Categorieën
Economie

Het sprookje van GameStop is levensgevaarlijk

Oorspronkelijke tekst (Engels): The New Yorker, 28 januari 2021

fotografie: Institute for New Economic Thinking

door John Cassidy

John Joseph Cassidy (geboren in 1963) is een Amerikaanse journalist die stafschrijver is bij The New Yorker. Hij is de auteur van Dot.con: The Greatest Story Ever Sold en How Markets Fail: The Logic of Economic Calamities.

Na het sluiten van de beurs op woensdag 27 januari werd er flink feest gevierd op r/WallStreetBets, het Reddit-messageboard dat populair is bij kleine beleggers die hebben geboden op de aandelen van GameStop, een videogame-retailer die hard is getroffen door de coronavirus-pandemie. Een paar weken geleden werd het aandeel verhandeld voor nog geen twintig dollar. Sindsdien is de koers sterk gestegen, en op woensdag schoot hij ruim honderd procent omhoog, om te sluiten op 347,51 dollar, na het nieuws dat een paar short-sellers – Wall Street-handelaren die gokken op dalende aandelenkoersen – hun negatieve weddenschappen hadden afgewikkeld en grote verliezen hadden geleden. ʻDit is groter dan wij allemaal. Als we klaar zijn met GMEʼ – het aandelensymbool voor GameStop – ʻhalen we heel fuxking Wallstreet onderuit! Get Fxked!,ʼ schreef een Reddit-gebruiker, gebruikmakend van een kortere versie van de denigrerende aanduiding die veel Reddit-gebruikers op ironische wijze op zichzelf toepassen. Een ander schreef: ʻDe markt is gesloten, jongens, haal wat frisse lucht binnen en eet wat groenten. Morgen is er weer een grote dag.ʼ

Er spelen hier twee verhalen door elkaar. Het verhaal dat de aandacht heeft getrokken van iedereen, van Elon Musk tot Congreslid Alexandria Ocasio-Cortez, is een David en Goliath-verhaal, waarin de beleggers in GameStop worden gezien als underdogs die strijden tegen de reuzen van Wall Street. Door zich te verenigen zijn de day-traders er onlangs in geslaagd enkele slecht presterende aandelen, zoals GameStop, Blackberry en AMC Entertainment Holdings, op te krikken en daardoor enkele short-sellers te verslaan. ʻIndividuele beleggers zijn aan de winnende hand – althans voorlopig – en genieten ervan,ʼ aldus de Wall Street Journal.

Er zijn genoeg redenen om boos te zijn op Wall Street. Maar wat voor soort overwinning was dit? Donderdagochtend kelderde de koers van GameStop met vijftig procent, nadat TD Ameritrade en Robinhood, de populaire beurs-app, beleggers de mogelijkheid hadden ontnomen om in bepaalde aandelen te handelen. Het aandeel bleef verhandeld worden op andere platforms, en de koers veerde vervolgens weer op – rond het middaguur werd het aandeel tegen een koers van ruim tweehonderdvijftig dollar verhandeld. Toch zaten sommige mensen die woensdag hadden ingekocht met aanzienlijke verliezen, die wel eens groter zouden kunnen worden als ze niet snel verkopen. (Vóór de afgelopen paar weken was GameStops all-time high ongeveer zestig dollar). Een gebruiker van Reddit zei: ʻIK HEB GEEN GELD MEER, BEN 50 PROCENT GEZAKT, EN PROBEER ME STAANDE TE HOUDEN. WIJ GAAN WINNEN, JONGENS!!!ʼ

Het grotere verhaal is dat de Amerikaanse aandelenmarkt in de greep is van wat Charles Mackay, een negentiende-eeuwse historicus van financiële manieën, ʻde waanzin van de massaʼsʼ heeft genoemd. De GameStop short squeeze staat niet op zichzelf. Al bijna een jaar lang bieden beleggers aandelen in bedrijven als Tesla, Shopify en Snap op tot koersen die weinig verband meer houden met de werkelijke winstvooruitzichten van de onderliggende bedrijven. En het zijn niet alleen kleine beleggers die aan deze waanzin hebben deelgenomen. Naast de short-sellers, die relatief gering in aantal zijn, hebben veel professionele beleggers het speculatieve spel meegespeeld, ook al weten ze dat het waarschijnlijk slecht zal aflopen.

