Categorieën
Politiek

Wat de meer dan 70 miljoen kiezers van Trump drijft

Oorspronkelijke tekst (Frans): AOC, 5 november 2020

fotografie: Wikipedia

door Wendy Brown

Wendy Brown is hoogleraar politieke filosofie aan de universiteit van Californië te Berkeley.

Ik schrijf dit terwijl we nog steeds wachten op de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020. Drie cruciale staten – North Carolina, Georgia en Pennsylvania – zijn nog niet klaar met het tellen van de stemmen, en dat tellen kan nog wel enkele dagen duren. Sommige staten, zoals North Carolina, staan zelfs toe dat poststemmen, die op of voor de verkiezingsdag zijn verstuurd, nog tot 12 november door de stembureaus worden verwerkt.

Nu Bidens pad naar de overwinning smal is en dat van Trump zelfs nog smaller, hebben we ook nog te maken met een andere onzekerheid: wat zal er gebeuren met alle rechtszaken die de Trump-campagne heeft aangespannen? Deze rechtszaken hebben onder meer ten doel de legitimiteit te ondergraven van het stemmen per post, een reeds lang bestaande en geaccepteerde manier om te stemmen, die dit jaar door tientallen miljoenen mensen is gebruikt in verband met de COVID-19-pandemie.

Er is dus veel dat we nog niet weten. Maar er zijn ook een paar dingen die we al wél weten, en waar we rekening mee moeten houden, wat de uitslag van de verkiezingen ook zal zijn.

Van de ongeveer 155 miljoen kiezers, ongeveer driekwart van de volwassen bevolking van de VS, hebben tussen de 72 en 75 miljoen mensen voor de herverkiezing van Donald Trump gestemd. Dat is een flinke stijging ten opzichte van de 63 miljoen kiezers die Trump in 2016 aan de macht hebben geholpen. Trump is dus niet alleen slechts weinig aanhangers kwijtgeraakt, maar is er ook in geslaagd steun te verwerven onder nieuwe kiezers, vooral onder zwarten, Latinoʼs en witte jongeren. Bijna een derde van de Amerikaanse kiezers verdedigt zijn presidentschap en wil er meer van, of op zijn minst ten koste van alles een presidentschap van Biden zien te vermijden.

Wat weten we over hen?

Deze kiezers kan het niets schelen dat deze president niets doet om de natie te leiden of bij elkaar te brengen, en in plaats daarvan blaft, opschept, scheldt en aanvalt als een kleingeestige pestkop op het schoolplein.

Deze kiezers kan het niets schelen dat Trump minder belasting betaalt dan werkende mensen en bijna een half miljard dollar aan schulden heeft bij onbekende schuldeisers.

Het kan ze niets schelen dat hij zijn verkiezingsbeloften uit 2016 niet is nagekomen: er is geen nieuw plan voor de ziektekostenverzekering, geen herindustrialisatie van het Midwesten, geen grensmuur betaald door Mexico, en geen bestrijding van de opioïdencrisis.

Het kan ze niets schelen dat hij haatdragende groepen zoals witte nationalisten en gewapende rechtse milities, of gevaarlijke complottheorieën en hun dreigementen van extreem burgergeweld aanmoedigt.

Het kan ze niets schelen dat hij door ruim twee dozijn vrouwen op geloofwaardige wijze is beschuldigd van seksuele intimidatie of aanranding, en dat hij regelmatig zijn gesprekspartners of tegenstanders aanvalt met vrouwonvriendelijke beledigingen.

Het kan ze niets schelen dat hij de COVID-19-pandemie met bijna totale onverschilligheid tegemoet is getreden, zonder rekening te houden met gezondheids- en medische voorschriften, zelfs niet nu de besmettings- en sterftecijfers in de Verenigde Staten ook stijgen in de regioʼs die hem welgezind zijn, cijfers die die van ieder ander geïndustrialiseerd land overtreffen – een houding die heeft bijgedragen aan de verslechtering van de economie en waarvan wordt verwacht dat ze binnenkort het toch al overbelaste Amerikaanse gezondheidszorgsysteem zal verbrijzelen.

Het kan ze niets schelen dat het enige federale reddingspakket dat tijdens de COVID-19-pandemie in stelling is gebracht, de Cares Act, de benarde situatie van de werkende klasse en de middenklasse niet heeft verzacht, maar neerkwam op de grootste opwaartse herverdeling van de welvaart in de geschiedenis van het kapitalisme, door middel van belastingverlagingen voor de rijken en goedkope, onbeperkte leningen aan bedrijven.

