenaars te huur in dit land, lang voordat Roger Stone er was. Onze politiek is al sinds mensenheugenis een bad in bullshit. Mensen met de domste ideeën doen het fantastisch in dit land, als hun ideeën toevallig overeenkomen met wat de heersende klasse het liefst zou willen geloven.

ʻDebunkingʼ was hoe literair links vroeger reageerde op Amerikaʼs Niagara-waterval van onzin. Kritiek, analyse, spot en protest: dat waren onze wapens. We waren rationeel denkende sceptici, en we hadden enorm veel lol met het laten leeglopen van creationisten, gebedsgenezers, opgeblazen militaristen en allerhande leugenaars uit het bedrijfsleven.

Censuur en plaatsing op een zwarte lijst waren, op belangrijke uitzonderingen na, de wapens van puriteins rechts: dat waren hun middelen om uit te halen naar rapmuziek of suggestieve toneelstukken of naar linkse mensen die een betaalde baan hadden.

Wat verklaart die inperkingsmanie onder progressieven? Het meest voor de hand liggende antwoord is dat ze een excuus nodig hebben. Kijk maar naar de geschiedenis: rechts heeft de afgelopen decennia enorm veel succes geboekt, en het is waar dat het vermogen van conservatieven om hallucinante nep-populistische oproepen te doen hen daarbij heeft geholpen. Maar dat succes is ook te danken aan het feit dat de Democraten, vastbesloten om zichzelf tot de partij van de welgestelden en de hoger opgeleiden te maken, rechts de kans hebben gegeven om hiermee weg te komen.

Er zijn in de loop der jaren talloze momenten geweest waarop de Democraten deze domme strategie hadden kunnen heroverwegen en hun koers hadden kunnen wijzigen. Maar keer op keer kozen ze ervoor dat niet te doen en gaven ze van alles de schuld voor hun falen, behalve hun eigen glorieuze postindustriële visie. In 2016 kozen de Democraten er bijvoorbeeld voor om Rusland de schuld te geven van hun verlies bij de presidentsverkiezingen in plaats van in de spiegel te kijken. Bij andere gelegenheden verzekerden ze elkaar dat ze geen problemen hadden met witte arbeiders – totdat onweerlegbaar bleek dat ze dat wél hadden, waarna progressieven ervoor kozen om diezelfde mensen er de schuld van te geven dat ze werden afgewezen.

En nu kakelen we over een betreurenswaardige ʻinformatiestoornis.ʼ De Republikeinen hebben afgelopen november niet de verpletterende nederlaag geleden die ze verdienden; rechts is nog steeds even sterk als altijd; daarom zou de Trumpistische onwaarheid verantwoordelijk zijn voor de slecht functionerende publieke opinie. In geen geval zou dit het gevolg zijn van de zwakke prestaties van de Democraten zelf, en van hun weigering om de vervreemde miljoenen de hand te reiken met een soort FDR-achtige visie van sociale solidariteit.

Of misschien is deze nieuwe voorkeur voor censuur wel een indicatie dat de Democraten gezond zijn. Dit is immers een partij die decennialang elites uit het bedrijfsleven het hof heeft gemaakt, en nu is zij er eindelijk in geslaagd deze mensen voor zich te winnen, samen met het grootste deel van de welvarende gebieden waar deze mensen wonen. Progressieven foeteren en houden toezicht als een gekrenkte heersende klasse, omdat ze dat tot op zekere hoogte ook zijn. Steeds vaker vertegenwoordigen zij de goed opgeleide mensen die ons op de werkplek controleren, en steeds vaker gedragen zij zich ook zo.

Maar wat al dit gepraat over censuur werkelijk is, is het erkennen van een nederlaag – nog voordat de regering Biden feitelijk begonnen is. Het opgeven van de vrijheid van meningsuiting is wanhopen aan de rede zelf. (Desinformatie, zo lezen we in de New York Times, is ongevoelig voor kritisch denken). Het volk kan eenvoudigweg niet worden overtuigd; er is iets krachtigers nodig; het moet worden geleid door ons, de verlichten; en de eerste stap in zoʼn programma is het afsluiten van Amerikaʼs vele borrelende fonteinen van slechte praat.

Ik moet bekennen: iedere keer dat ik zoʼn verhaal lees waarin wij worden opgeroepen om de vrijheid van meningsuiting terzijde te schuiven, of waarin Mark Zuckerberg wordt opgeroepen die grote rode ʻmuteʼ-knop in te drukken om onze politieke tegenstanders de mond te snoeren, voel ik een golf van ongeloof over me heen komen. Progressieven geloven in vrijheid, zeg ik dan tegen mezelf. Dit kan toch niet echt gebeuren, niet in de VS.

Maar, mensen, het gebeurt wél. En de dwaasheid van dit alles tart ieder geloof. Zeggen dat dit rechts een onderwerp zal geven om campagne op te voeren is bijna té voor de hand liggend. Erop wijzen dat dit rechtse klassenfantasieën in de kaart speelt, vergt slechts een beetje meer fantasie. Zeggen dat dit een verraad is van alles waarvan we geleerd hebben dat progressief zijn voor stond – een verraad waar we nog jaren mee zullen moeten leven – is misschien een te complexe gedachte voor onze club ʻdeskundigen,ʼ maar het is niettemin waar.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Politiek

De duistere achtergronden van QAnon – deel I

fotografie: MO Magazine

door Peter Edel

Peter Edel (Amsterdam, 1959) is fotograaf en publicist. Tussen 2010 en 2018 volgde hij de politiek in Turkije voor de websites Joop, De Wereld Morgen, MO, Turkijeblog en Turksnieuws. Sinds 2018 schrijft hij vooral over extreemrechtse netwerken en de raakvlakken daarvan met cybertechnologie.

QAnon, een jaar geleden was het woord nog nauwelijks bekend, maar tegenwoordig kent menigeen een vriend of familielid die gefascineerd is door complottheorieën over de corona-pandemie of een internationaal pedofilienetwerk, en er op aandringt toch vooral ‘je eigen onderzoek te doen.’ Er is veel over QAnon gepubliceerd, maar desalniettemin blijven veel achtergronden in nevelen gehuld.

Kortom, welkom in het konijnenhol achter het konijnenhol.

Voordat we losbranden volgt hier eerst een relaas over hoe dit artikel tot stand is gekomen. Aanleiding vormde in eerste instantie de vorig jaar verschenen video van The Financial Times Is QAnon a game gone wrong? Die duurde slechts zestien minuten, maar was volgepakt met informatie en daardoor nogal onoverzichtelijk. Nader onderzoek leidde naar een duistere wereld van politieke machinaties, opportunisme en oplichterij.

Eerste aanknopingspunt was het interview in de video van The Financial Times met Jim Stewartson, een voormalige ontwerper van Alternate Reality Games. Stewartson maakt deel uit van een tegen QAnon gericht netwerk in de VS. Andere betrokkenen daarbij zijn Steve Hassan, een voormalig lid van de Moonsekte en thans sektebestrijder, de publicist Daniel Morrison, de gameproducent Reed Berkowitz en de softwareontwikkelaar Dave Troy. In het vervolg van dit artikel zal deze groep het anti-Q-netwerk worden genoemd.

De eerste Q Drop

Op 28 oktober 2017 verscheen het eerste bericht van Q Clearance Patriot, een anoniem persoon die beweerde een hoge functie binnen de Amerikaanse regering van President Donald J. Trump te bekleden. Q Clearance verwees daarbij naar kennis over staatsgeheimen. Volgers versimpelden Q Clearance Patriot al snel tot Q. Daarbij past de kanttekening dat Q zich nooit QAnon heeft genoemd. Dat is feitelijk de naam van de beweging die ontstond naar aanleiding van de Q Drops, zoals de berichten van Q werden genoemd.

Over de sympathie van Q jegens Trump kon vanaf het begin geen enkele twijfel bestaan. Herverkiezing werd na zijn aantreden als president de primaire doelstelling van Trump en de intentie van de Q Drops om daar een bijdrage aan te leveren was overduidelijk.

Die eerste Q Drop voorspelde dat Hillary Clinton, Trumps rivaal bij de verkiezingen van 2016, gearresteerd zou worden. Clinton was volgens Q een prominent lid van The Cabal, een internationaal pedofielennetwerk dat kinderbloed dronk om jong te blijven. Naast Clinton behoorden oud-president Barack Obama (consequent ‘Hussein’ genoemd in de Q Drops) en de filantroop George Soros tot de grootste booswichten binnen The Cabal. Trump zou The Cabal laten interneren in Quantanamo Bay, de Amerikaanse legerbasis op Cuba. De dag waarop dat zou gebeuren werd The Storm gedoopt. Na vervolgens nog eens tien dagen duisternis zou The Great Awakening aanbreken, Q-terminologie voor zoiets als het paradijs op aarde.

Dit beschrijft in hoofdlijnen de kern van het Q narrative. Er zijn later talloze andere complottheorieën aan vastgeknoopt, maar dit is de basis. De verspreiding ervan vanaf 2017 begon echter niet spontaan; QAnon is niet uit de lucht komen vallen; aan die eerste Q Drop ging het een en ander vooraf. Gezien de huidige impact van QAnon mag het merkwaardig klinken, maar zoals The Financial Times liet zien begon het met een spelletje op internet. Sterker nog, twee spelletjes.

Cicada 3301

De eerste game begon op 4chan, een website waar incels met extreemrechtse, antisemitische, racistische, misogyne, dystopische en andere nare opvattingen zich thuis voelden. Q zou zich later eveneens op 4chan aan de wereld openbaren, maar een al even mysterieuze voorganger nam het voortouw.

Op 4 januari 2012 verscheen het volgende bericht op 4chan:

Hello, we are looking for highly intelligent individuals. To find them we have devised a test. There is a message hidden in the image. Find it, and it will lead you on the road to finding us. We look forward to meeting the few that will make it all the way through. Good luck. 3301.’

Na het eerste bericht op 4chan liet deze bron niets meer van zich horen, althans niet in het openbaar. Tot – op de dag af – een jaar later, want toen verscheen een nieuw raadsel op 4chan, gevolgd door een derde ronde op 4 januari 2014. In 2015 leek het aanvankelijk stil te blijven, maar op 5 januari verscheen alsnog een nieuwe aanwijzing, alleen niet op 4chan, maar op Twitter. Bij latere berichten was een afbeelding gevoegd van een cicade, een wonderlijk insect dat onder de grond leeft, om na zeventien jaar weg te vliegen en een partner te zoeken. Hoewel de initiatiefnemers zich simpelweg 3301 bleven noemen, werd het om die reden voor de buitenwereld Cicada 3301.

De Alternate Reality Game (ARG) Cicada 3301 voerde de deelnemers via locaties op het dark web naar een serie boeken en geschriften, zoals het gedicht Agrippa van de Amerikaanse science fiction-schrijver William Gibson, het boek Gödel, Escher, Bach van Douglas Hofstadter, Liber al vel Legis van de Britse ‘magiër’ Aleister Crowley en uiteindelijk ook een raadselachtig in runen gesteld geschrift, getiteld Liber Primus (het eerste boek), dat in zijn geheel het werk van de groep achter Cicada 3301 leek te zijn. Daarnaast werden aanwijzingen gesuggereerd in illustraties van William Blake en in Maya-numerologie. Maar ook buiten internet verschenen aanwijzingen, die op lantaarnpalen werden geplakt in diverse steden, waaronder Dallas, Granada, Moskou, Parijs, Warschau en Sidney.

Met dat laatste werd in ieder geval duidelijk dat het spel niet door een nerd op een zolderkamer in elkaar was geflanst. Er moest meer achter zitten, een groep die de beschikking had over zekere middelen. Mede vanwege dat laatste is veel gespeculeerd over de intenties achter Cicada 3301. Het zou een recruteringsmethode zijn geweest van een geheim genootschap, van een inlichtingendienst, of van een groepering die cryptocurrencies ontwikkelde. Bruce C. Clarke jr., een militair die aanvankelijk voor de inlichtingendienst van de U.S. Navy werkte, maar in 1953 overstapte naar de CIA, zou een van de grondleggers zijn. Tegen 2014 was Clarke echter 88 jaar oud, wat zich slecht verhoudt tot een vooral op jongeren gerichte ARG. We kunnen het hem sowieso niet meer vragen, want in hetzelfde jaar kwam hij te overlijden.

Aannemelijker is dat de eveneens genoemde Ian Murdock, die eerder CTO van de Linux Foundation was, het enigmatische spel heeft bedacht. Murdock werd bekend als de ontwikkelaar van het bij Linux-gebruikers bekende Debian-systeem. Hem kunnen we evenmin vragen stellen over Cicada 3301, want op 28 december 2015 pleegde hij zelfmoord.

Hoeveel deelnemers erin zijn geslaagd om een of meerdere raadsels op te lossen is onduidelijk, maar er zijn wel namen bekend. Een van hen was de destijds 15-jarige Marcus Wanner. Het tijdschrift Rolling Stone spoorde hem op en liet hem verslag doen van zijn ervaringen met Cicada 3301. Nadat hij het raadsel uit 2012 had opgelost ontving hij een email:

You are undoubtedly wondering what it is that we do. We are much like a think tank, in that our primary focus is on researching and developing techniques to aid the ideas we advocate: liberty, privacy, security.’

Wanner kreeg verschillende vragen voorgelegd. Of hij geloofde dat ieder mens het recht heeft op privacy en anonimiteit, of hij vond dat informatie vrij dient te zijn en of hij meende dat censuur de mens beschadigt. Wanner ontplooide zich later tot specialist op het gebied van cryptologie en steganografie, waarover kennis van belang was om de raadsels van Cicada 3301 op te kunnen lossen.

Shadowbox

Het anti-Q-netwerk stelt dat op 9 december 2015 – negentien dagen voor de zelfmoord van Ian Murdock – onderhandeld werd over het commercialiseren van Cicada 3301 in de vorm van een film. Er werd gesproken met de Sony Company, maar zonder resultaat (vorig jaar kreeg de Grindstone Entertainment Group in ieder geval de filmrechten voor Cicada 3301 in handen).

Een van de namen die naar voren kwamen bij het project om Cicada 3301 te commercialiseren was die van de componist Thomas Schoenberger. Dat leverde Schoenberger geen populariteit op in kringen rond het internetspel. Hij werd er van beschuldigd Cicada 3301 te hebben gestolen, wat hem de bijnaam gamejacker opleverde. Schoenberger is hoe dan ook een opmerkelijke man. We zullen daar op dit punt echter niet te lang bij kunnen stilstaan; de merkwaardige feiten rond hem verdienen afzonderlijke aandacht.

Naast Schoenberger wordt in verband met Cicada 3301 ook de onder het pseudoniem Defango op YouTube bekendstaande Manuel Chavez III genoemd. In augustus 2017 begon hij samen met Schoenberger Shadowbox Stategies, een online reputation firm. Shadowbox beloofde in diskrediet gebrachte klanten herstel van hun reputatie met behulp van onder meer een ‘mercenary militia of experienced trolls.’ Dat laatste is wel opvallend, want in een later stadium bediende ook QAnon zich van een trollenleger.

De financieel adviseur, schrijver en politiek commentator Ed Butowsky werd klant van Shadowbox. Hij was de drijvende kracht achter een item op het zeer Trump-gezinde tv-kanaal Fox over de dood van Seth Rich, een medewerker van het Democratic National Committee (DNC). Rich vond op 10 juli 2016 de dood in een als gevaarlijk bekend staande wijk van Washington. Volgens de politie ging het om een uit de hand gelopen beroving, maar het Trump-kamp hield vast aan een lezing die stelde dat Rich in opdracht van Hillary Clinton was vermoord.

Aanleiding was de veelbesproken stapel emails van Clinton die datzelfde jaar bij WikiLeaks belandde. Doorgaans wordt aangenomen dat WikiLeaks-baas Julian Assange deze emails ontving van een hacker in dienst van de Russische overheid, maar er was Trump en trawanten veel aan gelegen om dit beeld te doorbreken. Zo ontstond het complotverhaal dat het Seth Rich was die de emails doorgaf aan WikiLeaks en dat hij dit met de dood moest bekopen.

