Categorieën
Politiek

De Amerikaanse democratie is door het oog van de naald gekropen

Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 25 november 2020

fotografie: Destination Sarajevo

door Julian Borger

Julian Borger is redacteur van The Guardian. Voorheen was hij correspondent in de VS, het Midden-Oosten, Oost-Europa en de Balkan. Zijn boek over de opsporing en arrestatie van oorlogsmisdadigers op de Balkan, The Butcher’s Trail, is verschenen bij Other Press.

De president heeft alles uit de kast gehaald om aan de macht te blijven. Het is hem niet gelukt, maar hoe zal het gaan als de verkiezingsuitslag een volgende keer minder duidelijk is?

Uiteindelijk is de staatsgreep uitgebleven. Donald Trump heeft afgelopen week op de meest schoorvoetende manier toegegeven dat de machtsoverdracht kon beginnen.

Volgens een functionaris van het Witte Huis zal dit waarschijnlijk de grootste concessie blijken waartoe Trump bereid zal zijn, maar de overgangsmachinerie is niettemin in een stroomversnelling geraakt. De aantredende regering van Joe Biden heeft inmiddels een officieel internetdomein, zij wordt geïnformeerd door overheidsinstanties en krijgt federale financiering.

Ook het Pentagon maakte al snel bekend steun te zullen verlenen aan de machtsoverdracht. En één voor één erkennen hoge Republikeinen – een bijzonder schuchtere groep mensen – nu de verkiezingsuitslag.

Maar de Amerikaanse democratie is ongetwijfeld langs de rand van de afgrond gegleden. Nu de onmiddellijke dreiging is verdwenen, is het tijd om de ingewikkelde werking van het kiesstelsel onder de loep te nemen om vast te stellen of dat stelsel wel zo robuust is als de pleitbezorgers ervan hadden gehoopt – en of de natie deze keer niet gewoon geluk heeft gehad.

ʻIk bevond mij lange tijd in het kamp van de mensen die geloven dat de vangrails van de democratie naar behoren functioneren,ʼ aldus Katrina Mulligan, een voormalige hoge ambtenaar van de afdeling nationale veiligheid op het ministerie van Justitie. ʻMaar mijn mening is de laatste paar weken veranderd, toen ik zag hoe het er werkelijk aan toeging. Nu denk ik dat we veel te afhankelijk zijn van kwetsbare onderdelen van onze democratie, en dat we verwachten dat individuen, in plaats van instellingen, het werk doen dat die instellingen zouden moeten doen.ʼ

Trump maakte al vóór de verkiezingen geen geheim van zijn strategie, en sinds de verkiezingen is die strategie met de dag duidelijker geworden: twijfel zaaien over de betrouwbaarheid van de per post uitgebrachte stemmen, op verkiezingsavond de overwinning claimen, nog vóórdat de meeste stemmen zijn geteld, en vervolgens genoeg verwarring zaaien via beschuldigingen, onderzoeken door het ministerie van Justitie en straatoproer van extreem-rechtse milities om de bevestiging van de resultaten uit te stellen.

Een dergelijk uitstel zou de parlementen in een aantal cruciale staten met Republikeinse meerderheden de kans geven om tussenbeide te komen en eigen kiesmannen te selecteren voor het college van kiesmannen, dat formeel beslist wie de nieuwe president wordt. Dat zou een constitutionele crisis veroorzaken die uiteindelijk zou moeten worden beslecht door het Hooggerechtshof, waar conservatieve Republikeinen met zes tegen drie in de meerderheid zijn. Om het plan te laten slagen was politieke loyaliteit nodig om feitelijk uitgebrachte stemmen terzijde te kunnen schuiven, maar op verschillende belangrijke punten is daar geen sprake van geweest.

Het belangrijkste ingrediënt voor een klassieke staatsgreep – een politiek gemotiveerde krijgsmacht – was van meet af aan afwezig, zij het niet omdat Trump het erbij heeft laten zitten. Hij heeft getracht om deze zomer het leger in te zetten teneinde de protesten van Black Lives Matter-betogers de kop in te drukken, maar zijn minister van Defensie, Mark Esper, weigerde daaraan mee te werken.

Nadat Esper in de nasleep van de verkiezingen werd ontslagen en Trump-aanhangers werden benoemd op hoge posten in het leger, maakte de voorzitter van de gezamenlijke chefs van staven, generaal Mark Milley, gebruik van een al eerder gepland openbaar optreden, tijdens de inwijding van een militair museum, om een duidelijke boodschap af te geven.

ʻWij hebben trouw gezworen aan de grondwet,ʼ aldus Milley, ʻen niet aan een koning of een koningin, een tiran of een dictator.ʼ

Deze uitspraak werd met enige opluchting begroet, maar wat het meest opvallend was, was dat dit überhaupt gezegd moest worden.

De volgende hefboom van de macht die Trump voor zijn doeleinden probeerde in te zetten was die van het ministerie van Justitie en de FBI. Procureur-generaal William Barr heeft de Amerikaanse openbare aanklagers opgeroepen onderzoeken naar stembusfraude in te stellen als er ʻduidelijke en geloofwaardige beschuldigingen van onregelmatighedenʼ zouden zijn.

