Drie overpeinzingen over een mogelijke nasleep
Oorspronkelijke tekst (Engels): e-flux, 31 maart 2020
door Franco Berardi
Franco ʻBifoʼ Berardi is een Italiaanse schrijver, filosoof en activist in de autonomistische traditie, wiens werk zich voornamelijk bezighoudt met de rol van de media en de informatietechnologie in het post-industriële kapitalisme.
Plotseling moet alles wat we de afgelopen vijftig jaar hebben gedacht van de grond af aan opnieuw worden gedacht. Godzijdank (is God een virus?) hebben we nu een overvloed aan tijd, omdat al het oude er nu niet langer meer toe doet.
Ik ga iets zeggen over drie verschillende onderwerpen. Eén: het einde van de menselijke geschiedenis, dat zich nu duidelijk voor onze ogen voltrekt. Twee: de huidige ontworsteling aan het kapitalisme en/of het dreigende gevaar van het techno-totalitarisme. Drie: de terugkeer van de dood (eindelijk) op het toneel van het filosofische discours, na de lange ontkenning ervan in de moderne tijd, en de wederopleving van het lichaam.
1. Beestjes
Eén: de filosoof die de huidige virale apocalyps het best heeft voorzien is Donna Haraway.
In Staying with the Trouble oppert ze dat de drager van de evolutie niet langer de mens is, het subject van de Geschiedenis.
De mens verliest zijn centrale positie in dit chaotische proces, en daar mogen we niet over wanhopen, zoals de nostalgici van het moderne humanisme doen. Tegelijkertijd mogen we ook geen troost zoeken in de waandenkbeelden van een technologische oplossing, zoals de hedendaagse transhumanistische techno-maniakken doen.
De menselijke geschiedenis is voorbij, en de nieuwe dragers van de geschiedenis zijn de critters (beestjes), in de taal van Haraway. Het woord zelf verwijst naar kleine speelse wezens die rare dingen doen, zoals het uitlokken van mutaties. Ziehier: het virus.
Burroughs heeft het over virussen als dragers van mutaties: biologische, culturele en linguïstische mutaties.
Critters bestaan niet als individuen. Zij verspreiden zich collectief, als een proliferatieproces.
Het jaar 2020 moet worden beschouwd als het jaar waarin de menselijke geschiedenis opgeheven werd – niet omdat de mens verdwijnt van de planeet aarde, maar omdat die planeet – moe van de arrogantie van de mens – een micro-campagne heeft gelanceerd om zijn Will zur Macht te vernietigen.
De aarde rebelleert tegen de wereld, en de middelen die de aarde daarbij inzet zijn overstromingen, branden en bovenal critters.
Daarom is de drager van de evolutie niet langer de bewuste, agressieve, wilskrachtige mens – maar moleculaire materie, micro-stromen van oncontroleerbare beestjes die de productiesfeer binnendringen, evenals het domein van het discours, waarbij ze de Geschiedenis (His-story) vervangen door Her-story, de tijd waarin de teleologische Rede wordt vervangen door Sensibiliteit en een zintuiglijk, chaotisch Worden.
Het humanisme was gebaseerd op de ontologische vrijheid die de Italiaanse filosofen uit de vroege Renaissance gelijkstelden met de afwezigheid van theologisch determinisme. Het theologisch determinisme is voorbij, en het virus heeft de plaats ingenomen van een teleologische god.
Het einde van de subjectiviteit als de motor van het historische proces impliceert het einde van wat we de ʻGeschiedenisʼ (met een hoofdletter) hebben genoemd, en het begin van een proces waarin bewuste teleologie wordt vervangen door meervoudige proliferatie-strategieën.
Proliferatie,de verspreiding van moleculaire processen, neemt de plaats in van de geschiedenis als macro-project.
Denkwerk, kunst en politiek moeten niet langer worden beschouwd als projecten van totalisering (Totalizierung, in de zin van Hegel), maar als proliferatie-processen zonder totaliteit.