Het door Ed Butowsky aangedragen item bij Fox moest deze lezing onderbouwen. De ouders van Rich pikten dit echter niet en begonnen een proces tegen Butowsky, die vervolgens Shadowbox van Schoenberger en Chavez in dienst nam om zich tegen hen te verdedigen. Het plan ontstond om de familie van Rich af te luisteren, zo constateerde The Daily Beast. Veel kwam daar niet van terecht, met als gevolg een ontevreden Butowsky en ruzie tussen Schoenberger en Chavez, met een rechtszaak tussen de twee laatstgenoemden als gevolg. Daar is Schoenberger overigens wel aan gewend, want hij raakte in talloze rechtszaken verwikkeld, zelfs met familieleden.

Het ontstaan van QAnon

Over het ontstaan van QAnon lopen de opvattingen uiteen. De aan het anti-Q-netwerk verbonden website Heavy.com legt een verband met een ontmoeting in maart 2017 tussen een groep rond Thomas Schoenberger en voormalige medewerkers van de CIA en de NSA.

Een van hen was Robert David Steele. Hij werkte eerder voor de CIA, maar schreef later een boek en maakte video’s waarin hij zich volledig fact free tegen netwerken keerde die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan satanistisch georiënteerd ritueel misbruik van kinderen. In 2016 verspreidde hij de nergens op gebaseerde complottheorie Pizzagate, die beweerde dat Hillary Clinton en medewerkers in een kelder onder de pizzeria Comet Ping Pong in Washington DC kinderen misbruikten. De politie begon een onderzoek, maar kon geen enkel bewijs vinden; de pizzeria bleek niet eens een kelder te hebben. Desalniettemin zou Q een jaar later lustig op deze onzin voortborduren. Pizzagate geldt dan ook als een voorloper van QAnon.

The Daily Beast illustreerde de uiterst minimale geloofwaardigheid van Steele met dit van hem afkomstige citaat: ‘We actually believe that there is a colony on Mars that is populated by children who were kidnapped and sent into space on a 20-year ride, so that once they get to Mars, they have no alternative but to be slaves on the Mars colony.’

Bij de ontmoeting in maart 2017 was volgens het anti-Q-netwerk ook de voormalige NSA-employee William Binney aanwezig. Dat Rusland zich met de Amerikaanse presidentsverkiezingen had bemoeid door Clintons emails naar WikiLeaks te lekken ontkent Binney glashard. Dit verklaart zijn populariteit bij het Russische tv-kanaal RT America, waar hij dan ook regelmatig te zien is geweest. Binney werkte samen met de bekende filmregisseur Oliver Stone, die de Russische president Poetin een warm hart toedraagt en eveneens op RT America verscheen. In 2020 ondersteunde Binney de complottheorie die stelt dat Trump de presidentsverkiezingen van 2020 verloor als gevolg van stembusfraude.

Binney maakt deel uit van Veteran Intelligence Professionals for Sanity (VIPS), waarvan andere leden eveneens aanwezig waren bij genoemde ontmoeting in 2017. Het gaat hier om voormalige CIA- en NSA-medewerkers die met ontevreden gevoelens bij hun werkgever vertrokken en vervolgens klokkenluider werden.

Gezien de lange lijst van door de CIA en NSA gepleegde misdaden bestaat er op zich alle reden om daar de vuile was over buiten te hangen, laat daar geen misverstand over bestaan. Het probleem met Steele, Binney en VIPS is dat ze hun doel voorbijschoten en zo in een duister konijnenhol terechtkwamen, waarin de werkelijkheid wordt verklaard aan de hand van extreemrechtse complottheorieën.

Een tv-kanaal van een land waar het minstens zo erg is gesteld is met de inlichtingendiensten staat vervolgens klaar om de klokkenluiders met open armen te verwelkomen. Dit verschijnsel beperkt zich niet alleen tot Steele, Binney en andere VIPS-personages. Met Julian Assange en WikiLeaks ging het bijvoorbeeld precies eender, evenals met grijze communisten die door hun afkeer van het Amerikaanse establishment bereid zijn extreemrechtse complotverhalen te accepteren.

Volgens het anti-Q-netwerk werd in VIPS-kringen besloten tot de oprichting van een groep, die hetzelfde jaar nog tot QAnon zou leiden. Het anti-Q-netwerk wijst daarbij op de rol van het Twitteraccount @SnowWhite7IAM van Lisa Clapier, een goede kennis van Thomas Schoenberger. Haar taak bestond uit het overhevelen van Cicada 3301-larven naar QAnon.

Clapier verstopte zich eerder in sociale bewegingen als Occupy en Anonymous. Daarnaast voelt ze zich als sushi in de sojasaus binnen New Age-kringen. Op YouTube staat een stukje van een interview dat Clapier deed met de ondertussen overleden Barbara Marx Hubbard, een New Age-heks die het liefst zag dat een kwart van de wereldbevolking de dood werd ingejaagd. Via dit soort contacten haalde Clapier veel New Age-volk naar QAnon. Dat zal haar overigens niet zwaar zijn gevallen, want evenals bij VIPS kost het New Age-freaks vaak de grootste moeite om een konijnenhol te ontwijken (al dat gedoe over konijnen binnen de Q-hysterie is overigens te herleiden naar een Cicada-puzzel die een paar weken voor de eerste Q Drop verscheen. ‘Follow the White Rabbit’ stond daar. Tevens een aanwijzing dat Cicada 3301 rond die tijd nog actief was).

Intussen ontwikkelde zich ook een andere game: Live Action Role Playing. LARP kan verschillende vormen aannemen. Het kan gaan om een rollenspel in real life met enkele tot tientallen of zelfs honderden deelnemers. Het kan zich echter ook afspelen op internet, waarbij de deelnemers in digitale zin een andere identiteit aannemen. Het anonieme karakter van de website 4chan leende zich goed voor LARPing. Boven ieder bericht dat hier verscheen stond simpelweg Anonymous – waar al snel de term anon uit voortkwam. Om te voorkomen dat de een zich voor de ander uitgaf kreeg iedere gebruiker op 4chan bij registratie een zogenaamde tripcode. Daarmee werd de authenticiteit van een bericht gewaarborgd, zonder inbreuk te maken op de anonimiteit.

Diverse LARPende anons op 4 chan pretendeerden over geheime kennis over Amerikaanse veiligheids- en inlichtingendiensten te beschikken. Zo was er een anon over de CIA en een die insidekennis over de FBI zei te hebben. Q Clearance Patriot was aanvankelijk slechts één van de vele. Een Q Clearance, die wordt verstrekt door het Amerikaanse ministerie van Energie, lijkt op het eerste gezicht weinig voor te stellen in vergelijking met de CIA en FBI. Een Q Clearance impliceert echter ook kennis van atoomgeheimen. Hoe dan ook, te midden van de andere anons moet Q bepaalde eigenschappen hebben getoond die hem op deden vallen binnen 4chan en kringen rond die website.

In september 2017 begon Manuel Chavez III, de partner van Thomas Schoenberger in Shadowbox, een groep op het communicatieplatform Discord. Een aantal binnen het wereldje bekende trollen werd daarvoor uitgenodigd. Chavez claimde later dat hij het Q-project zelf bedacht had. Hij vond naar zijn zeggen het boek Q uit 1999 van het Italiaanse anarchistencollectief Luther Blissett (later Wu Ming), dat handelde over een anon in de 16e eeuw die een revolutie wilde ontketenen en op de hielen werd gezeten door een kerkelijke spion genaamd Q. Interessant, maar Chavez heeft nooit hard kunnen maken dat hij in zijn eentje de Q-cultus schiep. Het moet echter raar lopen als achteraf blijkt dat hij er helemaal niets mee te maken had.

Diaz

Op 28 oktober 2017, kort na het ontstaan van Chavez’ Discord-groep, verscheen de eerste officiële Q Drop. Zoals bekend kwam Q’s voorspelling over de arrestatie van Hillary Clinton niet uit, zoals niets dat Q voorspelde ooit werkelijkheid is geworden. Twee moderators van 4chan meenden echter dat Q een groter publiek moest krijgen: Pamflet Anon en Baruch the Scribe. Laatstgenoemde heet in werkelijkheid Paul Furber, een web programmer uit Zuid-Afrika en daarmee voor zover bekend de enige niet-Amerikaan binnen de harde kern van de QAnon-kliek. Achter het pseudoniem Pamflet Anon gaat Coleman Rogers schuil. Voordat de heisa over QAnon begon schaarde hij zich op Facebook achter de complottheorie over Pizzagate.

De journalisten van NBC News Brandy Zadrozny en Ben Collins gingen voorbij aan de door het anti-Q-netwerk genoemde voorgeschiedenis van QAnon, met onder meer Cicada 3301, maar ze noemden wel Furber en Coleman. De groei van de QAnon-beweging begint voor Zadrozny en Collins met die twee. Het anti-Q-netwerk gaat er echter ook vanuit dat Furber en Coleman tot een overeenkomst kwamen met YouTube-ster Tracy ‘Beanz’ Diaz. Eerder runde zij een account op YouTube waar het ook al vooral om Pizzagate draaide. De twee 4chan-moderators recruteerden Diaz, waarna zij op YouTube los ging over Q. De bekendheid van de prille beweging breidde zich daardoor uit binnen het extreemrechtse milieu in de VS.

Diaz werd zo de eerste QAnon-influencer en dat leverde haar geen windeieren op. Eerder kreeg ze op YouTube slechts een paar duizend bezoekers, maar dat werden er tienduizenden en vervolgens nog veel meer. Diaz hield zo een goed belegde boterham aan QAnon over. Dat er aan te verdienen viel was ook zeker een aspect van QAnon. De aggregation websites die rond QAnon ontstonden, waarvan QMap.pub de bekendste werd, haalden vette donaties binnen van onnozele slachtoffers die zich door het QAnon-complotsprookje in de luren lieten leggen. De beweging kreeg zo de typerende trekken van een sekte, waar naast indoctrinatie doorgaans het financieel uitkleden van de slachtoffers vooropstaat. Het grote verschil is dat sektes vaak een charismatische leider kennen, wat voor de nagenoeg identiteitsloze Q niet opgaat, al gaat van een mysterie vaak ook een bepaalde kracht uit.

De aggregation websites kregen in ieder geval een zeker bestaansrecht, en niet alleen vanwege het mysterie en het feit dat zij hun eigen Q Drops begonnen te fabriceren. De Drops van Q werden er namelijk alleen maar cryptischer op, waardoor vanzelf ruimte ontstond voor interpretatie, wat precies is wat de aggregration websites boden. Dat was essentieel, want met de Q Drops kwamen de breadcrumbs, de al even cryptische aanwijzingen waarmee Q aanzette tot het doen van ‘eigen onderzoek.’

Q gaf zijn volgelingen zo de status van onderzoeker, al stelde dat niets voor, want het pad dat zij via de breadcrumbs volgden was zorgvuldig uitgestippeld. De ‘onderzoekers’ kwamen terecht bij veelal stokoude complottheorieën. Over vrijmetselarij, de Rothschilds, de Rockefellers en de Nieuwe Wereldorde, tot en met de opvattingen van de Britse complottheoreticus David Icke die in staatshoofden hagedissen met een menselijke gedaante herkent.

Wie zich al langer verdiepte in het verschijnsel der complottheorieën begreep dat het een opgewarmde prak was in een nieuwe verpakking. Met het centrale Q-thema over het drinken van kinderbloed door Satanisten is het al precies hetzelfde gesteld. Dit is duidelijk gebaseerd op de bloedsmaad, de antisemitische hysterie uit de Middeleeuwen (maar ook later nog) over joden die bloed van christelijke kinderen door hun matzes mengden.

De drops en breadcrumbs van Q geven echter wel degelijk blijk van kennis over mechanismen in de menselijke geest. De tot het anti-Q-netwerk behorende Reed Berkowitz beschrijft hoe daarbij wordt ingespeeld op apophenia, de neiging van de menselijke geest om niet bestaande verbanden te zien. Verder is het een efficiënte strategie om slachtoffers wijs te maken dat ze het allemaal zelf hebben uitgevonden. Mensen laten zich niet snel iets wijs maken, maar als ze menen het zelf ontdekt te hebben valt het hen niet meer uit het hoofd te praten. Spreek Q-volgelingen op hun denkbeelden aan en het wordt door hen als een persoonlijke aanval ervaren. Je hebt dan immers kritiek op hun waardevolle ‘onderzoek’.

Met deze strategie werd QAnon behoorlijk in de kaart gespeeld door de roemruchte slimme algoritmes van de sociale media, die ervoor zorgden dat de slachtoffers in de gewenste richting gestuurd bleven worden. De sociale media droegen bovendien bij aan het gemeenschapsgevoel onder de ‘onderzoekers.’ Het volgen van breadcrumbs werd zo een soort gezelschapsspel. Maar goed, QAnon begon ook al met twee games.

Watkins

De harde kern van QAnon bleef maar groeien, volgens het anti-Q-netwerk met lieden afkomstig uit New Age-stromingen en Cicada 3301, Thomas Schoenberger, en Michael Flynn, Trumps National Security Advisor die ontslag moest nemen nadat hij had gelogen tegen vicepresident Mike Pence over zijn contacten met de ambassadeur van Rusland. De QAnon-elite trok verder figuren aan die afkomstig waren van Info Wars, het misselijkmakende programma van de rechtsextremist Alex Jones. Twee grondleggers van de beweging, Rogers en Furber, verschenen als gast bij Info Wars.

Alex Jones’ medewerker Jerome Corsi sloot zich eveneens aan bij QAnon. Deze complottheoreticus en medewerker van Trumps vriend Roger Stone was volgens de joods/Amerikaanse krant Forward een decennium eerder nog verbonden aan de joodse broederschap B’nai B’rith, wat opvallend slecht samengaat met het antisemitisme binnen QAnon.

Een maand na de eerste Q Drop kreeg een groep met onder meer Corsi, Rogers, Furber en Diaz controle over QAnon. In dezelfde novembermaand verklaarde Q 4chan tot infiltrated, waarna het hele gezelschap verhuisde naar 8chan van Jim Watkins. Q schreef zijn Drops alleen nog op 8chan te zullen plaatsen.

Jim Watkins repareerde als militair helikopters, werd later varkensboer op de Filippijnen en verdiende aardig wat bij met het verspreiden van porno. De technische kant van 8chan liet hij over aan Fredrick Brennan, een gehandicapte jongen met veel cyber-kennis. Na verloop van tijd keerde Brennan zich echter tegen Watkins. Vervolgens had Brennan niet alleen veel kritiek op Watkins, maar ook op QAnon. Hij verklaarde onder meer dat ook de eerder genoemde aggregation website QMap.pub onder het beheer van Watkins viel. Kort daarop verdween Qmap.pub van het web. Dat klinkt niet verkeerd, maar toch wordt Brennan met wantrouwen bejegend, niet in de laatste plaats binnen het anti-Q-netwerk. Daar verwijt men hem een website te hebben vormgegeven waarvan verwacht mocht worden dat die extreemrechts zou dienen.

Dat laatste maakt Brennans uitspraken echter niet minder interessant. Zo verklaarde hij dat het Q-account op 8chan werd beheerd door Watkins, die volgens hem ook de identiteit van Q kende. Dit stond niet op zich, want anderen gingen zelfs zo ver om aan te nemen dat Watkins de werkelijke persoon achter Q was. Het is echter duidelijk dat de Q Drops niet door één, maar door meerdere personen zijn geschreven. Een enorme prestatie was dat geenszins, want de eerste de beste idioot is in staat om voorspellingen te doen die nooit uitkomen. Aan de andere kant blijft het bijzonder als miljoenen in de ban worden gehouden door een opeenstapeling van mislukte voorspellingen. Dat duidt op kennis van massapsychologie en psychologische oorlogsvoering.

Aquino

Jim Watkins heeft volgens het anti-Q-netwerk iets gemeen met gamejacker en vermeend medegrondlegger van QAnon Thomas Schoenberger. Beiden hadden een ‘mentor’ in de persoon van Michael Aquino, een voormalige militair die in zijn actieve loopbaan specialist was op het gebied van psychologische oorlogsvoering. Aquino heeft echter ook een andere kant, want in 1975 richtte hij de Temple Of Set op, een afsplitsing van de Satanskerk. Gezien de claims van Q over ritueel kindermisbruik valt op dat Aquino exact daarvan beschuldigd is. De gedachte dat QAnon democraten en socialisten van ritueel misbruik beschuldigt om viespeuken binnen de eigen gelederen te beschermen, dringt zich hier onmiddellijk op.