Het kan ze niets schelen dat de ontkenning van de klimaatcrisis en de daarmee samenhangende ecologische crises alles wat met de toekomst te maken heeft bedreigt.

Maar misschien wel het ernstigste is dat het deze kiezers niets kan schelen dat de president louter minachting heeft voor democratische instellingen, normen en praktijken. Zij bevestigen, of zijn onverschillig voor het feit, dat zijn regime alle kenmerken draagt van een nieuw fascisme, hetgeen tijdens een tweede ambtstermijn waarschijnlijk alleen maar erger zou zijn geworden. Naast Trumps eigen dictatoriale persoonlijkheid – die op klaarlichte dag werd tentoongespreid toen hij zichzelf op de verkiezingsavond zonder enige grond tot winnaar van de verkiezingen uitriep – horen daar tevens bij: pogingen om greep te krijgen op de rechtbanken en onafhankelijke overheidsinstellingen; de bestraffing van wetgevers, gouverneurs en hele staten wegens ontrouw; de meedogenloze aanval op media, specialisten en intellectuelen; de verspreiding van propaganda vanuit het kantoor van de president; het gebruik van het leger en de politie om het verzet te ontmoedigen en te smoren, en natuurlijk het aanvechten van de gevestigde verkiezingsprocedures en de verkiezingsuitslag.

Maar – afgezien van degenen die zeggen dat ze al het bovenstaande werkelijk waarderen, en die mensen bestaan écht – hoe zit het met degenen die zeggen dat het ze gewoon niets kan schelen zolang het Trump-regime hen iets geeft dat ze van vitaal belang achten? Hun houding is niet te herleiden tot één enkel onderwerp en is ook niet monolithisch te analyseren. Voor sommigen is het enige dat telt hun beleggingsportefeuille of hun belastingaanslag. Voor anderen is het de heiligheid van het heteroseksuele huwelijk of de ongeëvenaarde onschuld van de foetus. Voor sommigen is het Jeruzalem of de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, en voor weer anderen is het het recht om een vuurwapen te hebben. En natuurlijk is het voor velen hun recht op de witte en mannelijke suprematie, die zij als bedreigd beschouwen.

Voor bijna iedereen staat echter een bepaalde vorm van vrijheid op het spel. In bijna ieder gesprek met Trump-kiezers vóór de verkiezingen werden Biden en de Democratische Partij geassocieerd met het socialisme, en Trump met de vrijheid. De campagnes van de Republikeinen voor het Congres hamerden voortdurend op dit thema: het stemmen tegen een Democratische kandidaat zou helpen een socialistische overname van de natie te voorkomen door de ʻSquadʼ van vier vrouwen van allochtone herkomst in de Senaat, de zogenaamd Marxistische organisatoren van Black Lives Matter, en de zwarte vice-presidentskandidate die in het verleden haar steun heeft uitgesproken voor Medicare for All.

Het zou makkelijk zijn om te beweren dat dit alles opgewarmde Koude Oorlogsretoriek is, hoewel dit thema ongetwijfeld de steun voor Trump in Miami, Florida, heeft versterkt, waar miljoenen Cubanen nog steeds wrok koesteren tegen de revolutie van 1959. Toch speelde de Koude Oorlog vrijwel geen rol in het verlangen om de kandidatuur van Biden-Harris als socialistisch te bestempelen. Het werkelijke gevaar waar het om draait, is het gevaar dat Hayek in The Road to Servitude en Friedman in Capitalism and Freedom hebben beschreven. Dat is het socialistische schrikbeeld dat volgens rechts op de loer ligt in iedere agenda voor sociale rechtvaardigheid (door rechts ʻsocial engineeringʼ genoemd), dat wil zeggen: in elke poging om de systemische en langdurige ongelijkheid van de toegang tot huisvesting, bankwezen, onderwijs, werkgelegenheid en zelfs het stemmen aan te pakken, en in elke belofte om regressieve belastingen te vervangen door progressieve belastingen op inkomen en vermogen.