2. Nut
Na veertig jaar van neoliberale versnelling is de race van het financiële kapitalisme plotseling stilgevallen. Eén, twee, drie maanden van mondiale lockdown, een lange onderbreking van het productieproces en van de mondiale circulatie van mensen en goederen, een lange periode van afzondering, de tragedie van de pandemie … dit alles zal de kapitalistische dynamiek gaan doorbreken op een manier die onherstelbaar en onomkeerbaar kan zijn. De krachten die het mondiale kapitaal op het politieke en financiële niveau beheren proberen wanhopig de economie te redden, door er enorme geldbedragen in te pompen. Miljarden, miljarden van miljarden … cijfers en bedragen die nu ‘niets’ meer lijken te betekenen.
Plotseling betekent geld niets meer, of heel weinig.
Waarom geef je geld aan een dood lichaam? Kun je het lichaam van de mondiale economie een wederopleving doen ondergaan door er geld in te injecteren? Dat gaat niet. Het punt is dat zowel de aanbod- als de vraagzijde immuun zijn voor monetaire impulsen, omdat de inzinking niet het gevolg is van financiële oorzaken (zoals in 2008), maar van de verwoesting van lichamen, en lichamen niets te maken hebben met financiële impulsen.
We passeren een drempel die leidt naar een domein voorbij de cyclus van arbeid-geld-en-consumptie.
Als het lichaam op een dag uit de beperking van de quarantaine komt, zal het probleem niet het opnieuw in evenwicht brengen van de relatie tussen tijd, werk en geld zijn, of het in evenwicht brengen van schulden en aflossingen. De Europese Unie is gebroken en verzwakt door haar obsessie met schulden en balansen, maar mensen gaan dood, ziekenhuizen komen beademingsapparaten tekort, en artsen worden overweldigd door vermoeidheid en angst voor een infectie. Op dit moment kan dit niet worden veranderd door geld, want geld is niet het probleem. Het probleem is: wat zijn onze concrete behoeften? Wat is nuttig voor het menselijk leven, voor de collectiviteit, voor een therapie?
Het nut van iets, lange tijd verdreven uit het domein van de economie, is weer helemaal terug, en het nuttige is nu koning.
Geld kan het vaccin niet kopen dat we niet hebben, kan de mondkapjes niet kopen die niet zijn geproduceerd, kan de intensive care-units niet kopen die zijn vernietigd door de neoliberale hervormingen van het Europese gezondheidszorgstelsel. Nee, geld kan niet kopen wat niet bestaat. Alleen kennis, alleen intelligente arbeid kan kopen wat niet bestaat.
Geld is nu dus onmachtig. Slechts sociale solidariteit en wetenschappelijke kennis zijn nog in leven en kunnen politiek sterk worden. Dat is de reden dat ik denk dat we aan het einde van de mondiale quarantaine niet zullen terugkeren naar een ʻnormaleʼ situatie. Het ʻnormaleʼ zal nooit meer terugkomen. Wat na deze crisis zal gebeuren is nog niet bepaald en is niet voorspelbaar.
We worden geconfronteerd met twee politieke alternatieven: ofwel een techno-totalitair systeem dat de kapitalistische economie met geweld opnieuw zal opstarten, of de bevrijding van de menselijke activiteit van de kapitalistische abstractie en de schepping van een moleculaire samenleving gebaseerd op nut.
De Chinese regering experimenteert al op grote schaal met het techno-totalitaire kapitalisme. Deze techno-totalitaire oplossing, voorafgegaan door de tijdelijke afschaffing van de individuele vrijheid, kan het dominante systeem van de toekomst worden, zoals Agamben terecht heeft opgemerkt in zijn recente controversiële teksten.
Maar wat Agamben zegt is slechts een voor de hand liggende beschrijving van de huidige noodtoestand en van de waarschijnlijke toekomst. Ik wil verder gaan dan het waarschijnlijke, omdat ik het mogelijke interessanter vind. En het mogelijke is vervat in de ineenstorting van de abstractie, en in de dramatische terugkeer van het concrete lichaam als drager van concrete behoeften.
Het nuttige is terug in het sociale domein. Het nut, lang vergeten en ontkend door het kapitalistische proces van abstracte valorisatie, is nu koning.