Sean Stone, de zoon van filmregisseur Oliver Stone, deed een interview met Michael Aquino waarin ook zijn eigen occulte interesses naar voren kwamen. Sean Stone is bevriend met Lisa ‘Snow White’ Clapier, de eerder genoemde kennis van Thomas Schoenberger, die deelnemers aan het Cicada 3301-spelletje op 4chan naar QAnon overhevelde. Sean Stone past perfect in het plaatje. Hij is een fervente medestander van Trump en ervan overtuigd dat Joe Biden de verkiezingen dankzij stembusfraude heeft weten te winnen.

Die Sean Stone is een merkwaardig heerschap. Gezien de warme banden van zijn idool Trump met Israël valt op dat hij in 2012 tot de islam toetrad, nota bene tot het sjiisme. Hij sprong destijds in de bres voor Iran en de toenmalig leider van dat land, Mahmoud Ahmedinejad. Sean ‘Ali’ Stone noemde hij zich in die tijd, waarin hij ook nog een gesprek had met de Turkse sekteleider Adnan Oktar.

Maar los daarvan: Sean Stone verklapte zijn betrokkenheid bij QAnon toen hij tijdens een tv-uitzending per ongeluk ‘the reason why we’ve done these Q Drops’ zei.

Furber vertrekt

Of hij nu Q is of niet, er zijn zeker redenen om aan te nemen dat 8chan-eigenaar Jim Watkins, evenals zijn zoon Ron Watkins, veel in de melk te brokkelen heeft binnen de harde Q-kern. Het anti-Q-netwerk constateerde dat een van de betrokkenen van het eerste uur, Baruch The Scribe, oftewel de Zuid-Afrikaan Paul Furber, uit het gezelschap werd gezet kort nadat Q naar 8chan was verhuisd. Q zou daartoe besloten hebben, maar Ron Watkins mocht het Furber laten weten. Furber zag het overigens net even anders. In een interview dat de zelfverklaarde historicus van Cicada 3301, Estéban Trujillo de Gutiérrez, met hem deed, was het volgens Coleman Rogers a.k.a. Pamflet Anon door wie hij op een zijspoor werd gezet.

Dat laatste sluit aan bij het ook door het anti-Q-netwerk gesignaleerde effect dat het vertrek van Furber niet alleen de positie van Tracy Diaz versterkte, maar ook die van Rogers. Beiden begonnen vervolgens Patriot Soapbox, dat op YouTube naar eigen zeggen ‘real news the MSM does not cover’ bracht. Ondertussen runden Diaz, Rogers en Corsi samen QAnon, wat betekende dat ze ook de Q Drops schreven.

Diaz, Rogers en Corsi hadden het tot augustus 2018 voor het zeggen binnen QAnon, waarna de Q Drops een wat afgeraffelde indruk begonnen te maken en er wederom personele aanpassingen volgden, zo constateerde het anti-Q-netwerk. De kliek rond Infowars werd eruit gezet en Rogers en Diaz trof hetzelfde lot, al bleven beiden via Patriot Soapbox goed verdienen aan QAnon. Niet iedereen had onder de reorganisatie te lijden, want het versterkte de positie van Lisa Clapier. Daarnaast begon een nieuwe ster aan het firmament te stralen in de persoon van Ezra Cohen-Watnick (ECW). Zijn verhaal verdient extra aandacht.

Cohen-Watnick

ECW werd door Michael Flynn binnen de regering-Trump geïntroduceerd. Hij werd daar benoemd tot Senior Director for Intelligence Programs van de National Security Council. Het leek van korte duur, want nadat Flynn tot ontslag was gedwongen haalde diens opvolger, H.R. McMaster, de bezem door de NSC. Tot veler verbazing kon ECW zijn positie echter behouden. Volgens de website van The Atlantic had McMaster hem zeker de laan uit gestuurd als hij daar niet van weerhouden was door Trump, diens toenmalige strateeg Steve Bannon en de schoonzoon van de president, Jared Kushner, met wie ECW nauwe banden ontwikkelde.

ECW kon zijn bureau pas leegruimen nadat John Kelly stafchef van het Witte Huis was geworden. De dertigjarige en daarmee voor zijn positie nog piepjonge ECW werd echter niet opgegeven, maar tijdelijk ‘geparkeerd’ bij Oracle, de softwaregigant waarvan de medeoprichter, de schatrijke Larry Ellison, een vurig medestander van Trump is.

In april 2018 keerde ECW terug naar Washington en werd adviseur van justitieminister Jeff Sessions op het gebied van counterterrorism and counterintelligence. Dat bleef bij Q niet onopgemerkt. ‘It’s happening’ schreef de anonieme bron van bizarre complottheorieën verheugd in een reactie op de benoeming van ECW.

ECW speelde zeker een rol in de poel complottheorieën waarmee de Trump-periode doordrenkt was, met name naar aanleiding van Obamagate, Trumps verhaal waarin hij beweerde dat Obama hem zou hebben bespioneerd tijdens zijn verkiezingscampagne. ECW werd erop uit gestuurd om materiaal te vergaren waarmee Trumps aantijgingen onderbouwd konden worden. Dat zal niet mee zijn gevallen, want Obamagate was werkelijk nergens op gebaseerd.

Er is gesuggereerd dat ECW de enige en echte Q was. Dat betoog lag voor de hand. Q pretendeerde immers een hoge functie binnen de Trump-regering te hebben en dat is precies wat ECW had. Tot het laatste moment zelfs, want in november 2020 benoemde Trump hem op de valreep nog even snel tot Undersecretary of Defense for Intelligence.

Na Trumps vertrek uit het Witte Huis stemde ECW toe in een interview met Politico, waarin hij zich in alle toonaarden van QAnon distantieerde. Hij vroeg zich af waarom de regering er niet in een vroeg stadium mee had afgerekend, wat nogal potsierlijk overkwam. Verder zei hij de associatie met QAnon zat te zijn. Wat dat betreft voegde hij de daad bij het woord, want hij gaf zijn advocaat opdracht om te procederen tegen een ieder die hem op Twitter nog in verband bracht met QAnon. Desalniettemin is het anti-Q-netwerk ECW nog niet vergeten.

Flynn

Zoals beschreven werd ECW door Michael Flynn binnen de regering-Trump geïntroduceerd. Het is de hoogste tijd dat Flynn nadere aandacht krijgt in dit artikel. Flynn raakte al eerder nauw aan de Q-sekte verbonden, maar zijn positie werd daar steeds prominenter toen hij het doelwit was geworden van het Mueller-onderzoek rond de Russia Collusion. Bij Q-volgelingen leverde hem dat de status van martelaar op. Zij geven blijk van hun waardering door drie sterretjes bij hun berichten over hem op sociale media te plaatsen (Flynn is een Three Star Lieutenant General).

In het QAnon-universum was Q God en Trump de Messias, maar werd Flynn de prima donna onder de apostelen. Sterker nog, er wordt gezegd dat niet Watkins of ECW Q was, maar Flynn. Overigens interesseert dat slechts een minderheid onder de volgelingen. De meesten vonden de Q Drops belangrijker dan de identiteit van Q.

Trump nam nooit veel moeite om zijn affiniteit met QAnon te verhullen, maar Flynn nog minder. Zonder enige schroom stuurde hij berichten uit de beweging door op Twitter (iets waar ECW op niet bijster geloofwaardige wijze over heeft gezegd dat hij Flynn erop had aangesproken). Daar bleef het echter niet bij, want in juli vorig jaar legde Flynn de zogenaamde QAnon Oath af. En twee maanden later sprak hij samen met Trumps voormalige campagnemedewerker George Papadopoulos bijeengestroomde Q-sekteleden toe op de Digital Soldiers Conference. Flynn bedacht de term Digital Soldiers in 2016, waarna het een begrip werd binnen QAnon.

De pecunia bleven ook voor Flynn voorop staan. Zijn familieleden collecteerden voor hem via een campagne bij Patriot Box van Coleman Rogers en Tracy Diaz. Met succes, want de kosten die hij maakte voor zijn verdediging werden grotendeels gedragen door sekteleden. Omgekeerd was Flynn zo voorkomend om een collecte voor Tracy Diaz te beginnen nadat haar huis door brand was getroffen.

In video’s van Tracy Diaz heeft Flynn voor haar de status van een heilige. Volgens The Daily Beast werkt ze aan een nieuwe website die weinig verrassend Digital Soldiers heet. Digital Soldiers adverteert zich als ‘the home for an “insurgency” of thousands of fellow digital soldiers’ en wordt gefinancierd uit de opbrengsten van een andere website waar Flynn zijn zegen over uitsprak. Hier worden t-shirts en petjes verkocht met QAnon-slogans als WWG1WGA (Where we go one, we go all). Met miljoenen sekteleden is dat uitstekende business, en nadat de financiering van de Digital Soldiers-website rond was zal er ongetwijfeld wel wat zijn overgebleven.

Sinds Flynn in november 2020 amnestie kreeg, legt hij het Q-volk uit hoe geweldig het is dat Trump hem voor vervolging heeft behoed. Nadat Trump de verkiezingen had verloren gingen diens deuren, die sowieso op een ruime kier waren blijven staan, nog wijder voor hem open. De teruggekeerde adviseur drong bij Trump aan op een militaire staatsgreep om het aantreden van Biden te voorkomen. Dit onderstreept hoe gevaarlijk Flynn is.

Exponentiële groei

Sinds 2017 heeft QAnon een imposante schaalvergroting doorgemaakt. Op 4chan werd nog maar een relatief klein publiek bereikt, maar na de verhuizing naar 8chan werd dat al snel groter. Een exponentiële groei volgde echter pas nadat de Q-sekte sociale media begon te gebruiken als YouTube, Reddit, Facebook en Twitter, waar duizenden Russische trollen popelden om Q Drops te verspreiden.

De ultieme expansie van QAnon volgde kort na het ontstaan van de coronapandemie. Q plaatste Trump in de slachtofferrol. Corona zou door de Democraten en hun bondgenoten zijn uitgevonden om zijn kansen op een tweede termijn als president te compromitteren, zo heette het. Voor Q was het een fluitje van een cent om op corona in te haken. Daarvoor hoefden alleen maar complottheorieën over AIDS/HIV uit de jaren tachtig en negentig gerecycled te worden. Plak er Bill Gates en 5G aan vast en klaar is Kees. De algoritmes van de sociale media deden wederom de rest.

Het was een slimme zet van QAnon om het over de corona-boeg te gooien, want het virus zorgde voor omstandigheden waarin miljoenen zich wereldwijd aangetrokken voelden tot de bizarre Q-kronkels. Het virus kent geen grenzen en QAnon liftte gretig mee. Eerder bleven Q’s complottheorieën beperkt tot de Amerikaanse situatie, maar dankzij corona gingen ze mondiaal. De combinatie van corona en sociale media leidde tot wat in de VS wordt aangemerkt als normiefication, wat inhoudt dat zelfs de meest nuchtere mensen die zich nooit hadden geïnteresseerd voor complotverhalen er massaal voor overstag gingen.

Het is beter om de invloed van een beweging niet te overschatten, maar naar schatting 30 miljoen Amerikanen laten zich nu in mindere of meerdere mate door QAnon beïnvloeden, en dat is geen gering aantal. In Nederland verliep de verspreiding onder andere via video’s op YouTube van ‘graancirkeldeskundige’ Janet Ossebaard. Wie had gehoopt dat het beperkt zou blijven tot het New Age-milieu kwam bedrogen uit, want toen Ossebaard aanschoof bij rapper Lange Frans was de beer los en ging het ook in Nederland alle kanten op.

Het bleef ook niet bij Europa. QAnon breidde zich bijvoorbeeld ook uit naar Japan, waar de complottheoretica Eri Okabayashi QArmyJapanFlynn begon. Het is overigens tamelijk verklaarbaar dat QAnon aanslaat in Japan, want zoals The New Yorker stelde kende dat land al twintig jaar een website waarop nationalistische en extreemrechtse opvattingen verschenen. Die site werd beheerd vanuit de VS en zat ook bij een Amerikaanse host, maar was gericht op Japan. 2chan heette die, inderdaad de voorloper van 4chan. Later zou ook 2chan in de portefeuille van 8chan-eigenaar Jim Watkins terechtkomen.

Het verlies van Trump

Met de grote expansie van QAnon leek echter ook het einde ervan in zicht te komen. 8chan verdween nadat massamoordenaars er hun manifesten plaatsten. Via een Russische host werd de beruchte website weliswaar opgevolgd door 8kun, maar nadat een leverancier van beveiligingssoftware de banden met Jim Watkins had opgezegd was het ook daarmee gedaan. Uiteindelijk hield Watkins het voor gezien en trok hij zijn handen af van 8kun. Er kwam ook een einde aan de Q Drops – de laatste verscheen begin december.

Niet alleen Twitter, maar ook Reddit, YouTube, Facebook, Instagram en Twitter blokkeerden aan de beweging verbonden accounts. Ook de duizenden Russische trollen op Twitter en Facebook verdwenen op die manier. Het was wel aan de late kant, in aanmerking genomen dat de sociale media aanvankelijk zelf hadden toegestaan dat QAnon tot gevaarlijke proporties uitgroeide. De slag die zij de beweging toebrachten was ook van betrekkelijke aard. Alleen de volgelingen die weinig kaas hadden gegeten van internet haakten af. Wie iets slimmer was paste zijn search terms aan, waardoor Pizzagate bijvoorbeeld Pedogate werd, wat de algoritmes van Twitter niet onmiddellijk begrepen. Anderen wisten eenvoudig hun weg te vinden naar andere platforms, zoals Gab en Telegram. Er staat hoe dan ook nog altijd heel wat Q-bagger op het net, ook in Nederland. Neem de website van de vaderlandse QAnon-chapter, die ongestoord door kan gaan met het verspreiden van Q Drops en andere desinformatie.

De ingreep van de sociale media was in één opzicht zelfs regelrecht contraproductief, want het feit dat ze van YouTube, Facebook en Twitter werden gegooid bevestigde bij sekteleden de indruk dat ze tot een onderdrukte groep behoorden, wat hun fanatisme alleen maar deed toenemen.

Het verlies van Trump bij de presidentsverkiezingen van begin november vorig jaar onderstreepte dat er onder zijn presidentschap niets was gebeurd dat in de verste verte ook maar enigszins leek op The Storm of The Great Awakening. Q zat er al eerder steeds naast, maar leek nu definitief en genadeloos te zijn afgegaan. Het was echter slechts een minderheid van de volgelingen die daar een boodschap aan had. Een grote meerderheid liet zich niet uit het veld slaan en hield vast aan het verhaal. Zelfs de meest flagrante inconsequenties konden dat niet verhinderen en het uitblijven van Q Drops evenmin. De slachtoffers waren ondertussen zo geïndoctrineerd dat ze die niet meer nodig hadden.

Slachtoffers van de sekte wrongen zich in de vreemdste bochten na Trumps verlies. Sommigen meenden dat het aantreden van aartsvijand Joe Biden voorzien was en deel uitmaakte van het project. Dat Biden kort na zijn inauguratie zeventien executive orders ondertekende sprak hier tot de verbeelding, omdat zeventien nu eenmaal het aan Q verbonden getal is. In een variant hierop ontstond de opvatting dat Biden een hologram is, terwijl Trump in werkelijkheid nog steeds de macht in handen heeft. De ware Q-volgeling gaat niets te ver. Om het uitblijven van The Storm te verklaren ontstond eerder al de veronderstelling dat Trump was vermoord en vervangen door een dubbelganger…

6 januari

En zo werd het 6 januari 2021, de dag waarop duizenden extremisten op instigatie van Trump het Capitool bestormden. Deze mensen waren niet alleen Q freaks, want andere extreemrechtse groeperingen waren ook vertegenwoordigd. Maar alleen de Q shaman met zijn vikinghoorns maakte in zijn eentje al duidelijk hoe krachtig de signatuur van de sekte was bij deze gebeurtenis.

