Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 1 april 2020
door Paolo Gerbaudo
Paolo Gerbaudo is politiek theoreticus en de directeur van het Centre for Digital Culture aan King’s College London. Hij is de auteur van The Digital Party (Pluto Press, 2018)
Populistisch rechts heeft zijn electorale kracht gebaseerd op luidruchtigheid en arrogant zelf-vertrouwen. Maar temidden van de coronavirus-pandemie lijken figuren als Donald Trump, Boris Johnson en Jair Bolsonaro in verwarring. Ze houden ofwel wanhopig vast aan de schijn van normaliteit (het is maar een griepje), of hebben zich al gedwongen gezien om beschamende U-bochten te maken door de ernst van de crisis alsnog te erkennen.
Boris Johnson moest de strategie van de ʻgroepsimmuniteitʼ van zijn regering loslaten toen uit nieuw wetenschappelijk bewijsmateriaal was gebleken wat de verschrikkelijke kosten aan mensenlevens zouden kunnen zijn. Hij bleek onlangs zelf met het virus besmet, en wordt nu beticht van zelfgenoegzaamheid en gebrek aan leiderschap. In Italië lijkt Matteo Salvini, de leider van de extreem-rechtse Liga en voormalig vice-premier, uit het veld geslagen nu hij niet in staat is zich voor te doen als de verantwoordelijke staatsman waar deze crisis om vraagt; zijn ongezouten kritiek op de regering heeft hem zelfs de benaming ʻonpatriottischʼ opgeleverd. In Frankrijk lijkt Marine Le Pen geheel en al uit de media te zijn verdwenen, terwijl de vasthoudendheid van Bolsonaro bij het ontkennen van de crisis hem in een steeds geïsoleerdere positie heeft doen belanden.
In de VS heeft Trump een zigzag-strategie gevoerd. Na het belang van het virus wekenlang gebagatelliseerd te hebben, zag hij zich gedwongen een nationale noodtoestand uit te roepen. Nadat hij vorige week op zijn schreden was teruggekeerd en had beweerd dat de ʻlockdownʼ met Pasen zou eindigen om schade aan de economie te voorkomen, heeft hij nu toegegeven dat het zeker tot eind april zal duren voor het zover is. Het is waar dat zijn populariteit is gestegen, net zoals dat met George W Bush is gebeurd na 11 september 2001. Maar Trump maakt zich duidelijk zorgen over de electorale gevolgen van een enorme hoeveelheid sterfgevallen en een recessie met een werkloosheid van mogelijk ruim 20%.
De problemen waarmee de nationale populisten kampen zijn geen verrassing als we bedenken dat zij weinig op hebben met de domeinen die de kern van deze crisis uitmaken: die van de gezondheidszorg, de sociale voorzieningen en de wetenschap. Op het front van de gezondheidszorg legt de crisis de dwaasheid bloot van tientallen jaren van onderfinanciering en privatisering van het gezondheidszorgstelsel. Trump, Johnson en Salvini moeten beschamende vragen beantwoorden als het gaat om hun staat van dienst als vijanden van de openbare gezondheidszorg. Bovendien vraagt de crisis om een grote verandering van het economisch beleid, die op gespannen voet staat met de ideologische uitgangspunten van het nationaal-populisme, waarin chauvinisme op het culturele front wordt gecombineerd met een ultra-neoliberaal beleid op het economische front.
De overduidelijke behoefte aan staatsbescherming voor strategische nationale bedrijfstakken, te beginnen met die voor medische apparatuur en farmaceutische producten, is geen anathema voor nationaal-populisten, die het handelsprotectionisme al hebben omarmd. Maar populistisch rechts heeft zich krachtig gekeerd tegen allerlei sociale voorzieningen, die nu noodzakelijk zijn om een sociale catastrofe te voorkomen. Nadat ze deze voorzieningen herhaaldelijk hebben gebrandmerkt als ʻgevaarlijkʼ en ʻanti-patriottischʼ bevinden deze politici zich inmiddels in de netelige positie om ze te moeten omarmen.
Een ander lijk in de kast is de minachting van de nationaal-populisten voor de wetenschap. De coronacrisis confronteert ons met een dreiging die het best kan worden begrepen en op waarde kan worden geschat via de lens van de wetenschap. Epidemiologen en virologen figureren prominent in de media, en het publiek volgt lijdzaam hun aanbevelingen op. Het is onduidelijk of dit zal leiden tot groter publiek vertrouwen in de wetenschap en een erosie van de anti-wetenschappelijke houding waar nationaal-populistische leiders mee hebben gespeeld. Maar het is te verwachten dat burgers meer notie zullen nemen van de risicoʼs die door wetenschappers zijn gesignaleerd, inclusief die van de klimaatcrisis, die eveneens de verspreiding van ziekten zal bespoedigen.