De lucht is helder in deze dagen van quarantaine en de atmosfeer is vrij van vervuilende deeltjes, nu de fabrieken dicht zijn en de autoʼs geen rondjes meer kunnen rijden. Zullen we teruggaan naar de vervuilende extractieve economie? Zullen we teruggaan naar de normale gekte van verwoesting ten behoeve van accumulatie, en van nutteloze acceleratie terwille van handelswaarde? Nee, we moeten voorwaarts gaan, naar de creatie van een samenleving gebaseerd op de productie van het nuttige.
Wat hebben we nu nodig? Nu, in het onmiddellijke nu, hebben we een vaccin nodig tegen de ziekte, hebben we mondkapjes nodig, en hebben we intensive care-apparatuur nodig. En op de langere termijn hebben we voedsel, liefde en plezier nodig, en een nieuwe cultuur van tederheid, solidariteit en soberheid.
Wat overblijft van de kapitalistische macht zal proberen een techno-totalitair systeem van controle aan de samenleving op te leggen – dat ligt voor de hand. Maar er is ook een alternatief: een samenleving vrij van de dwang van accumulatie en economische groei.
3. Plezier
Het derde punt waar ik het over zou willen hebben is de terugkeer van de sterfelijkheid als het bepalende kenmerk van het menselijk leven. Het kapitalisme is een fantastische poging geweest om de dood te overwinnen. Accumulatie is de Ersatz die de dood vervangt door de abstractie van waarde en de artificiële continuïteit van het leven op de markt.
De verschuiving van industriële productie naar info-werk, de verschuiving van samenzijn naar verbinding in de sfeer van de communicatie, is het eindpunt van de race naar abstractie, de voornaamste rode draad in de kapitalistische evolutie.
In een pandemie is samenzijn verboden – blijf thuis, bezoek geen vrienden, houd afstand, raak niemand aan. We zijn getuige van enorme uitbreiding van de tijd die online wordt doorgebracht, onvermijdelijk, en alle sociale relaties – werk, productie, onderwijs – zijn verdreven naar deze sfeer die samenzijn verbiedt. Sociale uitwisseling offline is niet langer mogelijk. Wat zal er na de weken en maanden dat dit het geval is gebeuren?
Misschien zullen we, zoals Agamben voorspelt, in de totalitaire hel van een volledig verbonden levensstijl terechtkomen. Maar er is ook een ander scenario mogelijk.
Wat als de overdaad aan verbinding de betovering verbreekt? Als de pandemie eindelijk verdwijnt (ervan uitgaande dat dit zal gebeuren) is het mogelijk dat zich een nieuwe psychologische identificatie zal aandienen, waarin het begrip ʻonlineʼ geassocieerd wordt met ziekte. We moeten een beweging van streling bedenken en creëren, die jonge mensen ertoe zal aanzetten hun schermen uit te zetten, omdat die hen herinneren aan een eenzame en angstige tijd. Dit betekent niet dat we terug moeten keren naar de fysieke uitputting van het industriële kapitalisme; het betekent eerder dat we ons voordeel moeten doen met de rijkdom aan tijd die dankzij de automatisering van de fysieke arbeid ontstaat, en dat we die tijd moeten besteden aan lichamelijk en geestelijk plezier.
De enorme verspreiding van de dood waar we in deze pandemie getuige van zijn kan ons gevoel voor tijd als genot reactiveren, eerder dan als het uitstel van genot.
Aan het einde van de pandemie, aan het einde van de lange periode van isolatie, kunnen mensen zich natuurlijk eenvoudigweg blijven verliezen in het eeuwige niets van de virtuele verbinding, van het bewaren van afstand en van de techno-totalitaire integratie. Dat is mogelijk en zelfs waarschijnlijk. Maar we mogen ons niet laten beperken door het waarschijnlijke. We moeten de mogelijkheden ontdekken die schuilgaan in het heden.
Het kan zijn dat mensen na maanden van voortdurende online-activiteit hun huizen en appartementen uit zullen komen, op zoek naar samenzijn. Er zou een beweging van solidariteit en tederheid kunnen ontstaan, die mensen naar de bevrijding uit de verbindende dictatuur kan leiden.
De dood is terug in het centrum van de aandacht: de lang ontkende mortaliteit die mensen levend maakt.
Vertaling Menno Grootveld