Strikt genomen was het een wanhoopsoffensief, want ondanks het geweld had het geen serieuze kans van slagen. De sekteleden zijn echter onvermurwbaar en blijven verwachten dat Trump als president zal terugkeren om met The Cabal af te rekenen. 4 maart werd als volgende datum genoemd. Voor die dag verdubbelde het Trump-hotel in Washington de prijzen, maar er gebeurde wederom niets. Toen was echter alweer een volgende datum geprikt: 20 mei, 120 dagen na 20 januari, de dag van Bidens inauguratie. Gebeurt er dan weer niets, dan zal het wel weer een andere dag worden. Daarmee begint QAnon aardig te lijken op de sekte der Jehovah-getuigen, die al verschillende keren het einde van de wereld voorspelde, en telkens wanneer dat niet gebeurde weer een andere dag voor Armageddon noemde.

Deze vergelijking gaat overigens nog verder, want veel christenen voelen zich aangetrokken tot QAnon. De teksten die veel bestormers van het Capitool met zich meedroegen waren wat dat betreft niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Of neem Michael Flynn, die zijn religieuze fanatisme benadrukte toen hij de deelnemers aan Stop the Steal vergeleek met Bijbelse soldaten en priesters die het op de muren van Jericho hadden voorzien.

De toekomst van QAnon

Het uitblijven van Q Drops zou tot de conclusie kunnen leiden dat QAnon verleden tijd is, maar daarvoor is het zaad van dit kwaad echter al te diep geplant. Aan de andere kant is het waarschijnlijk dat de beweging een verandering zal ondergaan. Het is niet onmogelijk dat QAnon zal krimpen, waarbij dan een deel van de afvallers met open armen zal worden ontvangen door andere extreemrechtse stromingen. Wat overblijft zou onder aanvoering van Flynn verder kunnen radicaliseren en daardoor nog veel gevaarlijker kunnen worden.

QAnon kan ook een meer politieke gedaante aannemen. Die tendens is al zichtbaar, met de verkiezing van sektelid Marjorie Taylor Greene tot lid van het Huis van Afgevaardigden, door Q beïnvloede wetgevers in verschillende staten en zelfs een burgemeester die afkomstig is uit de QAnon-beweging. Onder leiding van Trump kan een op complottheorieën gebaseerde nieuwe politieke partij ontstaan, die vanaf de midterm elections in 2022 een gooi naar de macht kan doen. Trump heeft recentelijk echter tegengesproken dat hij een nieuwe partij zou willen beginnen. Maar als hij de Republikeinen trouw blijft (en omgekeerd) ligt het voor de hand dat die zich meer dan ooit op complottheorieën zullen baseren.

In een ander scenario transformeert QAnon tot een religie, nog veel meer dan nu al het geval is. De New Age-tak van QAnon zou een ‘profeet der profeten’ en ‘leider der leiders’, oftewel een nieuwe Messias ter vervanging van Trump kunnen lanceren, die ook door het christelijke legioen van Michael Flynn omarmd kan worden. Oftewel: de restanten van QAnon als reservoir voor een nieuwe messiaans/apocalyptische stroming, met een uit miljoenen bestaande achterban, een tak binnen de politiek en een lading fanatisme waarvan de risico’s het voorstellingsvermogen te boven gaan.

Het schrikbeeld bestaat uit wat eerdere apocalyptische sekten in het verleden teweeg hebben gebracht, met name de aanval met het zenuwgas sarin in het metronetwerk van Tokio door leden van de Aum Shinrikyo-sekte van Shoko Asahara. De eerder genoemde afdeling van QAnon in Japan wordt al met deze doomsday cult vergeleken.

Splijtzwam

Wat de QAnon-gekte nu al teweegbrengt is duidelijk zichtbaar. De bestorming van het Capitool onderstreepte het feit dat geloof in ridicule complottheorieën tot geweld kan leiden, al was dat ook al eerder duidelijk geworden. In Nederland zagen we dat de gewelddadige coronaprotesten in grote steden misschien niet helemaal, maar toch voor een belangrijk deel door QAnon geïnspireerd werden. Hetzelfde geldt uiteraard voor het uitmaken van politici voor pedofielen en het recente bezoedelen van kindergraven, en dat terwijl er geen nieuwe Q Drops meer verschijnen. Ook in Nederland lijkt de sekte immers heel goed zonder te kunnen.

QAnon ontwikkelde zich verder tot een splijtzwam binnen de samenleving, die zorgde voor het beëindigen van vriendschappen en het verstoord raken van familierelaties. Verder is er het te verwachten effect op de wat langere termijn. QAnon anno 2021 trekt de authenticiteit van de objectieve werkelijkheid in twijfel en dat kan tot zware consequenties leiden. Zaken als de democratie raken in het geding wanneer de consensus wegvalt over wat we als de objectieve werkelijkheid ervaren. Bovendien zijn er wat dit aangaat nog meer factoren werkzaam. In een niet eens zo ver weg gelegen toekomst kunnen technologische ontwikkelingen onze perceptie van de werkelijkheid eveneens beïnvloeden. Dat lijkt een ander onderwerp, maar aangezien extreemrechtse elementen ook hier niet ontbreken zijn er zeker raakvlakken.

Dit is een lang artikel, maar er vallen desondanks nog talloze punten te verbinden. Eén ding staat voorlopig echter zo goed als vast: QAnon valt voorlopig niet meer weg te denken.

Categorieën
Politiek

Extreem-rechts omarmt open source

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 12 maart 2021

fotografie: Jeraa 2020

door Jason Wilson

Jason Wilson is een in Australië geboren freelance-journalist die woont in Portland, Oregon. Sinds 2014 bericht hij over rechtse politiek in de Verenigde Staten voor onder meer The Guardian, Bellingcat en SPLC Hatewatch.

Een zelfmoord en een merkwaardig bitcoin-legaat hebben het zicht geopend op de nieuwe grenzen van extremistische online-media

Op 8 december vorig jaar schonk de Fransman Laurent Bachelier in totaal 28,5 bitcoins – ter waarde van 556.000 dollar – aan 22 mensen. Diezelfde dag nog pleegde hij zelfmoord.

In afscheidsbrieven, geschreven in het Frans en Engels, legde hij uit dat de last van zijn ziekte (hij leed aan een neurologische pijnstoornis) en zijn verlies van hoop voor de toekomst hem tot wanhoop hadden gedreven. Nadat hij zijn afkeuring had uitgesproken over het verval van de westerse beschaving en de aanvallen op de vrijheid van meningsuiting, schreef hij dat hij had besloten ʻzijn bescheiden rijkdom na te laten aan bepaalde doelen en mensen.ʼ

Zinspelingen op de ʻ14 woordenʼ-slogan die wordt gebruikt door witte supremacisten boden een aanwijzing over de doelen die hij voorstond. De begunstigden van Bacheliers gulheid waren ofwel prominente extreem-rechtse agitatoren, ofwel platforms die deze mensen een thuis boden. De donaties trokken onmiddellijk de aandacht van cyberbeveiligingsonderzoekers, extremisme-experts en ordehandhavers.

Bachelier gaf het videoplatform BitChute twee bitcoins (in januari schommelde de prijs van een enkele bitcoin tussen de 30.000 en 40.000 dollar). De neonazi-website The Daily Stormer kreeg er één, de Franse holocaustontkenner Vincent Reynouard kreeg er 1,5 en de Amerikaanse wit-nationalistische beroemdheid Nick Fuentes, die deelnam aan de rellen in Charlottesville en de rally die voorafging aan de bestorming van het Capitool in Washington, kreeg er 13,5 – ter waarde van ruim 450.000 dollar.

Uit een onderzoek van de Guardian blijkt dat een van de minder bekende begunstigden een soort YouTube-influencer is – met een geschiedenis van het promoten van extreem-rechtse politieke ideologieën. Luke Smith, nu inwoner van Florida, heeft een YouTube-kanaal met 109.000 abonnees. Hij kreeg van Bachelier ten minste één bitcoin, die op het moment van schrijven iets meer dan 30.000 dollar waard was.

Het is mogelijk dat Bachelier in Luke Smith een gelijkgestemde geest met een gemeenschappelijk doel zag. Naast hun overeenkomsten op het gebied van de extreem-rechtse politiek, zagen beiden technologie als een wapen in de oorlog tegen liberale, tolerante samenlevingen.

Net als Bachelier mijdt Smith zogenaamde propriëtaire software – zoals MacOS of Microsoft Word – en communicatiemiddelen als Facebook of Twitter, gebouwd en gecontroleerd door Silicon Valley-bedrijven. In plaats daarvan is Smith voorstander van zogenoemde ʻopen source-softwareʼ – het soort dat het mogelijk maakt om software legaal te gebruiken, te kopiëren, te herdistribueren en te wijzigen. En onlangs heeft hij communicatieplatforms gepromoot die extremisten zouden kunnen helpen om buiten het bereik van de censuur – en zelfs de wet – om te opereren.

Wat Smith predikt: een oorlog tegen de moderne wereld

De man die door de donatie van Bachelier werd gefinancierd, presenteert zichzelf graag als een hedendaagse Ted Kaczynski – de zogenoemde Unabomber, wiens beruchte manifest Smith soms in alle ernst aan zijn volgelingen heeft aanbevolen.

Kaczynski, een terrorist die nog steeds gevangen zit voor een zeventien jaar durende campagne van bomaanslagen waarbij drie doden en 23 gewonden vielen, werd gemotiveerd door haat jegens de moderne technologische wereld. De afgelopen jaren vond zijn apocalyptische beschrijving van een industriële beschaving die op instorten staat weerklank bij rechtse extremisten – waaronder de moskeemoordenaar uit het Nieuw-Zeelandse Christchurch, Brenton Tarrant – die zichzelf omschrijven als ʻeco-fascisten

In 2019 zei Smith in een video dat hij in een ʻUnabomber-hutʼ wilde wonen om te ontsnappen aan de surveillance en censuur die volgens hem vooral gericht zijn op extreemrechts. In een post op zijn blog in hetzelfde jaar – die sindsdien verwijderd is – beschreef hij de moderne wereld als een wereld ʻwaar iedere actie van je in de gaten wordt gehouden, als je propriëtaire software gebruikt en alleen communiceert via sociale mediadiensten.ʼ

Uit openbare documenten blijkt dat Smith dat jaar is verhuisd naar een landelijke woning in de buurt van Mayo, in het noorden van Florida, die eigendom is van een familielid. Sindsdien zijn de meeste van zijn videoʼs opgenomen in en rondom die woning.

In verschillende videoʼs en podcasts herhaalt Smith andere ideeën die met extreem-rechts worden geassocieerd. Hij pleit voor het opsplitsen van de VS – mogelijk in raciale enclaves – ʻwellicht [door] opdeling per staat, wellicht [door] opdeling per etnische groep.ʼ De fantasie van het opsplitsen van de VS langs etnische lijnen wordt al lang gekoesterd door witte nationalisten, die zichzelf de ʻBalk Rightʼ zijn gaan noemen.

Dit is overigens niet de enige plek waar Smith ideeën aanroert die verband houden met het witte nationalisme. In een podcast uit 2018 biedt hij een uiteenzetting van de menselijke geschiedenis die berust op een betoog uit The 10,000 Year Explosion, door het Southern Poverty Law Center omschreven als een wit-nationalistisch boek. Smith verwees lezers ook naar websites zoals radishmag, waar hen wordt gevraagd de slavernij te ʻheroverwegenʼ en waar lynchen in een positief daglicht wordt geplaatst.

Luke Smith heeft niet gereageerd op herhaalde verzoeken om commentaar.

Alles bij elkaar genomen zijn deze overtuigingen gebaseerd op een andere extreem-rechtse splinterideologie: die van de neo-reactionaire beweging, die de laatste tien jaar een soort online renaissance heeft beleefd, vooral onder sommige leden van de tech-elite van Silicon Valley.

De geboorte van de neo-reactionaire beweging

De neo-reactionaire beweging vindt haar oorsprong in 2007, toen de Silicon Valley-ondernemer Curtis Yarvin een populaire blog startte onder het pseudoniem Mencius Moldbug. Hij gebruikte die om liberalisme, democratie en gelijkheid aan te vallen, besprak rassenhiërarchie in de eufemistische bewoordingen van de ʻmenselijke biodiversiteit,ʼ en gaf zijn volgelingen de raad om zich eenvoudig los te maken van de samenleving die geregeerd werd door de instellingen van het liberalisme.

Journalist Corey Pein schreef een verslag over de cultuur van Silicon Valley, waarin gedeeltelijk de invloed wordt onderzocht die Yarvins ideeën in de tech-wereld hadden. Pein zegt dat, hoewel de neo-reactionaire ideologie enigszins onsamenhangend is, het streven van de leden om zich los te maken van de liberale democratie wel degelijk consistent is. Deze ʻexitʼ-doctrine was invloedrijk onder sommige Silicon Valley-leiders, waaronder tech-miljardair Peter Thiel, die ooit op memorabele wijze heeft gezegd: ʻIk geloof niet langer dat vrijheid en democratie verenigbaar zijn.ʼ

Smith volgt dezelfde ideologische route. De belangrijkste uitlaatklep voor deze ideeën is zijn YouTube-kanaal, waar hij tutorials aanbiedt over het gebruik van sobere open source-softwaretoepassingen, waarbij hij zijn kijkers aanmoedigt om zich los te maken van de producten van Silicon Valley. Het kanaal is zowel relatief succesvol als lucratief, en zijn volgers geven hem een hoge beoordeling. Zijn videoʼs zijn ruim 18,7 miljoen keer bekeken, wat betekent dat hij op basis van de huidige cijfers misschien wel 31.100 dollar per jaar verdient aan zijn kanaal.

YouTube heeft bevestigd dat Smiths kanaal deel blijft uitmaken van hun partnerprogramma, wat inhoudt dat hij geld kan blijven verdienen aan zijn kanaal, maar dat ze één video met racistische opmerkingen, waarnaar de Guardian had gevraagd, hebben verwijderd.

Mediavertegenwoordigers van Google reageerden op verzoeken om commentaar met hun eigen verzoek om opheldering over vragen over Smiths kanaal en hun gemeenschapsrichtlijnen, maar gaven uiteindelijk geen commentaar.

Smith heeft de laatste tijd gebruikers gepusht in de richting van gedecentraliseerde, veerkrachtige sociale mediaplatforms in het zogenaamde ʻfediverse,ʼ een netwerk van onafhankelijke sociale mediasites die met elkaar communiceren en mensen in staat stellen om op verschillende sites met elkaar te communiceren. Dit biedt extreem-rechtse activisten de gelegenheid om te werk te gaan op een manier die het zeer moeilijk maakt om hen uit te schakelen.

Hoewel veel prominente programmeurs en voorstanders van zowel de open source-softwarebeweging als de ʻfediverseʼ gemotiveerd worden door progressieve, anti-corporate of anti-autoritaire politieke idealen, kunnen de door hen gemaakte instrumenten gebruikt worden om extreem-rechtse extremisten te beschermen tegen de gevolgen van hun haatzaaiende taal.

Het manipuleren van de open source-beweging voor snode doeleinden

De beweging voor vrije en open source-software heeft veel mensen aangetrokken met een progressieve politieke voorkeur, die deze software hebben gebruikt om digitale hulpmiddelen te verschaffen aan mensen met weinig geld, om nieuw leven te blazen in hardware die anders bij de groeiende berg e-afval terecht zou zijn gekomen, of om publieke instellingen van Barcelona tot Brasília niet langer afhankelijk te laten zijn van dure software.

Deskundigen zeggen echter dat het niet verrassend is dat iemand als Smith getolereerd of zelfs verwelkomd wordt door sommige elementen van de open source-cultuur.

Megan Squire is hoogleraar computerwetenschappen aan de Elon University, die onderzoek heeft gedaan naar zowel extreem-rechtse als open source-softwaregemeenschappen. Zij zegt dat ʻde dominante open source-cultuur er van oudsher een is van extreme vrouwenhaat, ongefundeerde meritocratie, giftigheid en misbruik van iedereen,ʼ en dat Smith een van diegenen is die zich verzet tegen pogingen om die cultuur te hervormen.

In de afgelopen jaren, en vooral sinds de Gamergate-beweging het onderzoek naar toxiciteit in de tech-sector heeft geïntensiveerd, hebben sommigen met gedragscodes gereageerd op het schaamteloze seksisme, antisemitisme en racisme online, nadat ze zich realiseerden dat dit gedrag hen feitelijk begon te schaden (Squire zegt dat ze geen ontwikkelaars meer konden werven en vasthouden).