Het openen van dergelijke onderzoeken zou complottheorieën een enorme impuls hebben gegeven en Republikeinen op staatsniveau meer dekking hebben verschaft om de bevestiging van de uitslag te vertragen. Maar de aanklagers zijn in opstand gekomen. De functionaris die belast was met het onderzoek naar dit soort zaken, Richard Pilger, nam ontslag en anderen kwamen eveneens met hun bezwaren naar buiten.

ʻMeer dan de meeste instellingen wordt het ministerie van Justitie bemand door mensen die een gezond begrip hebben van wat een democratie inhoudt en waarom het de moeite waard is om die te redden,ʼ aldus Mulligan, nu directeur nationale veiligheid bij het Center for American Progress. Zij voegt eraan toe dat de duidelijkheid van de overwinning van Biden het nóg minder waarschijnlijk maakt dat functionarissen van het ministerie van Justitie zich zullen inlaten met zoʼn dubieuze onderneming.

De volgende verdedigingslinie van Trump bestond uit Republikeinse functionarissen op staatsniveau, die betrokken zijn bij het certificeren van de uitslag. Zij kwamen onder intense druk te staan en werden in een aantal gevallen zelfs door de president zelf gebeld. Soms bogen ze onder die druk, met name in Michigan, maar in de meeste staten hielden ze voet bij stuk, zoals in het geval van de minister van Binnenlandse Zaken van Georgia, Brad Raffensperger, die de kleine voorsprong van Biden bevestigde en daardoor een paria werd in zijn eigen partij.

ʻSommige mensen verdienen een medaille,ʼ aldus Rebecca Ingber, een voormalig juridisch adviseur van het ministerie van Binnenlandse Zaken, nu hoogleraar aan de rechtenfaculteit van Cardozo. ʻDit is een verhaal over goed functionerende vangrails, maar het is ook een waarschuwing voor de kwetsbaarheid van die vangrails. Uiteindelijk hebben we het wel over mensen, niet over robots.ʼ

Op dezelfde manier hebben zelfs de meest conservatieve rechters de fantasievolle beweringen over stembusfraude van het juridisch team van Trump weggewoven; van de 36 rechtszaken die tot nu toe zijn aangespannen gingen er 35 verloren.

Het is mogelijk dat bedrevener samenzweerders meer schade hadden kunnen aanrichten. Trump lijkt pas na de verkiezingen een juridisch team bij elkaar te hebben geroepen, en de controle daarover te hebben overgelaten aan zijn zeer loyale, maar grillige en onfortuinlijke persoonlijke advocaat, Rudy Giuliani.

Uiteindelijk bleek Bidens overwinningsmarge (ruim 6 miljoen méér stemmen landelijk, en tienduizenden méér in de meeste swingstates) zó duidelijk, en het bewijs van fraude zó gering, dat de juridische route zelfs met betere advocaten vrijwel onmogelijk zou zijn geweest.

Maar de ervaringen van 2020 hebben tot bezorgdheid geleid over hoe de Amerikaanse democratie een verkiezingsuitslag met kleinere verschillen zou doorstaan, als een meer gedisciplineerde groep vastbesloten zou zijn om de macht van de staten te misbruiken om de overwinning te stelen. De milities, die niet gecoördineerd genoeg waren om als de intimiderende macht te kunnen fungeren waar Trump op hoopte, zouden bij een volgende gelegenheid wel eens sterker kunnen zijn.

ʻDe retoriek van president Trump die deze groepen aanspreekt, is vanaf de eerste dag van zijn campagne gevaarlijk geweest, omdat hij hen stilzwijgend heeft gesteund bij hun illegale activiteiten. En de lankmoedige reactie van de wetshandhavers op het openbare geweld van deze groepen heeft dit probleem nog verergerd,ʼ aldus Michael German, een fellow van het Brennan Center for Justice, die als FBI-agent de opdracht kreeg om extremistische groeperingen te infiltreren. ʻHun vermogen om zich te organiseren en aanhangers te werven, en om hun tactieken en netwerken te testen, is sterker geworden. Dus als er eenmaal een poging wordt ondernomen om ze onder controle te brengen, zal dat veel moeilijker zijn.ʼ

De verkiezingen van 2020 hebben ook een zich snel verspreidende rot in de fundamenten van het systeem blootgelegd… Zoʼn 70% van de Republikeinen gelooft, ondanks de duidelijk bevestigde uitslag, dat er bij de verkiezingen massaal is gefraudeerd.

ʻIk denk dat we geluk hebben gehad,ʼ zegt Susan Hennessey, een voormalig jurist bij het National Security Agency en redacteur bij de Lawfare-blog. ʻEr is niets ernstigs gebeurd, maar dat kwam niet doordat het niet is geprobeerd, en als de omstandigheden een beetje anders waren geweest, en de marges een beetje kleiner, denk ik dat we moeten constateren dat normatieve beperkingen niet zullen voorkomen dat mensen zeer ondemocratische maatregelen kunnen nemen.ʼ

Vertaling: Menno Grootveld