Categorieën
Filosofie Klimaat

De coronacrisis als opmaat voor de klimaatcrisis

Oorspronkelijke tekst (Frans): Le Monde, 25 maart 2020

fotografie: Manuel Braun

door Bruno Latour

Bruno Latour is socioloog en filosoof, en de auteur van (onder meer) Les microbes. Guerre et paix en Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het nieuwe klimaatregime (Octavo, 2018).

Voor degenen die zich achter de frontlinie bevinden en aan wie men uit solidariteit heeft gevraagd om niets te doen is het beslist zeer welkom dat de algehele ʻlockdownʼ toevallig samenvalt met de vastentijd. Dit verplichte vasten, deze seculiere en republikeinse ramadan, biedt hen de kans om te overdenken wat nu eigenlijk wél en wat niet belangrijk is.

Het zou zomaar kunnen dat de interventie van het virus een soort generale repetitie is voor de volgende crisis, waarin iedereen een complete verandering van zijn of haar levensomstandigheden zal ondergaan, in alle aspecten van het dagelijks bestaan. Net als vele anderen denk ik dat de coronacrisis een opmaat is voor de klimaatcrisis. Deze hypothese moet nog wel aan een nadere beproeving onderworpen worden.

Het virus is maar één schakel in een hele keten

Wat het met elkaar in verband brengen van deze twee crises legitimeert is het plotselinge en pijnlijke besef dat de klassieke definitie van een samenleving – het samenzijn van mensen onder elkaar – betekenisloos is geworden. De toestand van de samenleving is op ieder moment afhankelijk van de relaties tussen vele actoren, waarvan de meeste geen menselijke vorm hebben. Dit geldt voor microben – zoals we sinds Pasteur weten – maar ook voor het internet, de wet, de organisatie van onze ziekenhuizen, de capaciteiten van de staat en zelfs voor het klimaat. En ondanks al het gekrakeel over een ʻstaat van oorlogʼ tegen het virus, is dit virus natuurlijk maar één schakel in een hele keten, waarin het voorraadbeheer van maskers of tests, de regulering van eigendomsrechten, allerlei burgerlijke gewoonten en gebaren van solidariteit eveneens meewegen bij het bepalen van de mate van kwaadaardigheid van een besmettelijke ziekte.

Als je eenmaal zicht hebt op het hele netwerk waarvan het virus slechts één onderdeel is, begrijp je dat het virus niet op dezelfde manier te werk gaat in Taiwan, Singapore, New York of Parijs. De pandemie is net zomin een ʻnatuurlijkʼ fenomeen als de hongersnoden uit het verleden of de klimaatcrisis van nu. De samenleving heeft zich al lang geleden buiten de nauwe beperkingen van de sociale sfeer begeven.

De uitbreiding der bevoegdheden en de sirenes van ambulances

Dit gezegd hebbende weet ik niet zeker of we de parallel nog verder kunnen doortrekken. Gezondheidscrises zijn immers niet nieuw, en het snelle en radicale ingrijpen van de staat lijkt tot nu toe niet erg innovatief. Daarvoor hoef je alleen maar naar het enthousiasme te kijken waarmee president Macron zich onlangs de allure van een staatshoofd heeft aangemeten, waar het hem tot nu toe zo pathetisch aan ontbroken heeft. Door de retoriek van ʻwij moeten jullie beschermenʼ en ʻjullie moeten ons beschermenʼ zorgen pandemieën er, zowel voor de machthebbers als voor hun onderdanen, voor dat het gezag van de staat weer versterkt wordt, zodat die staat eisen kan stellen die in iedere andere omstandigheid tot rellen zouden hebben geleid.

Maar deze staat is niet de staat van de 21e eeuw en van de klimaatverandering, maar de staat van de 19e eeuw en de zogenaamde ʻbiopower.ʼ Om met wijlen statisticus Alain Desrosières te spreken, het is de staat van de statistiek: de bevolking wordt binnen een territoriaal kader onder toezicht gesteld en van bovenaf bestuurd met behulp van deskundigen. Dit is het systeem dat we vandaag de dag zien herrijzen – met als enig verschil met vroeger dat het nu stap voor stap wordt geherintroduceerd, totdat het de hele planeet omvat.

De originaliteit van de huidige situatie is volgens mij dat we, door thuis opgesloten te zitten, terwijl we buiten niets anders meer zien en horen dan de uitbreiding van politiebevoegdheden en de sirenes van ambulances, collectief een karikaturale vorm van het spel van de ʻbiopowerʼ opvoeren, die rechtstreeks uit het werk van de filosoof Michel Foucault lijkt te zijn voortgekomen. Zelfs de vele arbeiders die gedwongen zijn te blijven werken, zodat de anderen zich in hun huizen kunnen blijven verstoppen, zijn aan het oog onttrokken – om nog maar te zwijgen van de migranten die helemaal geen onderdak hebben. Maar deze karikatuur is de karikatuur van een tijd die niet meer de onze is.