Het voorzien in veiliger online-ruimtes voor gemarginaliseerde groepen is een groot deel van de motivatie van veel van de mensen die de onderliggende software hebben gemaakt. Op die platforms zijn hulpmiddelen voor moderatie en eenvoudige manieren om gevoelige inhoud te markeren standaard ingebouwd. Maar Smith behoort tot een kleine groep die herhaaldelijk protesteert tegen de invoering van gedragscodes binnen open source-projecten.

In een video die een week na de rellen in het Capitool werd opgenomen, toen sociale media verbodsbepalingen uitvaardigden tegen rechtse mensen als Donald Trump om verder geweld te voorkomen, zei Smith dat degenen die de censuur wilden omzeilen het Twitter-achtige platform Pleroma moesten gaan gebruiken.

Open source-software zoals Pleroma, Mastodon en Matrix reproduceert de functies van Twitter en stelt gebruikers in staat korte berichten naar hun volgers te sturen. Maar de implementatie en structuur ervan zijn veel gedecentraliseerder, zodat iedereen op zijn eigen server een eigen platform kan opzetten, waarna dat kan worden aangesloten op – of kan ʻfedererenʼ met – andere soortgelijke gemeenschappen.

Sommige open source-communicatieplatforms gaan nog een stap verder en maken helemaal korte metten met de noodzaak van servers door een ʻpeer-to-peerʼ-netwerk op te zetten. PeerTube stelt zijn gebruikers bijvoorbeeld in staat om videoʼs te bekijken op een vergelijkbare manier als YouTube, maar in plaats van deze vanaf een centrale server naar gebruikers te streamen, fungeert iedere gebruiker die een video bekijkt als een doorgeefluik.

De technische details zijn misschien minder belangrijk dan het praktische effect: niemand heeft zeggenschap over deze platforms; niemand is er de eigenaar van. Overheden en gebruikers kunnen druk uitoefenen op de grote sociale-mediabedrijven om problematische gebruikers of gemeenschappen te verbannen, maar niemand kan iemand ervan weerhouden zijn eigen server of peer-to-peer netwerk op te zetten.

Deze technologieën zijn dus in feite niet te controleren. Volgens een rapport van Emmi Bevensee, medeoprichter van onderzoeksadviesbureau Rebellious Data en de social media monitoring tool SMAT, pleiten extremisten hier al jaren voor, en ontwikkelen ze ze zelfs.

ʻIedere gemarginaliseerde gemeenschap weet hoe het is om systematisch de toegang te worden geweigerd,ʼ zegt Bevensee, die niet-binaire voornaamwoorden gebruikt. Bevensee wijst op de manier waarop groepen zoals sekswerkers platforms als Mastodon hebben geadopteerd, nadat ze erachter kwamen dat ze op andere platforms niet in staat waren hun diensten aan te prijzen.

Maar zoals het rapport van Bevensee laat zien, zijn peer-to-peer-platforms een tweesnijdend zwaard. ʻDe reden waarom ik ze als transseksuele antifascist wil, is dezelfde reden waarom een nazi ze wil; we hebben alleen tegengestelde doelen,ʼ aldus Bevensee.

ʻMaar weet je wie het echt niet begrijpt? De FBI,ʼ voegt Bevensee eraan toe: ʻWe hebben het hier over een technologie die niet kan worden gedagvaard en die niet in de gaten kan worden gehouden.ʼ Om privéchats op afstand te kunnen controleren, ʻzou je ieder apparaat in de wereld van een back door moeten voorzien.ʼ

Dit opent de weg voor extremisten om propaganda te maken en zich te organiseren op platforms die buiten het bereik liggen van zowel de juridische autoriteiten als de tech-giganten. Nadat de extreemrechts georiënteerde sociale mediasite Gab te maken kreeg met hostingproblemen en appstore-verboden, bouwde die zichzelf opnieuw op met de software van Mastodon, ondanks de vastberaden tegenstand van de makers en gebruikers van dat platform.

Naast de dubbelzinnige plek van Gab in de fediverse vond de Guardian tientallen servers die peer-to-peer, open source-tools gebruikten, exclusief ofwel in disproportionele mate gewijd aan extreem-rechtse politieke ideeën of complottheorieën waartegen mainstream sociale mediadiensten eerder hard waren opgetreden, zoals de ontkenning van het bestaan van het coronavirus, de ʻincelʼ-cultuur en het neonazisme.

Nu extreem-rechts onder druk staat van mainstream socialemediabedrijven en internethosts, zou dit alleen nog maar het begin kunnen zijn.

Maar deskundigen zeggen dat extremisten, ondanks hun steeds terugkerende klachten over de platforms van Silicon Valley, zo lang als ze kunnen voet aan de grond zullen proberen te houden in de mainstream. Zoals Squire zegt over Smiths internetactiviteiten: ʻWaarom hij nog steeds op YouTube actief is? Omdat daar de kijkers zijn, daar is het geld.ʼ

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Gezondheid Politiek

Had Covid-19 uitgeroeid kunnen worden?

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 3 maart 2021

fotografie: Dominique Cabrelli

Laura Spinney

Laura Spinney is wetenschapsjournalist en auteur. Haar meest recente boek is De Spaanse Griep: Hoe de pandemie van 1918 de wereld veranderde

Volledig van het virus afkomen lijkt inmiddels een onmogelijke opgave. Maar er zijn sterke argumenten die daar wel voor pleiten

Toen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een jaar geleden een rapport publiceerde waaruit bleek dat China een zeer besmettelijk virus had uitgeroeid in een stad met elf miljoen inwoners, ging epidemioloog Michael Baker ervan uit dat de WHO de rest van de wereld zou adviseren het voorbeeld van China te volgen. Toen dat tot zijn verbazing niet gebeurde, besloot hij dat Nieuw-Zeeland (vijf miljoen inwoners) zijn eigen weg moest gaan, en begon hij bij de regering te lobbyen om een eliminatiestrategie te volgen.

Hij trof enkele onverwachte bondgenoten onder de miljardairs van Nieuw-Zeeland die, toen zij hoorden wat hij had voorgesteld, op hun beurt ook ministers gingen bellen. Op 23 maart ging Nieuw-Zeeland in lockdown en zeven weken later bevonden de burgers zich in een virusvrij land. Baker, die schat dat de maatregel ongeveer achtduizend levens heeft gered, vroeg de miljardairs later waarom ze hem hadden gesteund: ʻZe zeiden: ‘Wij zijn niet stinkend rijk geworden door niet goed te zijn in het inschatten en beheersen van risicoʼs.ʼ Ze hadden oog voor de langere termijn.ʼ

De laatste tijd probeert Baker andere landen ervan te overtuigen dat het nog niet te laat is om over te schakelen op een eliminatiestrategie, en dat dat op de langere termijn beter voor hen zal zijn – zelfs nu er vaccins worden uitgerold, en zelfs als Covid-19, zoals de meeste wetenschappers denken, op weg is om endemisch te worden (wat betekent dat het nog lange tijd zal blijven circuleren onder delen van de wereldbevolking). Hij schat dat ongeveer een kwart van die wereldbevolking nu te maken heeft met eliminatiestrategieën, en dat dit aantal kan nog groeien. Europa overweegt een ʻno-Covidʼ-beleid, terwijl John Nkengasong, die aan het hoofd staat van de Centres for Disease Control and Prevention in Afrika, er ook voorstander van is voor zijn continent – ook al weet hij dat het een ambitieuze doelstelling is.

De rest van de wereld volgt een matigings- en onderdrukkingsstrategie, die inhoudt dat we zullen moeten leren leven met Covid-19 en er dus mee zullen moeten leren omgaan – waarbij we streven naar groepsimmuniteit langs de meest pijnloze weg die maar mogelijk is. Het voorbeeld voor deze aanpak is Anders Tegnell, de hoofdepidemioloog van Zweden, die mij vorige week vertelde dat eliminatie voor het grootste deel van de wereld een utopie is, omdat zelfs als een land er eenmaal in zou slagen dit te bereiken, het onmogelijk zou zijn om herintroducties te voorkomen zonder een kostbaar en potentieel beperkend bewakingsapparaat in stand te houden. Als de strategie zou mislukken, zou het land hoe dan ook moeten terugkeren naar een onderdrukkingsstrategie, maar dan zou de bevolking wel een veel hogere prijs hebben betaald. Ook hij gaat voor de lange termijn, zegt hij; ʻduurzaamheidʼ is zijn parool. Zo rechtvaardigt hij de geleidelijke verscherping van de beperkingen in zijn land, na een zeer ontspannen begin.

En zo wordt de wereld in tweeën gesplitst, waarbij ieder blok opereert vanuit een andere reeks veronderstellingen, in een soort herhaling van de koude oorlog, maar dan op het gebied van de volksgezondheid. Het ene blok gaat ervan uit dat Covid-19 kan worden uitgeroeid, het andere dat dat niet kan. Het tweede blok denkt dat het eerste een onmogelijke utopie najaagt, maar het eerste blok denkt dat die utopie kan worden verwezenlijkt als iedereen samenwerkt.

Epidemiologen bouwen veronderstellingen in hun modellen in als er sprake is van onzekerheid – als zij gegevens ontberen. De veronderstellingen waarvan gebruikt wordt gemaakt als er een nieuwe ziekte opduikt, zijn gebaseerd op ervaringen met andere ziekten. Dat moet ook wel. Voordat Covid-19 opdook, waren de meeste draaiboeken voor pandemieën gebaseerd op de griep, omdat de griep de meeste pandemieën in de geschiedenis heeft veroorzaakt. De griep verspreidt zich snel door een bevolking, omdat een besmette persoon anderen kan besmetten nog voordat zij symptomen ontwikkelen, en omdat de ziekte een korte seriële interval (de tijd tussen twee opeenvolgende besmettingen) van drie dagen heeft. Om deze redenen is men het erover eens dat de griep niet kan worden uitgeroeid; de ziekte kan alleen onder controle worden gehouden.

De coronavirussen gedragen zich anders. Tot 2020 zouden epidemiologen hebben gezegd dat ze konden worden geëlimineerd. Dat was de ervaring in 2003 met het severe acute respiratory syndrome (Sars), dat wordt veroorzaakt door een virus dat nauw verwant is aan het virus dat Covid-19 veroorzaakt, en met het Middle East respiratory syndrome (Mers), waarvan de uitbraken sinds 2012 plaatselijk onder controle zijn. Maar Covid-19 is een echte hersenbreker, die in geen enkel hokje past.

Covid-19 is besmettelijker dan Sars, Mers en de griep, wat betekent dat iedere besmette persoon een groter aantal andere mensen besmet, maar verspreidt zich langzamer dan de griep, met een seriële interval die ruwweg twee keer zo lang is. Covid-19 heeft ook een veel langere incubatieperiode, maar het is niet duidelijk in welke mate presymptomatische – of wat dat aangaat, asymptomatische – transmissie de verspreiding ervan beïnvloedt. Het percentage asymptomatische gevallen van Covid-19, waarvan men vroeger dacht dat het de overgrote meerderheid was, is naar beneden bijgesteld naar ongeveer 20 procent.

De dodelijkheid is ook van belang, omdat die bepaalt hoeveel moeite we willen doen om de ziekte in te dammen. Covid-19 lijkt vooralsnog minder dodelijk te zijn dan Sars, Mers en de ʻSpaanse griepʼ van 1918, maar dodelijker dan de seizoensgriep. De opkomst van nieuwe varianten verandert dit beeld, evenals verbeteringen in de patiëntenzorg. En natuurlijk heeft Covid-19 zich, in tegenstelling tot Sars en Mers, wereldwijd verspreid. Kunnen we het echt nog wel in toom houden?

Precedenten helpen niet echt. De WHO heeft eliminatieplannen voor een aantal ziekten, waaronder mazelen, dat veel besmettelijker is dan Covid-19, maar minder dodelijk. Dankzij dat plan is het jaarlijkse dodental als gevolg van de mazelen – waaraan vooral jonge kinderen ten prooi vallen – sinds 2000 met ruim 70 procent gedaald en bedraagt het nu ongeveer 140.000. Aarzeling om zich te laten inenten heeft de laatste tijd tot enige terugval geleid, maar Zweden behoort tot de landen die nog steeds ʻmazelenvrijʼ zijn. De WHO heeft geen plan voor de uitroeiing van Covid-19, maar sommige landen hebben dat wél voor elkaar gekregen, terwijl het andere landen bijna is gelukt. De WHO heeft ook geen plan voor de uitroeiing van de seizoensgriep, waaraan jaarlijks wereldwijd ongeveer 650.000 mensen overlijden, maar toch is de griep dit jaar zo goed als geëlimineerd – als nevenproduct van de inspanningen om Covid-19 in te dammen.

Er blijft veel onzekerheid bestaan rond Covid-19 – niet in het minst over het vermogen van vaccins om de verspreiding ervan tegen te gaan. Sommige dingen zijn echter pijnlijk duidelijk geworden. In de eerste plaats is eliminatie in een vroeg stadium veel makkelijker (zelfs Baker geeft toe dat de ʻvirusmoeheidʼ de kansen op succes nu heeft verminderd), en veel van de landen die hun zinnen erop hadden gezet, hebben dit gedaan toen zij nog bijna niets over de ziekte wisten. In de tweede plaats zal ieder land dat erin slaagt Covid-19 uit te roeien op zijn hoede moeten blijven voor herintroducties, zoals dat ook het geval is bij mazelen, rodehond en polio. In de derde plaats vormen landen die niet streven naar uitroeiing daarom een risico voor landen die dat wel doen. En in de vierde en belangrijkste plaats is het zo dat als regeringen eliminatie niet mogelijk achten, die eliminatie dus ook niet mogelijk is (maar als ze het wel mogelijk achten, kunnen ze uiteindelijk misschien per ongeluk ook nog een aantal andere ziekten elimineren). In deze zin is het echt een self-fulfilling prophecy.

Tegnell en Baker zijn het erover eens dat we pas over enige tijd – misschien zelfs tientallen jaren – zullen weten welke aanpak de juiste was, vanwege de noodzaak om de sociale, volksgezondheids- en economische gevolgen van iedere aanpak te beoordelen. Dat is waar. Maar wat belangrijker is, is dat een groot deel van de wereld aanvankelijk niet eens aan eliminatie heeft gedacht.

Er is vaak gezegd dat we altijd reageren op de laatste pandemie, en de meest recente, de H1N1-griep van 2009, was relatief mild. Oproepen tot eliminatie zouden toen zeker overdreven zijn bevonden. In de afgelopen vijfhonderd jaar heeft de mensheid gemiddeld drie pandemieën per eeuw gekend. Misschien zal de volgende mild zijn, misschien ook niet. Omdat we dat pas zullen weten als het zover is, moeten we toch op zijn minst kunnen besluiten om de volgende keer te overwegen de ziekte wél uit te bannen.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Kunst Politiek

Censuur in Spanje tegen rappers

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 1 maart 2021

fotografie: De Morgen

door Valtònyc

José Miguel Arenas Beltrán, in de volksmond bekend als Valtònyc, is een Spaanse rapper, oorspronkelijk afkomstig van Mallorca. Hij omschrijft zichzelf als een ʻindependentist.ʼ Zijn teksten zijn gebaseerd op een anti-kapitalistische, republikeinse en anti-fascistische ideologie.

De arrestatie van Hasél laat zien dat Spanje een probleem heeft met de vrijheid van ideologie. Maar mensen mogen niet bang zijn om liedjes te schrijven die tegen de macht ingaan

De arrestatie deze maand van Pablo Hasél, een Spaanse rapper die is veroordeeld wegens het verheerlijken van terrorisme en het beledigen van de monarchie in zijn teksten, heeft mij niet verbaasd. Toen ik achttien was, schreef ik een rapsong over de Spaanse koning. De politie arresteerde me en ik werd veroordeeld tot drie en een half jaar gevangenisstraf. De dag dat ze me naar de gevangenis wilden brengen, ben ik naar België gevlucht en daar zit ik nog steeds, ondanks de verwoede pogingen van Spanje om me te laten uitleveren. Het leek een grap – een gevangenisstraf van bijna vier jaar voor een liedje. Maar dat was het niet: achttien rappers in Spanje dreigen de gevangenis in te gaan wegens soortgelijke aantijgingen.