Nationaal-populisten staan erom bekend dat ze de angsten van mensen aanwakkeren. Maar de angsten die nu de boventoon voeren zijn niet het soort angsten die deze leiders het best weten te exploiteren. Doordat de problemen op het gebied van de gezondheidszorg en de economie zo urgent zijn is de migratie – de grootste vijand van populistisch rechts – op de prioriteitenlijst gedaald. Reisverboden, en het feit dat Europa en de VS de huidige brandhaard van de pandemie zijn, leiden tot een daling van de migratie naar deze regioʼs. In feite zijn we nu getuige van een historische ommekeer, waarbij Mexico erop uit is om de grens met de VS te sluiten en Afrikaanse landen vluchten uit Europa opschorten, terwijl Britse boeren chartervluchten organiseren om landarbeiders uit Oost-Europa binnen te halen om te voorkomen dat hun groente en fruit niet kan worden geoogst. Maar als de mondiale crisis resulteert in een nieuwe migratiegolf zoals die van 2015, kan dit scenario drastisch veranderen – de nationaal-populisten zullen dan proberen hun verhaal van kosmopolitische mondialisering te rechtvaardigen als een gevaarlijke oorzaak van allerlei soorten kwaden.
Als de coronacrisis populistisch rechts tijdelijk in verwarring heeft gebracht, betekent dit nog niet dat deze stroming nu is verslagen. Het zou een grote vergissing van links zijn om te geloven dat deze crisis in haar voordeel zal uitwerken. De coronacrisis zal zeker worden gevolgd door een diepe economische crisis, die meer zal lijken op de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw dan op de financiële crisis van 2008. Populistisch rechts heeft al aangetoond in staat te zijn misbruik te maken van de wanhoop van mensen en zondebokken te vinden voor economische kwalen. Verwacht mag worden dat het nu dezelfde kant zal opgaan, als het al niet nóg venijniger zal worden.
De autoritaire maatregelen die op maandag 30 maart door Viktor Orbán in Hongarije zijn afgekondigd, via de opschorting van het parlement en de invoering van een bewind via decreten, zouden een voorbode kunnen zijn van wat ons te wachten staat. In Italië had Salvini er geen enkele moeite mee de stap van Orbán toe te juichen. We zullen vermoedelijk ook een verscherping van de anti-Chinese retoriek gaan zien. Trump heeft geen verontschuldigingen aangeboden voor het feit dat hij Covid-19 ʻhet Chinese virusʼ heeft genoemd, terwijl Steve Bannon heeft betoogd dat Covid-19 een ʻvirus van de Chinese Communistische Partijʼ is. Salvini heeft gesteld dat ʻals de Chinese regering [van het virus] afwist en dat niet in de openbaarheid heeft gebracht, zij een misdaad tegen de mensheid heeft gepleegd,ʼ en zijn bondgenoten in Brazilië en Spanje houden er soortgelijke opvattingen op na.
Gezien de banden tussen de diverse nationaal-populisten, inclusief hun mislukte poging om een ʻnationalistische internationaleʼ op te richten onder auspiciën van Bannons Movement, mag deze synchrone gang van zaken niet als een toevalligheid worden gezien. Het heeft veel weg van een gecoördineerde strategie om de woede en wanhoop over het menselijke en economische leed van deze crisis te richten op een raciale en ideologische vijand die gemakshalve geïdentificeerd wordt met de Chinese regering. Samen met de zelfverklaarde socialisten zullen alle tegenstanders waarschijnlijk worden afgeschilderd als ʻcollaborateurs met Chinaʼ: de centristische Amerikaanse presidentskandidaat Joe Biden is al ʻChina’s choice for presidentʼ genoemd door de conservatieve National Review.
Wat dus in het verschiet ligt zou wel eens iets veel ernstigers kunnen zijn dan het populistisch rechts van het afgelopen decennium: een extreem-rechts dat het hele arsenaal, uiteenlopend van de angst voor links tot het propageren van rechts autoritarisme, van stal haalt om tegenstanders te intimideren en zijn belangen te beschermen tegen eisen voor een betekenisvolle economische herverdeling. Hoewel het door de crisis is overvallen, is populistisch rechts geenszins uitgeschakeld. Het ondergaat slechts een mutatie.
vertaling Menno Grootveld