Een enorme kloof

Er gaapt een enorme kloof tussen de staat die zegt: ʻIk bescherm u tegen de doodʼ (dat wil zeggen: tegen de besmetting door een virus waarvan het spoor alleen bekend is aan wetenschappers en waarvan de gevolgen alleen begrijpelijk zijn door reeksen statistieken te bestuderen) en de staat die dúrft te zeggen: ʻIk bescherm u tegen de dood, omdat ik de bestaansvoorwaarden van alle levende wezens waarvan u afhankelijk bent, in stand wil houden.ʼ

Denk er maar eens over na: stel dat president Macron op dezelfde Churchilliaanse toon een pakket maatregelen bekendgemaakt zou hebben om de gas- en oliereserves in de bodem te laten, de verkoop van pesticiden te stoppen, het ploegen tot op grote diepte uit te bannen en – hoe stoutmoedig! – het gebruik van verwarmingsinstallaties op terrassen te verbieden… Als de benzinebelasting al genoeg was om de beweging van de ʻgele hesjesʼ op gang te brengen, huiver je bij de gedachte aan de rellen die het land in vuur en vlam zouden hebben gezet als hij dat had gedaan. En toch is het in het geval van de klimaatcrisis oneindig veel gerechtvaardigder om de Fransen voor hun eigen bestwil tegen de dood te beschermen dan in het geval van de coronacrisis, omdat die eerste letterlijk iedereen aangaat, en niet slechts een paar duizend mensen – en ook niet voor een tijdje, maar voor altijd.

De ziekteverwekker waarvan de afschuwelijke kwaadaardigheid de levensomstandigheden van iedereen verandert, is geen virus, maar de mens zelf!

Het is duidelijk dat er geen sprake van is dat deze denkbeeldige staat bestaat. En het is heel zorgwekkend om te zien hoe de huidige staat zich op geen enkele manier aan het voorbereiden is op de overgang van de ene crisis naar de andere. In de coronacrisis speelt de overheid een zeer klassieke pedagogische rol, en valt haar gezag perfect samen met de oude nationale grenzen – het archaïsme van de terugkeer naar de Europese binnengrenzen is daar het pijnlijke bewijs van.

Bij de klimaatverandering is de relatie omgekeerd: daar moet de overheid van het volk leren hoe het bestaan in gebieden die volledig geherdefinieerd worden door de noodzaak om uit het huidige mondiale productiesysteem te stappen, eruit zou kunnen zien. Hier zou de overheid volstrekt niet in staat zijn om maatregelen van bovenaf op te leggen. In de coronacrisis moeten wij allemaal, net als op de basisschool, weer leren om onze handen te wassen en in onze elleboog te hoesten, maar bij de klimaatverandering is het de staat die in het schoolbankje zit.

Bovendien is er nóg een reden waarom de metafoor van de ʻoorlog tegen het virusʼ onbegrijpelijk is: in de coronacrisis is het misschien waar dat de mens en bloc het virus ʻbestrijdtʼ – zelfs degenen die zich normaal gesproken niets van ons aantrekken en altijd maar blijven doorgaan met hun dodelijke werk, of we dat nu willen of niet. Bij de klimaatverandering is de situatie echter op tragische wijze omgekeerd: daar is de ziekteverwekker waarvan de afschuwelijke kwaadaardigheid de levensomstandigheden van alle bewoners van de planeet heeft veranderd helemaal geen virus, maar de mens zelf! En dan niet alle mensen, maar slechts een paar mensen, die oorlog tegen ons voeren zonder die aan ons verklaard te hebben. En op deze oorlog is de nationale staat heel slecht voorbereid, omdat de fronten veelvoudig zijn en ieder van ons kruisen. Het is in die zin dat de ʻalgemene mobilisatieʼ tegen het virus op geen enkele manier bewijst dat we klaar zullen zijn voor de volgende strijd. Het is niet alleen het leger dat altijd achterloopt in een oorlog.

Maar uiteindelijk – je weet maar nooit – kan een tijd van vasten, ook al is die seculier en republikeins van aard, tot spectaculaire veranderingen leiden. Voor het eerst in jaren vinden miljoenen mensen, die nu thuis vastzitten, een vergeten luxe terug: ze hebben de tijd om na te denken en te overwegen waar ze voorheen onnodig opgewonden van raakten. Laten we deze lange en onverwachte vastentijd te baat nemen.

vertaling Menno Grootveld