Rapmuziek heeft een lange geschiedenis van het uitleggen van waarheden en het vertellen van verhalen. Hiphop komt uit de VS, en weerspiegelt de woede van de zwarte Amerikanen: de muziek vertelt ons over hun ervaringen, hun strijd en het geweld dat ze hebben ondergaan. In mijn muziek spreek ik over het ingaan tegen de macht. Ik wil mezelf en mijn standpunten niet labelen, maar ik behoor tot de linkervleugel: ik ben voor de mensenrechten en tegen de tirannie van de economische macht. Net als drilrappers in het Verenigd Koninkrijk, of hiphopartiesten in de VS, heb ik de plicht om te praten over wat ik om me heen zie.

Rap heeft ook een geschiedenis van praten over mensen die vechten voor waar ze in geloven, inclusief degenen die wapens gebruiken. Hasél heeft hetzelfde recht om in zijn teksten te spreken over de [Baskische afscheidingsbeweging] ETA als een theaterregisseur of een boekauteur. Hasél heeft hetzelfde recht om te doen wat hij doet als Quentin Tarantino om geweld te tonen in zijn films, of als Nabokov om te schrijven over een man die verliefd is op een kind. Muziek is geen politiek pamflet of een artikel in een krant – het is fictie; het is kunst.

Mensen praten over de vrijheid van meningsuiting in Spanje als ze het over mijn zaak hebben, of over die van Hasél. Maar Spanje heeft geen probleem met de vrijheid van meningsuiting – het land heeft een probleem met de vrijheid van ideologie. Er zijn mensen in Spanje die zeggen dat het OK is om vrouwen te doden; die zeggen dat trans-mensen geen mensen zijn; die tegen het homohuwelijk zijn. Spanje was vier decennia geleden een dictatuur. En we hebben niet hetzelfde gedaan om met ons verleden af te rekenen als ze in Duitsland of in Italië hebben gedaan. Als je niet leert van je verleden, ben je gedoemd het te herhalen. De huidige regering van Spanje heeft gesproken over het afschaffen van de ʻmuilkorfwet,ʼ die door de vorige regering is ingevoerd en die de vrijheid van meningsuiting beperkt. Maar ze hebben er nog niets aan gedaan.

De ergste vorm van censuur is zelfcensuur. In Spanje zijn sommige rappers begonnen zichzelf te censureren omdat ze niet in de gevangenis wilden belanden. Mensen zijn bang om liedjes te schrijven die tegen de macht ingaan. En dat is echt triest. In een democratie, in de 21e eeuw, zouden regeringen muziek moeten steunen, zelfs als die tegen de macht ingaat en als die de macht een ongemakkelijk gevoel geeft. Vorig jaar heb ik een album gemaakt, EPD, met financiering van de Belgische overheid. Ze gaven me geld om precies datgene te doen wat de Spaanse regering me wil beletten.

De voorbeelden die we in Spanje hebben gezien – het geval van Hasél, mijzelf en de achttien anderen die gevangenisstraf boven het hoofd hangt – zijn van het soort dat je ziet in Iran, Turkije, Saoedi-Arabië of China. Het zou niet mogen gebeuren in een democratie. In de VS heeft Madonna ooit gepraat over het opblazen van het Witte Huis, en zij is niet in de gevangenis beland. Maar het wordt steeds erger in de wereld en de censuur neemt toe. Dat stuit mij tegen de borst. Je mag nooit met gevangenisstraf dreigen om artiesten het zwijgen op te leggen. Als ze iets zeggen wat jou niet bevalt, kun je gaan betogen bij hun optredens, kun je kritiek op ze leveren en kun je handtekeningen tegen hen gaan verzamelen. Je kunt je op vele manieren tegen hen verzetten. Maar je kunt niet – en je mag niet – met gevangenisstraf dreigen.

Ik heb de afgelopen dagen veel interviews gegeven, en veel Spaanse en Catalaanse media willen het hebben over het geweld tijdens de recente demonstraties. Maar daar gaat het niet om: demonstraties zijn een manier om verandering teweeg te brengen; sociale bewegingen, solidariteit en organisatie kunnen vooruitgang bewerkstelligen. Alleen het volk kan het volk redden. Dat is wat we altijd hebben gezien, door de hele geschiedenis heen.

Ik denk niet te veel na over mijn eigen toekomst. Ik studeer, ik leer Frans en Engels, en ik ben gefocust op mijn verblijf hier in België. Als ik op een dag terug mag keren naar Spanje, zal ik daar over nadenken. Maar ik wil mijn eigen leven leiden, niet het leven dat een rechter zegt dat ik moet leiden. Als ik echt iets verkeerds zou hebben gedaan, had België me allang uitgeleverd. Maar dat is niet gebeurd.

Er zijn ernstige problemen in Spanje: de politie heeft geweld gebruikt tegen mensen in Catalonië die probeerden te stemmen bij een referendum; de mensen die het referendum hebben georganiseerd zitten in de gevangenis; en Spanje heeft een van de hoogste armoedeniveauʼs onder jongeren in Europa. In Spanje is veel armoede, veel politiegeweld, veel corruptie. En het is volkomen terecht dat mensen liedjes maken om daartegen te protesteren.

• Dit artikel is gewijzigd op 1 maart 2021. Hasél is veroordeeld wegens verheerlijking van terrorisme en belediging van de monarchie, en daar niet slechts van beschuldigd, zoals in een eerdere versie stond.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Economie Politiek

Centrale banken zijn niet meer wat ze waren – en dat is maar goed ook

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 10 februari 2021

fotografie: Centre for International Governance Innovation

door Barry Eichengreen

Barry Eichengreen is hoogleraar economie aan de Universiteit van Californië te Berkeley en een voormalig senior beleidsadviseur bij het IMF

Banken pakken nu uiteenlopende problemen aan, of het nu gaat om Covid-19, klimaatverandering of ongelijkheid. Puristen zijn het er misschien niet mee eens, maar er is geen andere optie

We zijn eraan gewend om te denken dat de opdracht van de centrale banken beperkt blijft tot het handhaven van de prijsstabiliteit, of hoogstens gericht is op de inflatie, en dat ze tegelijkertijd moeten zorgdragen voor een soepele werking van het betalingssysteem. Maar met de wereldwijde financiële crisis van 2008 en nu Covid-19 hebben we gezien dat de centrale banken actief interveniëren om een groeiend aantal markten en activiteiten te ondersteunen, waarbij ze instrumenten gebruiken die veel verder gaan dan rentetarieven en transacties op de open markt.

Een voorbeeld is de Paycheck Protection Program Liquidity Facility van de Amerikaanse Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken), in het kader waarvan de Fed liquiditeit verstrekt aan kredietverleners die geld lenen aan kleine bedrijven die als gevolg van de pandemie in nood verkeren. Dit is duidelijk niet uw oude vertrouwde centrale bank.

Inmiddels horen we oproepen om dit toepassingsgebied nog verder uit te breiden. De president van de Europese Centrale Bank, Christine Lagarde en Fed-bestuurslid Lael Brainard hebben er allebei bij de centrale banken op aangedrongen de klimaatverandering aan te pakken. Tegen de achtergrond van de Black Lives Matter-beweging heeft afgevaardigde Maxine Waters uit Californië Fed-voorzitter Jerome Powell opgeroepen meer te doen tegen de ongelijkheid, in het bijzonder de raciale ongelijkheid.

Dergelijke oproepen verontrusten de puristen, die waarschuwen dat het opzadelen van de centrale banken met deze extra verantwoordelijkheden hen dreigt af te leiden van hun primaire doelstelling, de inflatiebeheersing. Zij waarschuwen dat het monetair beleid een bot instrument is om klimaatverandering en ongelijkheid aan te pakken; die zouden effectiever kunnen worden bestreden door het belasten van koolstofemissies of het versterken van sociale huisvestingswetten.

Bovenal vrezen de critici dat het nastreven van deze bijkomende doelstellingen de onafhankelijkheid van de centrale banken in gevaar zal brengen. De centrale banken genieten operationele onafhankelijkheid om een specifiek mandaat na te streven, omdat men het erover eens is dat de gemandateerde doelstellingen het best uit handen kunnen worden gehouden van gekozen functionarissen. Maar onafhankelijkheid betekent niet dat de centrale bankiers geen verantwoording verschuldigd zijn aan politici en de publieke opinie. Zij moeten hun daden verantwoorden en uitleggen hoe hun beleidsbeslissingen de gemandateerde doelstellingen bevorderen. Hun succes of falen kan worden beoordeeld aan de hand van de vraag of de centrale bank al dan niet haar onafhankelijk controleerbare doelstellingen heeft bereikt.

Met een sterk uitgebreid mandaat zou de relatie tussen beleidsinstrumenten en doelstellingen complexer worden. De motivering van beleidsbeslissingen zou moeilijker over te brengen zijn. Succes of falen zou lastiger te beoordelen zijn. Aangezien het monetaire beleid slechts een beperkte invloed heeft op de klimaatverandering of de ongelijkheid, zou het nastreven van dergelijke variabelen ervoor zorgen dat de centrale bank faalt in het bereiken van haar doelstellingen. En de frustratie over dat falen zou politici ertoe kunnen brengen de operationele onafhankelijkheid van de centrale bank te heroverwegen.

Deze argumenten zijn niet onzinnig. Tegelijkertijd mogen de centrale bankiers niet rustig in een hoekje gaan zitten slapen, terwijl we geconfronteerd worden met een noodsituatie waarin het alle hens aan dek is. Oproepen aan de centrale banken om de klimaatverandering en de ongelijkheid aan te pakken weerspiegelen het besef dat deze problemen het niveau van existentiële crises hebben bereikt. Als centrale bankiers ze niettemin zouden negeren, of zouden zeggen: ʻDeze dringende problemen kunnen het best door iemand anders worden aangepakt,ʼ zou hun reactie worden gezien als een hooghartig en gevaarlijk vertoon van onverschilligheid. Op dat moment zou hun onafhankelijkheid pas werkelijk in gevaar zijn.

Dus: wat te doen? Centrale banken beschikken als toezichthouders over instrumenten om de klimaatverandering aan te pakken, en hun verantwoordelijkheid om de integriteit en stabiliteit van het financiële stelsel te waarborgen geeft beleidsmakers het mandaat om die instrumenten ook te gebruiken. Zij kunnen uitgebreidere klimaatgerelateerde financiële informatieverplichtingen eisen. Zij kunnen strengere kapitaal- en liquiditeitsvereisten opleggen aan financiële instellingen, waarvan de activaportefeuilles hen blootstellen aan klimaatrisicoʼs. Dergelijke instrumenten zullen het financiële systeem ontmoedigen om ʻbruineʼ beleggingen te waarborgen.

Het probleem bij het begrijpen van de risicoʼs van de klimaatverandering voor de financiële stabiliteit is dat klimaatgebeurtenissen onregelmatig en niet-lineair zijn. Bij het modelleren ervan is het belangrijk dat de centrale banken de fouten vermijden die zij maakten bij het modelleren van Covid-19. Die problemen ontstonden omdat economen en epidemiologen in hun eigen siloʼs werkten. Men kan dus aan pleitbezorgers als Lagarde en Brainard vragen: Hoeveel klimaatwetenschappers hebben de centrale banken in dienst genomen? Wanneer zullen zij met hun werk beginnen?

Wat de ongelijkheid betreft hebben sommige centrale banken nu al het relevante mandaat. In de Verenigde Staten draagt de Community Reinvestment Act uit 1977 de toezichthouders, waaronder de Fed, op ervoor te zorgen dat gezinnen met een laag of gemiddeld inkomen voldoende toegang krijgen tot krediet. De Fed heeft deze verantwoordelijkheid gedelegeerd aan haar 12 regionale reservebanken, die zich elk op verschillende manieren van deze taak kwijten. Strengere richtlijnen van de Federal Reserve Board over hoe de gelijke toegang tot krediet precies moet worden verzekerd, met expliciete aandacht voor raciale ongelijkheid, zou de bestaande inspanningen versterken.

Voor andere centrale banken, zoals de ECB, zou het iets nieuws zijn om de toegang tot krediet voor minderheids- en kansarme groepen aan te pakken. Maar het Europees Parlement kan daartoe opdracht geven. En de Raad van Bestuur van de ECB kan samenwerken met de nationale instellingen die samen het Europees Stelsel van Centrale Banken vormen om aan deze oproep tegemoet te komen.

Het monetair beleid heeft gevolgen voor andere zaken dan inflatie en betalingen, zoals de klimaatverandering en de ongelijkheid. Het zou oneerlijk en zelfs gevaarlijk zijn als de centrale bankiers deze verbanden zouden ontkennen of zouden volhouden dat anderen deze problemen maar moeten oplossen. De beste weg voorwaarts voor de centrale bankiers is het monetaire beleid te gebruiken om inflatie tegen te gaan, terwijl ze hun toezichthoudende bevoegdheden richten op andere dringende problemen.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Economie Politiek

Corruptie voor iedereen!

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Spectator, 1 februari 2021

fotografie: Ulf Andersen

door Slavoj Zizek

Slavoj Zizek is cultuurfilosoof. Hij is senior onderzoeker aan het Instituut voor Sociologie en Filosofie van de Universiteit van Ljubljana, Global Distinguished Professor of German aan de Universiteit van New York, en internationaal directeur van het Birkbeck Institute for the Humanities van de Universiteit van Londen.
Zijn boek ‘Als een dief op klaarlichte dag‘ is onlangs verschenen bij onze uitgeverij Starfish Books.

Wat het verhaal van wallstreetbets ons vertelt

Toen de Kroatische filmregisseur Dario Jurican meedeed aan de presidentsverkiezingen van 2019 in zijn land, beloofde zijn campagneslogan – ʻcorruptie voor iedereenʼ – dat ook normale mensen zouden kunnen profiteren van de vriendjespolitiek. De mensen reageerden enthousiast, hoewel ze wisten dat het een grap was. Een soortgelijke dynamiek doet zich nu voor bij de wallstreetbets subreddit, die het financiële systeem ondermijnt door zich er te veel mee te identificeren of, beter gezegd, door het te universaliseren en zo de ingebouwde absurditeit ervan aan het licht te brengen.

Het verhaal is welbekend, maar laten we het even kort samenvatten. Wallstreetbets (WSB) is een online groep waarin miljoenen deelnemers de handel in aandelen en opties bespreken. Hij valt op door zijn godslasterlijke aard en de promotie van agressieve handelsstrategieën. De meeste leden zijn jonge amateurs die fundamentele beleggingspraktijken en risicobeheertechnieken negeren, zodat hun activiteit als gokken kan worden aangemerkt. De leden hebben onlangs massaal belegd (en anderen aangemoedigd om dit te doen) in de aandelen van GameStop (een bedrijf dat op de markt aan waarde had ingeboet), waardoor de koers van GameStop is gestegen en er nog meer paniek en schommelingen op de markt zijn ontstaan.

Het besluit om in GameStop te beleggen werd niet zozeer ingegeven door wat er met het bedrijf aan de hand was, maar eerder door de mogelijkheid om tijdelijk de waarde van de aandelen te verhogen en vervolgens met de koersschommelingen te spelen. Dit betekent dat er sprake is van een soort zelfreflexiviteit, die kenmerkend is voor wallstreetbets: wat er gebeurt in de bedrijven in wier aandelen de deelnemers beleggen is van secundair belang. De deelnemers rekenen in de eerste plaats op de gevolgen van hun eigen activiteiten (het massaal kopen of verkopen van de aandelen van een onderneming) voor de markt.

Critici zien in een dergelijke houding een duidelijk teken van nihilisme, van het reduceren van de aandelenhandel tot gokken – of, zoals een van de WSB-deelnemers het uitdrukte: ʻIk ben van een rationele belegger veranderd in een zieke, irrationele, wanhopige gokker.ʼ Dit nihilisme wordt het best geïllustreerd door de term ʻyoloʼ (You Only Live Once) die in deze gemeenschap wordt gebruikt om mensen aan te duiden die hun hele portefeuille riskeren aan de handel in één enkel aandeel of één enkele optie.