Obamacare wordt beschouwd als socialisme. Fox News verwijst regelmatig naar het socialisme van de Democratische Partij. En de rechtse nieuwssite Breitbart heeft ʻKameraad Kamalaʼ met het communisme gelijkgesteld, nadat zij een campagnevideo had gepubliceerd waarin gelijkheid werd voorgesteld als het principe dat iedereen een wedstrijd begint vanaf dezelfde startlijn en deelneemt volgens dezelfde regels. Wanneer Democraten op deze manier worden beschreven, is het niet het schrikbeeld van politieke repressie dat wordt opgeworpen (hoewel dat wel gebeurt met het schrikbeeld van het opleggen van ʻpolitieke correctheidʼ), maar het schrikbeeld van sociale uitkeringen en herverdeling ter vervanging van de pure (gemanipuleerde) markteconomie, die de aanhangers van Trump zien als de plaats waar hun zelfbeschikkingsrecht tot uiting komt. En het maakt niet uit dat ze financieel op het randje van de afgrond staan, dat ze te maken hebben met opioïdenverslaving in hun gezinnen en gemeenschappen, dat ze hun kinderen naar slechte scholen sturen, en dat ze hoger onderwijs als materieel ontoegankelijk beschouwen. De socialistische mantra doet hen vrezen het weinige te zullen verliezen dat ze nu nog hebben door toedoen van een Green New Deal, een nog uitgebreidere Obamacare, een bredere toegang tot hoger onderwijs, de hervorming van de immigratie en het inrichten van een natie die niet alleen minder hardvochtig is jegens buitenlanders, maar ook jegens haar eigen burgers die veracht worden wegens hun raciale en etnische achtergrond.

Natuurlijk, wat sommige Trump-kiezers drijft is zelfs nog meer primair van aard: hartgrondig racisme en xenofobie; haat tegen feministen, milieuactivisten en kustelites; wrok tegen wat zij ervaren als minachting van de kant van hoogopgeleide, kosmopolitische Amerikanen; liefde voor een tiran die grijpt en aanvalt waar en hoe hij dat wil. De hartstocht van alle aanhangers van Trump kan alleen worden verklaard door het neoliberalisme. Maar het slimste wat de Republikeinse Partij en de met haar sympathiserende media hebben gedaan om de prestaties van Trump te verdoezelen is het bestempelen van de Democraten als socialisten en het gelijkstellen van Trump met de vrijheid. De vrijheid om zich te verzetten tegen anti-COVID-voorschriften, om de belastingen voor de rijken te verlagen, om de macht en rechten van bedrijven uit te breiden, om te proberen te vernietigen wat er nog over is van een toezichthoudende en sociale staat. Van deze versie van het vrijheidsbegrip was de hele neoliberale anti-overheids- en antidemocratische cultuur al doordrongen; het enige wat de Republikeinse Partij nog hoefde te doen was deze te consolideren.

Er rest ons niets anders dan ons af te vragen hoe het anders had kunnen zijn. Als ze toch al als socialisten werden bestempeld, zou het dan niet in het belang van de Democraten zijn geweest om een echte socialistische democraat als kandidaat te kiezen in plaats van Biden? Zou dat geen mooie gelegenheid zijn geweest om Amerika te informeren over wat het democratisch socialisme werkelijk inhoudt (en over de vrijheid die daarmee gepaard gaat!)? Zou het geen mooie gelegenheid zijn geweest om de kleptocratie van de trumpisten, en niet alleen van de man zelf, openlijk aan de kaak te stellen? En zou het geen mooie gelegenheid zijn geweest om de tientallen miljoenen millennials te mobiliseren, die het jaar 2020 als een keerpunt zagen in hun strijd om de planeet te redden en hun eigen welvaartsperspectieven te verbeteren? Biden baseerde zijn campagne op fatsoen, maar toch kan niet worden gezegd dat deze verouderde deugd aan het begin van de 21e eeuw hoog op de prioriteitenlijst van de meeste mensen staat. Een betere toekomst wel.

Vertaling: Menno Grootveld

Één reactie op “Wat de meer dan 70 miljoen kiezers van Trump drijft”

We noemen dat linkse propaganda!Van de kwaliteiten waarop de presidenten werden beoordeeld scoorde Trump hoog op overtuigingskracht en economisch management.Uit nieuwe cijfers van het Amerikaanse Census Bureau blijkt dat het aantal Amerikanen dat in armoede leeft, lager is dan ooit. Dat is vooral te danken aan de enorme financiële steunpakketten van toenmalig president Trump.Hij was ook de eerste president in tientallen jaren, onder wie de VS niet met de inzet van troepen in een nieuw militair conflict verwikkeld is geraakt.Bill Clinton begon militaire conflicten in Somalië en Servië. George W. Bush begon oorlogen in Afghanistan en Irak. Obama begon oorlogen in Syrië en Libië. Donald Trump startte een oorlog in…. nergens.Alleen deze twee belangrijkste punten(economie en geen oorlogen beginnen) is genoeg dat een president weer her-verkozen wordt…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *