Oorspronkelijke tekst (Engels): The Guardian, 19 november 2021

door Cas Mudde
Cas Mudde is hoogleraar internationale zaken aan de Universiteit van Georgia, auteur van The Far Right Today (2019), en gastheer van de podcast Radikaal. Hij is columnist bij de Guardian in de VS.
Demonstranten in de VS moeten niet alleen bang zijn voor politiegeweld, maar ook voor rechtse burgerwachten
Kyle Rittenhouse – de gewapende blanke tiener die van Illinois naar Wisconsin reisde om naar eigen zeggen plaatselijke bedrijven te ʻbeschermenʼ tegen anti-racisme-demonstranten in Kenosha, waarna hij twee mensen doodschoot en een ander verwondde – is vrijgesproken van alle aanklachten. Ik denk niet dat iemand die het proces zelfs maar terloops heeft gevolgd, verrast zal zijn door dit vonnis. Na de verschillende fratsen van de gekozen rechter, die erop leken te wijzen waar zijn sympathieën lagen, en het feit dat de aanklager de juryleden vroeg om minder zware beschuldigingen dan moord in overweging te nemen, was het wel duidelijk welke kant het op ging.
Ik wil niet ingaan op de juridische bijzonderheden van het vonnis. Het is duidelijk dat de aanklager veel fouten heeft gemaakt en weinig tot geen speelruimte heeft gekregen van de rechter, in tegenstelling tot het verdedigingsteam. Bovendien weten we dat ʻzelfverdedigingʼ – vaak beter bekend als eigenrichting of vigilantisme – in de VS wettelijk beschermd en sterk geracialiseerd is. Denk maar aan de vrijspraak van George Zimmerman voor de moord op Trayvon Martin in 2013.
In wezen heeft het Rittenhouse-arrest een soort ʻstand your groundʼ-wet voor het hele land gecreëerd. Witte mensen hebben nu blijkbaar het recht om zwaar bewapend door het land te reizen en geweld te gebruiken om het land te beschermen tegen alles en iedereen die volgens hen een bedreiging vormt. Gezien de koortsachtige paranoia en het racisme dat een aanzienlijke minderheid van de witte mensen in de VS dezer dagen in zijn greep heeft, is dit een recept voor een ramp.
De komende tijd zullen veel media gretig wachten op rellen of andere potentieel gewelddadige reacties van de andere kant – van de anti-racisten en progressieven van alle kleuren en rassen die verontrust zijn door dit vonnis – en het plaatsvinden van die rellen, als ze zich voordoen, gebruiken om een misplaatst ʻbeide kantenʼ-frame door te drukken. Als er protesten of rellen zijn, verwacht dan niet dat de politie net zo hoffelijk en behulpzaam zal zijn als tegen Rittenhouse en zijn extreem-rechtse vriendjes.
Het meest verontrustende gevolg van dit vonnis is misschien wel dit: door rechtse burgerwachten een wettelijk precedent te geven om de wapens op te nemen tegen iedereen die zij als een bedreiging beschouwen – en dat loopt zoʼn beetje uiteen van antifascisten tot zogenaamde Rinos (Republicans in Name Only) en omvat bijna alle gekleurde mensen – betekent dit dat het jachtseizoen op progressieve demonstranten nu geopend is.
Begrijp me niet verkeerd; deze uitspraak alleen is niet het begin van dit soort scheve rechtshandhaving. Het is slechts de laatste in een eeuwenoude Amerikaanse traditie van bescherming van witte terreur en vigilantisme. Bij demonstraties voor burgerrechten in de jaren zestig, vooral maar niet uitsluitend in het zuiden, werden de betogers door de politie aangevallen en mishandeld. Dat was ook het geval bij veel Black Lives Matter-demonstraties vorig jaar.
Uit een onderzoek van de Boston Globe bleek dat ʻtussen de dood van [George] Floyd op 25 mei 2020 en 30 september 2021, er minstens 139 keer met voertuigen op protesten is ingereden,ʼ waarbij minstens honderd mensen gewond raakten. In minder dan de helft van de gevallen werd de bestuurder aangeklaagd, en slechts vier bestuurders zijn veroordeeld voor een misdrijf. In reactie op deze aanvallen hebben Republikeinse wetgevers bovendien wetten voorgesteld om de chauffeurs te beschermen tegen gerechtelijke vervolging indien zij een demonstrant aanrijden. Florida, Iowa en Oklahoma hebben reeds dergelijke wetten aangenomen.
Er is moed voor nodig om in het openbaar te protesteren, in welke situatie dan ook, vooral wanneer het gaat om staatsmacht. Nu moeten betogers in de VS niet alleen bang zijn voor politiegeweld, maar ook voor gewelddadig extreem-rechts, dat wordt aangewakkerd door de Republikeinse partij en de rechtse media in het algemeen, en wordt beschermd door het lokale rechtssysteem.
Dit alles komt op een cruciaal moment in de Amerikaanse democratie. Van Georgia tot Wisconsin valt de Republikeinse partij het kiesstelsel aan, terwijl haar aanhangers stembureauleden en degenen die zich aanmelden om bij de volgende verkiezingen als stembureaulid te fungeren terroriseren. Mochten de Democraten in 2022 belangrijke verkiezingen winnen in conservatieve staten – denk aan Stacey Abrams in Georgia of Beto O’Rourke in Texas – dan is de kans groot dat deze resultaten zullen worden betwist en beoordeeld door zeer partijdige krachten die worden beschermd door staatspolitici.
Evenzo zal, mocht president Biden of een andere Democraat de presidentsverkiezingen van 2024 winnen, het resultaat opnieuw worden aangevochten in conservatieve staten, maar deze keer zouden onafhankelijke stembureauleden afwezig of in de minderheid kunnen zijn en de weinige Republikeinen die de druk van Donald Trump in 2020 hebben weerstaan, zullen zijn vervangen of in het gareel zijn gevallen.
Op dat moment zullen de Democraten, en in feite alle democratisch gezinde burgers, de straat op moeten gaan om te protesteren. Zij zullen worden geconfronteerd met een alliantie van zwaarbewapende burgers en politie en nationale garde, die betogers met effectieve immuniteit kunnen aanvallen. Denk eraan: Kyle Rittenhouse is net vrijgesproken na het doden van twee mensen en het verwonden van een derde tijdens een protest.
In Nederland hebben we een gezegde dat regelmatig in politieke discussies opduikt: ʻDemocratie is niet voor bange mensen.ʼ Meestal bedoelen we daarmee dat democratie niet is voor mensen die bang zijn voor verandering of voor kritiek. In de VS is dit gezegde, in de nasleep van het vonnis van vorige week, zowel reëler als sinisterder geworden.
Vertaling: Menno Grootveld