Maar het is niet eenvoudigweg nihilisme dat de deelnemers motiveert: hun nihilisme duidt op onverschilligheid ten aanzien van het eindresultaat – of, zoals Jeremy Blackburn, een universitair docent computerwetenschappen aan de Universiteit van Binghamton, het formuleerde: ʻHet is niet eens het doel dat telt. Het zijn de middelen. Het is het feit dat je deze weddenschap kunt aangaan, dat is waar de waarde van dit alles in schuilt. Natuurlijk, je kunt geld winnen, of je kunt blut raken, maar hoe dan ook heb je het spel gespeeld, en je hebt dat op een gekke manier gedaan.ʼ

In zijn psychoanalytische theorie maakt Jacques Lacan onderscheid tussen direct genot (van het object dat we willen) en surplus-genot. Veel mensen genieten bijvoorbeeld meer van de activiteit van het winkelen dan van wat ze daadwerkelijk kopen. De leden van wallstreetbets hebben dit surplus-genot van gokken op de effectenbeurs aan de oppervlakte gebracht.

De aantrekkingskracht van wallstreetbets houdt in dat miljoenen gewone mensen eraan deelnemen. Er is een nieuw front geopend in Amerikaʼs klassenstrijd – zoals Robert Reich tweette: ʻDus als ik het goed begrijp: Redditors die GameStop op de korrel nemen is marktmanipulatie, maar hedgefondsmiljardairs die short gaan in een aandeel is gewoon een beleggingsstrategie?ʼ Wie had dat nou verwacht – een klassenstrijd die is veranderd in een conflict tussen aandelenbeleggers en -handelaars zelf?

Het is dus opnieuw ʻkill the normies,ʼ om de titel van Angela Nagleʼs boek nog maar eens aan te halen. In dit geval zijn de ʻnormiesʼ de zogenaamde rationele beleggers en hedgefondsbeheerders. Maar deze keer moeten de normies daadwerkelijk worden ʻgedoodʼ (geëlimineerd). We bevinden ons in een situatie waarin Wall Street, het toonbeeld van corrupte speculatie en handel met voorkennis, dat zich altijd per definitie verzet tegen staatsinterventie en regulering, zich nu keert tegen oneerlijke concurrentie en oproept tot staatsinterventie. Kortom, wallstreetbets doet openlijk wat Wall Street decennialang in het geheim heeft gedaan.

De utopie van het populistisch kapitalisme – het ideaal van miljoenen mensen die overdag gewone arbeiders of studenten zijn en ʼs avonds met beleggingen spelen – is natuurlijk onmogelijk te verwezenlijken; het kan alleen maar uitlopen op een zelfvernietigende chaos. Maar ligt het niet in de aard van het kapitalisme om periodiek in crises terecht te komen – de Grote van 1928 en de financiële ineenstorting van 2008, om de twee bekendste voorbeelden te noemen – en daar zelfs nog sterker uit tevoorschijn te komen?

In al die oude gevallen was (en is) het echter onmogelijk om via marktmechanismen het evenwicht te herstellen, omdat de prijs te hoog is, zodat een massieve externe (staats)interventie nodig is. Kan de staat het spel dan weer controleren en de door wallstreetbets verwoeste normaliteit herstellen?

Wat is de oplossing? De excessen van wallstreetbets hebben de latente irrationaliteit van de beurs zelf aan het licht gebracht. Het is geen opstand tegen Wall Street, maar iets wat in potentie veel gevaarlijker is: het ondermijnt het systeem door zich ermee te over-identificeren, net als die presidentskandidaat in Kroatië dat deed met zijn plakkaat.

Ja, wat de leden van wallstreetbets doen is nihilistisch, maar het is een nihilisme dat inherent is aan de beurs zelf, een nihilisme dat in Wall Street al werkzaam is. Om dit nihilisme te overwinnen, zullen we uit het spel van de effectenbeurs moeten stappen. Het moment van socialisme ligt op de loer, wachtend om te worden aangegrepen, aangezien het centrum van het wereldwijde kapitalisme zelf uit elkaar begint te vallen.

Zal dit ook echt gebeuren? Vrijwel zeker niet, maar wat ons zorgen moet baren is dat deze jongste crisis een nieuwe onverwachte bedreiging is voor een systeem dat al van meerdere kanten wordt aangevallen (door de pandemie, de opwarming van de aarde, sociale protesten…). Bovendien komt deze bedreiging uit het hart van het systeem zelf en niet van buitenaf. Er is een explosief mengsel in de maak, en hoe langer de explosie wordt uitgesteld, hoe verwoestender zij kan zijn.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Economie Gezondheid Politiek

Joe Biden moet het anders gaan aanpakken

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 20 januari 2021

fotografie: WikiPedia

door Bernie Sanders

Bernie Sanders is een Amerikaanse senator uit Vermont. Zijn boek Onze revolutie is in Nederland verschenen bij Starfish Books.

Iedere dag overlijdt nu een recordaantal van vierduizend Amerikanen aan Covid-19, terwijl de federale regering klungelt met de productie en distributie van vaccins, en met het testen en opsporen van mensen. Te midden van de ergste pandemie in honderd jaar zijn ruim 90 miljoen Amerikanen onverzekerd of onderverzekerd, en kunnen zij het zich niet veroorloven naar een dokter te gaan als ze ziek worden. Het isolement en de angst als gevolg van de pandemie hebben geleid tot een enorme toename van het aantal geesteszieken.

Ruim de helft van de Amerikaanse werknemers leeft van loonstrookje tot loonstrookje, waaronder miljoenen essentiële werknemers die iedere dag hun leven op het spel zetten. Ruim 24 miljoen Amerikanen zijn werkloos, hebben te weinig werk of hebben het zoeken naar werk opgegeven, terwijl de honger in dit land het hoogste niveau in decennia heeft bereikt.

Door gebrek aan inkomsten dreigen 40 miljoen Amerikanen uit hun huis te worden gezet, en zijn veel mensen duizenden euroʼs aan achterstallige huur verschuldigd. Dit komt bovenop de 500.000 mensen die al dakloos zijn.

Intussen worden de rijkste mensen in dit land alleen maar rijker en neemt de inkomens- en vermogensongelijkheid sterk toe. Ongelooflijk genoeg hebben 650 miljardairs in Amerika tijdens de pandemie hun rijkdom met meer dan 1 miljard dollar zien toenemen.

Als gevolg van de pandemie is het onderwijs in dit land, van de kinderopvang tot de middelbare school, een chaos. De meeste jongeren hebben hun opleiding ontwricht zien worden, en waarschijnlijk zullen honderden hogescholen en universiteiten binnenkort ophouden te bestaan.

De klimaatverandering teistert de planeet met een ongekend aantal bosbranden en extreme weersverstoringen. Wetenschappers zeggen dat we nog maar een paar jaar hebben voordat ons land en de wereld onherstelbare schade toegebracht zal zijn.

En te midden van dit alles hebben de fundamenten van de Amerikaanse democratie te maken met een ongekende aanval. We hebben een president gehad die koortsachtig heeft gewerkt aan het ondermijnen van die democratie en heeft aangezet tot geweld tegen de regering en de grondwet, die hij heeft gezworen te zullen verdedigen. Tegen alle bewijzen in geloven tientallen miljoenen Amerikanen in de Grote Leugen van Trump dat hij de verkiezingen met een overweldigende meerderheid van de stemmen heeft gewonnen, en dat de overwinning hem en zijn aanhangers is ontstolen. Ter ondersteuning van Trump werden in het hele land gewapende rechtse milities gemobiliseerd.

In deze tijd van ongekende crises moeten het Congres en de regering-Biden reageren met ongekende maatregelen. Geen business as usual meer. Niet langer hetzelfde oude beleid.

De Democraten, die nu het Witte Huis, de Senaat en het Huis van Afgevaardigden controleren, moeten de moed opbrengen om het Amerikaanse volk te laten zien dat de overheid effectief en snel kan reageren op hun pijn en bezorgdheid. Als aankomend voorzitter van de begrotingscommissie van de Senaat is dat precies wat ik van plan ben te gaan doen.

Wat betekent dit alles voor de gemiddelde Amerikaan?

Het betekent dat we de pandemie agressief de kop gaan indrukken en dat we het Amerikaanse volk in staat zullen stellen terug te keren naar werk en school. Dit vereist een door de federale overheid geleid noodprogramma om de benodigde hoeveelheid vaccins te produceren en deze zo snel mogelijk bij de mensen te krijgen.

Het betekent dat we er tijdens de ernstige economische neergang die we nu doormaken voor moeten zorgen dat alle Amerikanen de financiële middelen ontvangen die ze nodig hebben om een waardig leven te kunnen leiden. We moeten de onlangs goedgekeurde rechtstreekse uitkering van 600 dollar aan iedere volwassene en ieder kind uit de arbeidersklasse verhogen tot 2000 dollar, het minimumloon verhogen tot 15 dollar per uur, de werkloosheidsuitkeringen uitbreiden en huisuitzetting, dakloosheid en honger voorkomen.

Het betekent dat we, tijdens deze razende pandemie, gezondheidszorg voor iedereen moeten garanderen. We moeten ook een einde maken aan de internationale schande dat de Verenigde Staten het enige grote land ter wereld zijn waar werknemers geen betaald verlof om gezins- of medische redenen genieten.

Het betekent dat voorschools onderwijs en kinderopvang universeel beschikbaar moeten zijn voor ieder gezin in Amerika.

Ondanks wat u misschien hebt gehoord, is er geen reden waarom we niet al deze dingen zouden kunnen doen. Door middel van ʻbudget reconciliation,ʼ een proces waar slechts een eenvoudige meerderheid van stemmen in de Senaat voor nodig is, kunnen we snel handelen en deze noodwetgeving goedkeuren.

Maar dat is niet genoeg. Dit jaar moeten we ook een tweede wet op de ʻbudget reconciliationʼ aannemen die betrekking heeft op de grote structurele veranderingen die ons land dringend nodig heeft. Uiteindelijk moeten we de groteske inkomens- en vermogensongelijkheid ongedaan maken, en een land creëren dat werkt voor iedereen en niet slechts voor enkelen. Amerikanen mogen niet langer verstoken blijven van de economische basisrechten die in vrijwel ieder ander groot land wel gegarandeerd worden.

Dit betekent dat die tweede wet op de ʻbudget reconciliationʼ moet worden gebruikt om miljoenen goedbetaalde banen te creëren, teneinde onze afbrokkelende infrastructuur te herstellen en betaalbare woningen te bouwen, onze scholen te moderniseren, de klimaatverandering te bestrijden, en massaal te investeren in energie-efficiëntie en duurzame energie.

Het betekent dat openbare hogescholen, universiteiten, handelsscholen en historisch zwarte hogescholen en universiteiten collegegeldvrij moeten worden, en dat de schandalig hoge studieschulden van werkende gezinnen krachtig moeten worden aangepakt.

En het betekent dat de rijkste Amerikanen en de meest winstgevende bedrijven hun eerlijke deel van de belastingen zullen moeten gaan betalen. We kunnen niet blijven toestaan dat winstgevende bedrijven zoals Amazon miljarden dollars verdienen en netto geen federale inkomstenbelasting afdragen. En het kan niet zo zijn dat miljardairs een lager belastingtarief genieten dan Amerikanen uit de arbeidersklasse. We hebben een echte belastinghervorming nodig.

Er is geen reden waarom Joe Biden binnen de eerste honderd zittingsdagen van het nieuwe Congres niet twee belangrijke wetsvoorstellen zou kunnen ondertekenen, waarmee de meeste van de hierboven opgesomde doelstellingen verwezenlijkt kunnen worden. We kunnen niet toestaan dat Mitch McConnell en de Republikeinse leiders wetgeving saboteren die het leven van miljoenen werkende Amerikanen zou verbeteren en razend populair is.

Laten we nooit vergeten dat toen de Republikeinen de Senaat controleerden, ze het reconciliation budget hebben gebruikt om biljoenen dollars aan belastingvoordelen door te drukken, voornamelijk voor de rijkste 1 procent van de bevolking en de multinationale ondernemingen. Bovendien zagen zij kans binnen zeer korte tijd de benoeming van drie rechtse rechters in het Amerikaanse Hooggerechtshof door te drukken, met een eenvoudige meerderheid van stemmen.

Als de Republikeinen het reconciliation budget wisten te gebruiken om de rijken en machtigen te beschermen, kunnen wij het nu gebruiken om de werkende gezinnen, de zieken, de ouderen, de gehandicapten en de armen te beschermen.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Economie Politiek

We moeten de macht van de technologiereuzen inperken

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 16 januari 2021

fotografie: WikiPedia

door John Naughton

John Naughton is senior research fellow aan het Centre for Research in the Arts, Social Sciences and Humanities (CRASSH) van de Universiteit van Cambridge, waar hij (samen met professor Richard Evans en professor David Runciman) hoofdonderzoeker is van het onderzoeksproject over ʻConspiracy and Democracy.ʼ Hij is tevens emeritus-hoogleraar in het publieke begrip van technologie aan The Open University.

De verbanning van de voormalige Amerikaanse president heeft geleid tot een furieus debat over online-opinies, maar maakt deel uit van een bredere discussie

De afgelopen weken is het griezelig stil geweest op de sociale media. Dat komt doordat Trump en zijn sekteleden ʻin de ban gedaanʼ werden. Door hem te verbannen heeft Twitter in feite de megafoon weggehaald die Trump sinds zijn deelname aan de presidentsverkiezingen van 2016 zo meesterlijk heeft benut. De schok van de aanval op het Capitool van 6 januari was groot genoeg om zelfs Mark Zuckerberg ervan te overtuigen dat de stekker er eindelijk uit moest. En zo geschiedde het, zelfs tot op het punt dat Amazon Web Services de hosting van Parler beëindigde, een Twitter-alternatief voor alt-right extremisten.

De oorverdovende stilte die volgde op deze maatregelen werd echter tenietgedaan door een explosie van commentaren over de gevolgen hiervan voor de vrijheid, de democratie en de toekomst van de beschaving zoals wij die kennen. Wadend door deze stortvloed van meningen over het first amendment, de vrijheid van meningsuiting, censuur, de macht van de technologiebedrijven en de ʻverantwoordingsplichtʼ (wat dat ook moge betekenen), was het soms moeilijk je te oriënteren. Maar wat mij voortdurend te binnen schoot was het scherpzinnige inzicht van H.L. Mencken dat ʻer voor ieder complex probleem een antwoord is dat duidelijk, eenvoudig en fout is.ʼ De lucht vulde zich met mensen die dergelijke antwoorden aanprezen.

Te midden van deze discursieve chaos waren er echter een paar algemene themaʼs te onderscheiden. Het eerste daarvan benadrukte de culturele verschillen, vooral die tussen de VS met zijn heilige first amendment enerzijds, en Europese en andere samenlevingen, met hun meer ambivalente geschiedenis van het modereren van de vrijheid van meningsuiting, anderzijds. Het probleem van deze discussie is dat het first amendment gaat over overheidsregulering van de vrijheid van meningsuiting en niets te maken heeft met de technologiebedrijven, die op hun platformen vrij zijn om te doen wat ze willen.

Een tweede thema zag als de hoofdoorzaak van het probleem het soepele toezichtsklimaat in de VS van de afgelopen drie decennia, dat heeft geleid tot de opkomst van een paar gigantische technologiebedrijven die in feite de gastheer zijn geworden voor een groot deel van het publieke domein. Als er veel meer Facebooks, YouTubes en Twitters zouden zijn, zo luidt het tegenargument, zou de censuur minder effectief en problematisch zijn omdat iedereen die de toegang tot één van die platforms geweigerd zou worden altijd ergens anders zijn toevlucht zou kunnen zoeken.

Dan waren er nog argumenten over macht en verantwoordingsplicht. In een democratie moeten degenen die beslissen over de vraag welke uitspraken aanvaardbaar zijn en welke niet, democratisch verantwoordingsplichtig zijn. ʻHet feit dat een CEO de stekker uit de luidspreker van de president van de Verenigde Staten kan trekken zonder enige checks and balances,ʼ fulmineerde EU-commissaris Thierry Breton, ʻis niet alleen een bevestiging van de macht van deze platforms, maar toont ook de diepe zwakheden van de manier waarop onze samenleving in de digitale ruimte is georganiseerd.ʼ Of, anders gezegd: wie heeft de bazen van Facebook, Google, YouTube en Twitter eigenlijk gekozen?

Wat ontbrak in het discours was de vraag of het probleem dat aan het licht kwam door de plotselinge verbanning van Trump, zijn medewerkers en zijn volgers überhaupt wel oplosbaar is – althans op de manier waarop het tot nu toe is geformuleerd. De paradox dat het internet een mondiaal systeem is, maar dat het recht territoriaal (en cultuurgebonden) is, is van oudsher een manier geweest om een einde te maken aan discussies over hoe de technologie onder democratische controle gebracht kan worden. En dit heeft de hele tijd een rol gespeeld in het debat, als een stuk prikkeldraad dat iedereen die trachtte vooruit te komen in het moeras heeft laten struikelen.

Dit alles duidt erop dat het de moeite waard is een poging te doen het probleem op een meer productieve manier te herformuleren. Een interessante suggestie voor hoe dat zou kunnen deed zich onlangs voor in de vorm van een goed doordachte Twitter-thread van Blayne Haggart, een Canadese politicoloog. Vergeet de vrijheid van meningsuiting even, zo opperde hij, en denk aan een analoog probleem op een ander terrein – dat van het bankwezen. ʻVerschillende samenlevingen gaan op uiteenlopende manieren om met financiële risicoʼs,ʼ schreef hij, ʻmet uiteenlopende regimes op het gebied van het toezicht. Net zoals landen vrij zijn om hun eigen bankregels te bepalen, zouden ze vrij moeten zijn om sterke voorwaarden, waaronder eigendomsregels, op te leggen aan de manier waarop platforms op hun grondgebied functioneren. Beslissingen van een bedrijf in het ene land zouden niet bindend moeten zijn voor de burgers in een ander land.ʼ

In deze zin kan HSBC weliswaar een ʻmondialeʼ bank zijn, maar als zij in het Verenigd Koninkrijk actief is, moet ze zich aan de Britse regels houden. En wanneer zij in de VS actief is, moet ze de regels van die jurisdictie volgen. Als je dit concept naar de technologiesector vertaalt, lijkt het erop dat het tijd is te stoppen met het aanvaarden van de beweringen van de technologiereuzen dat zij hypermondiale bedrijven zijn, terwijl het in feite Amerikaanse bedrijven zijn die in veel rechtsgebieden over de hele wereld actief zijn, zo weinig mogelijk lokale belasting betalen en zich tegen lokale regelgeving verzetten, met alle lobbymiddelen die zij maar kunnen gebruiken. Facebook, YouTube, Google en Twitter kunnen zo schijnheilig blaten als ze willen over de vrijheid van meningsuiting en het first amendment in de VS, maar als ze in onze contreien opereren, bijvoorbeeld als Facebook UK, dan zijn het slechts Britse dochterondernemingen van een Amerikaans bedrijf dat is opgericht in Californië. En deze dochterondernemingen moeten de Britse wetten gehoorzamen inzake laster, haatdragende taal enzovoorts, evenals andere wetten die niets te maken hebben met het first amendment. O ja, en ze moeten belasting betalen over hun lokale inkomsten.

Vertaling: Menno Grootveld

Categorieën
Politiek

Trump heeft het populisme verraden

Oorspronkelijke tekst (Engels): RT, 11 januari 2021

fotografie: Ulf Andersen

door Slavoj Zizek

Slavoj Zizek is cultuurfilosoof. Hij is senior onderzoeker aan het Instituut voor Sociologie en Filosofie van de Universiteit van Ljubljana, Global Distinguished Professor of German aan de Universiteit van New York, en internationaal directeur van het Birkbeck Institute for the Humanities van de Universiteit van Londen.
Zijn boek ‘Als een dief op klaarlichte dag‘ is onlangs verschenen bij onze uitgeverij Starfish Books.

Bij zijn onberekenbare pogingen om zich vast te grijpen aan de macht doet de vertrekkende Amerikaanse president Donald Trump om de verkeerde redenen het juiste. Het ondemocratische kiesstelsel moet worden ontmanteld, maar hij heeft niet het belang van zijn aanhangers voor ogen.

Toen de Britse arrondissementsrechter Vanessa Baraitser de Amerikaanse eis om Julian Assange uit te leveren verwierp, gaven veel linkse en liberale critici commentaar op deze uitspraak in bewoordingen die herinneren aan de beroemde regels uit T.S. Eliots Murder in the Cathedral: “The last temptation is the greatest treason / To do the right deed for the wrong reason.” (De laatste verleiding is het grootste verraad / Om het juiste te doen om de verkeerde reden.) In het stuk is Becket bang dat ʻhet juisteʼ dat hij wil doen (de beslissing om de koning te weerstaan en zichzelf op te offeren) gegrond is op een ʻverkeerde redenʼ (zijn egoïstische zoektocht naar de glorie van de heiligheid). Hegel zou op zijn probleem hebben gereageerd door te zeggen dat het in onze daden gaat om de publieke inhoud ervan: als ik een heldhaftig offer breng, dan is het dát wat telt, los van mijn privé-motieven, die ziekelijk van aard kunnen zijn.

Maar de weigering om Assange uit te leveren aan de VS is een ander geval: het was duidelijk het juiste om te doen, maar wat verkeerd is zijn de publiekelijk uitgesproken redenen om het te doen. De rechter was het volledig eens met de bewering van de Amerikaanse autoriteiten dat de activiteiten van Assange buiten het domein van de journalistiek vielen en rechtvaardigde haar beslissing uitsluitend op grond van zijn geestelijke gezondheid – ze zei: ʻDe algemene indruk is die van een depressieve en soms wanhopige man, die oprecht bang is voor zijn toekomst.ʼ Ze voegde eraan toe dat Assangeʼs hoge intelligentie betekent dat hij er waarschijnlijk in zou slagen om zichzelf van het leven te beroven.

Het inroepen van de geestelijke gezondheid is dus een excuus voor het bieden van gerechtigheid – de impliciete maar duidelijke publieke boodschap van de rechter is: ʻIk weet dat de beschuldiging niet klopt, maar ik ben niet bereid om dat toe te geven, dus concentreer ik me liever op de geestelijke gezondheid.ʼ (Plus, nu de rechtbank ook borgtocht voor Assange heeft afgewezen, zal hij in eenzame opsluiting in de gevangenis moeten blijven, hetgeen hem juist tot zijn zelfmoordplannen had aangezet…) Assangeʼs leven is (misschien) gered, maar zijn Missie – de vrijheid van de pers, de strijd voor het recht om alle misdaden van staten openbaar te maken – blijft een misdaad. Dit is een indicatief voorbeeld van wat het humanisme van onze rechtbanken werkelijk inhoudt.

Maar dit alles is algemeen bekend – wat we zouden moeten doen is de dichtregels van T.S. Eliot toepassen op twee andere recente politieke gebeurtenissen. Is de komedie die op 6 januari in Washington plaatsvond niet het laatste bewijs – als er al een nodig was – dat Assange niet aan de VS moet worden uitgeleverd? Het zou net zoiets zijn als het aan China uitleveren van dissidenten die uit Hongkong zijn ontsnapt.

De eerste gebeurtenis: toen Trump druk uitoefende op Mike Pence, zijn vice-president, om de verkiezingsuitslag niet te certificeren, vroeg hij Pence ook om het juiste te doen om de verkeerde reden: ja, het Amerikaanse kiesstelsel is vervalst en gecorrumpeerd, het is één grote fopspeen, georganiseerd en gecontroleerd door de ʻdeep state.ʼ De implicaties van Trumps eis zijn interessant: hij stelde dat Pence, in plaats van gewoon te handelen in zijn grondwettelijk voorgeschreven proforma-rol, de certificering van de stembusuitslag in het Congres had kunnen vertragen of belemmeren.

Nadat de stemmen zijn geteld, moet de vice-president gewoon de uitslag bekendmaken, waarvan de inhoud vooraf is bepaald – maar Trump wilde dat Pence zou handelen alsof hij een echte beslissing nam… Wat Trump eiste was geen revolutie, maar een wanhopige poging om zijn huid te redden door Pence te dwingen binnen de institutionele orde te handelen, door de letter van de wet letterlijker te nemen dan hij bedoeld was.

De tweede gebeurtenis: toen pro-Trump-betogers op 6 januari het Capitool binnenvielen, deden ze eveneens het juiste om de verkeerde redenen. Ze hadden gelijk toen ze protesteerden tegen het Amerikaanse kiesstelsel, met zijn gecompliceerde mechanismen die tot doel hebben een rechtstreekse uiting van ontevredenheid van het volk onmogelijk te maken (dit werd duidelijk gesteld door de Founding Fathers zelf). Maar hun poging was geen fascistische coup – voordat ze aan de macht komen, sluiten fascisten doorgaans een overeenkomst met het grootkapitaal, maar nu ʻmoet Trump uit zijn ambt worden gezet om de democratie overeind te houden, zeggen de leiders van het bedrijfsleven

Heeft Trump dus de betogers tegen het grootkapitaal opgezet? Niet echt: bedenk dat Steve Bannon uit het Witte Huis werd gegooid nadat hij zich niet alleen had verzet tegen het belastingplan van Trump, maar ook openlijk had gepleit voor het verhogen van de belastingen voor de rijken naar 40 procent, en bovendien had betoogd dat het redden van banken met overheidsgeld ʻsocialisme voor de rijkenʼ is.

Trump die de belangen van gewone mensen verdedigt is als Citizen Kane uit de klassieke film van Orson Welles – wanneer een rijke bankier hem ervan beticht het op te nemen voor de arme meute, antwoordt hij: ja, zijn krant spreekt voor het arme gewone volk om het echte gevaar te voorkomen dat het arme gewone volk voor zichzelf zal spreken.

Moerasdier met een populistische façade

Zoals Yuval Kremnitzer heeft aangetoond, is Trump een populist die binnen het systeem blijft. Zoals elk populisme wantrouwt ook zijn versie de politieke vertegenwoordiging en doet het alsof het rechtstreeks voor het volk spreekt – het klaagt over de manier waarop zijn handen gebonden zijn door de ʻdeep stateʼ en het financiële establishment, dus de boodschap luidt: ʻAls onze handen niet gebonden zouden zijn, zouden we onze vijanden voor eens en altijd kunnen uitschakelen.ʼ

In tegenstelling tot het oude autoritaire populisme (zoals het fascisme), dat bereid is de formeel-representatieve democratie af te schaffen en werkelijk de macht over te nemen en een nieuwe orde op te leggen, heeft het huidige populisme geen coherente visie op een of andere nieuwe orde – de positieve inhoud van zijn ideologie en politiek is een inconsistent samenraapsel van maatregelen om ʻonze eigenʼ armen om te kopen, de belastingen voor de rijken te verlagen, de haat te richten op de immigranten en op onze eigen gecorrumpeerde elite die banen uitbesteedt, enz. Daarom willen de huidige populisten zich niet echt ontdoen van de gevestigde representatieve democratie en de macht ook niet volledig overnemen: ʻzonder de “boeien” van de liberale orde om tegen te strijden, zou nieuw rechts daadwerkelijk echte actie moeten ondernemen,ʼ en dit zou de leegte van hun programma duidelijk maken. De huidige populisten kunnen alleen functioneren door hun doel oneindig lang uit te stellen, omdat ze alleen maar kunnen functioneren als tegenstander van de ʻdiepe staatʼ van het liberale establishment: ʻNieuw rechts probeert niet, althans niet in dit stadium, een opperste waarde te vestigen – bijvoorbeeld de natie, of de leider – die de wil van het volk volledig tot uitdrukking zou brengen en daardoor de afschaffing van de vertegenwoordigingsmechanismen mogelijk zou maken en misschien zelfs zou vergen.ʼ

Wat dit betekent, is dat de echte slachtoffers van Trump zijn gewone aanhangers zijn, die zijn gebrabbel tegen liberale zakelijke elites en grote banken serieus nemen. Hij is de verrader van zijn eigen populistische zaak. Zijn liberale critici beschuldigen hem ervan dat hij zijn aanhangers schijnbaar alleen maar controleert, terwijl hij echt aan hun kant zou staan en hen zou aanzetten tot gewelddadig handelen. Maar hij staat NIET echt AAN hun kant. Op de ochtend van 6 januari richtte hij zich tot de betogers: ʻWe gaan naar het Capitool lopen. En we gaan onze dappere senatoren en Congresleden aanmoedigen. En we gaan waarschijnlijk niet zo hard juichen voor sommigen van hen, want je kunt ons land nooit terugpakken met zwakheid, je moet kracht tonen en je moet sterk zijn.ʼ Maar toen de meute dit deed en optrok naar het Capitool, trok Trump zich terug in het Witte Huis en keek hij op de televisie hoe het geweld zich op Capitol Hill ontvouwde.

Ontmaskering van de nepdemocratie

Wilde Trump echt een coup plegen? Het ondubbelzinnige antwoord luidt: NEE. Toen de meute het Capitool binnendrong, legde hij een verklaring af: ʻIk ken jullie pijn. We hadden een verkiezing die van ons gestolen werd. Het was een aardverschuiving, en iedereen weet het, vooral de andere partij. Maar jullie moeten nu naar huis gaan. We moeten vrede hebben. We moeten recht en orde hebben.ʼ Trump gaf zijn tegenstanders de schuld van het geweld en prees zijn aanhangers, door te zeggen: ʻWe mogen deze mensen niet in de kaart spelen. We moeten vrede hebben. Dus ga naar huis. We houden van jullie, jullie zijn heel bijzonder.ʼ

En toen de menigte zich begon te verspreiden, plaatste Trump een tweet ter verdediging van de acties van zijn aanhangers die het Capitool bestormden en vernielden: ʻDit zijn de dingen die gebeuren als een heilige verkiezingsoverwinning zo ongefundeerd en wreed van je wordt gestolen.ʼ Hij sloot zijn tweet af met: ʻOnthoud deze dag voor altijd!ʼ Ja, dat moeten we doen, want hij toonde de valsheid van de Amerikaanse democratie en de valsheid van het populistische protest ertegen. Slechts een paar verkiezingen in de VS hebben er echt toe gedaan – zoals de Californische gouverneursverkiezingen van 1934: de Democratische kandidaat Upton Sinclair verloor omdat het hele establishment een voorheen ongehoorde campagne van leugens en laster organiseerde (Hollywood heeft gezegd dat, als Sinclair wint, het naar Florida zal verhuizen, enz.).

Op donderdag 7 januari hield Trump nóg een korte toespraak waarin hij, in tegenspraak met wat hij eerder had gezegd, de aanval op het Capitool ondubbelzinnig veroordeelde als een bedreiging voor de openbare orde en beloofde mee te zullen werken aan de vreedzame overdracht van de macht. Hoewel hij dit waarschijnlijk zei uit angst voor zijn persoonlijke lot, bevestigde deze daad dat hij lid was en is van het establishment – niet eens een rechtse held, maar een lafaard. Geen wonder dat grote aantallen van zijn fans hem nu al ʻeen verraderʼ noemen, onderdeel van het Washingtonse ʻmoerasʼ dat hij had beloofd te zullen droogleggen. Dit betekent natuurlijk niet dat zijn aanhangers op wat voor manier dan ook progressieven zijn die door Trump verraden werden: ze hebben hun feitelijke grieven op een rechts-populistische manier geuit. Er zit een kern van waarheid in hun klachten, maar die hebben ze zelf verraden door de vorm van hun activiteit. Hoe gek het ook mag klinken: als ze het serieus menen moeten ze zich bij Bernie Sanders aansluiten.

De woedende, ontevreden meute die het parlement aanvalt namens een populaire president die door parlementaire manipulaties van zijn macht is beroofd … klinkt dat bekend? Ja: dit had in Brazilië of in Bolivia moeten gebeuren – daar zou de menigte van de aanhangers van de president het volste recht hebben gehad om het parlement te bestormen en hun president opnieuw te installeren. In de VS was een heel ander spel aan de gang. Laten we dus hopen dat wat er op 6 januari in Washington is gebeurd op zijn minst een einde zal maken aan de obsceniteit van het sturen van waarnemers door de VS naar verkiezingen in andere landen, teneinde hun eerlijkheid te beoordelen – nu hebben de Amerikaanse verkiezingen zelf buitenlandse waarnemers nodig. De VS zijn een schurkenstaat, en niet pas toen Trump president werd: de aanhoudende (bijna) burgeroorlog legt een breuk bloot die er de hele tijd al was.

Vertaling: Menno Grootveld