Bijna twintig jaar geleden schreef ik een boek getiteld ʻDot-Con: How America Lost Its Mind and Money in the Internet Era.ʼ Tussen januari 1998 en maart 2000 organiseerden honderden nieuwe internet-startups een beursgang, en de koersen van veel van deze bedrijfjes schoten omhoog. In dezelfde periode stegen de koersen op de Nasdaq-beurs, waar veel van deze aandelen verhandeld werden, met ongeveer honderdtwintig procent, en gingen grote aantallen gewone Amerikanen aan daghandel doen om geld te verdienen. Het is deze keer nog niet zo ver doorgeslagen. Maar vergis je niet: we zijn al een aardig eind op weg. Sinds medio maart dit jaar, toen de eerste golf van het coronavirus woedde, zijn de koersen op de Nasdaq met bijna honderd procent gestegen, ondanks een diepe recessie. (Onlangs heeft het ministerie van Handel bekendgemaakt dat het bruto binnenlands product in 2020 met 3,5 procent is gedaald, de grootste daling sinds 1946). In de afgelopen twaalf maanden zijn er meer I.P.O.ʼs geweest dan in welke periode ook sinds 1999, en is de daghandel opnieuw populair geworden. Wat dat laatste betreft, is het belangrijkste verschil deze keer technologisch van aard. Dankzij handelsapps zoals Robinhood, en de afschaffing van commissiekosten voor veel online-aandelenhandel, kunnen mensen van minuut tot minuut speculeren terwijl ze thuis op de bank zitten, in plaats van gebruik te moeten maken van commerciële handelsfaciliteiten, zoals eind jaren negentig het geval was.

Voortbouwend op het werk van de econoom Hyman Minsky en de economisch historicus Charles Kindleberger kunnen we zeggen dat bijna alle speculatieve manieën in vier fasen verlopen: verandering, hausse, euforie, en crash. Een verandering doet zich voor als de verwachtingen van de mensen over hun toekomst een wijziging ondergaan. In dit geval heeft de pandemie de thuisblijf-economie gecreëerd en de Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) ertoe aangezet de kortetermijnrente tot bijna nul te verlagen en biljoenen dollars in de financiële markten te pompen, via een beleid dat bekend staat als kwantitatieve versoepeling. Sinds maart zitten we in een periode van hoogconjunctuur, waarbij de prijzen de hoogte in schieten, scepsis plaats maakt voor hebzucht en steeds meer mensen zich op een opgeblazen markt storten.

Copycat-gedrag ligt ten grondslag aan speculatieve bubbels. Zien hoe anderen schijnbaar makkelijk geld verdienen is de beste manier om mensen ertoe te bewegen risicoʼs te nemen die ze niet volledig begrijpen. ʻIn een laat stadium heeft speculatie de neiging zich los te maken van echt waardevolle objecten en zich te richten op misleidende objecten,ʼ schreef Kindleberger in zijn boek ʻManias, Panics and Crashesʼ uit 1978. ʻEen steeds grotere groep mensen probeert rijk te worden zonder echt inzicht in de processen die hiermee gepaard gaan.ʼ Sommige mensen die aandelen in GameStop hebben gekocht, gaven blijk van een verfijnd begrip van de mechanismen van een short squeeze. Maar alle publiciteit heeft ook veel nieuwelingen aangetrokken. ʻNet twee aandelen gekocht, mijn eerste belegging ooit, en ik voel me ziek maar opgewonden; ik heb steun nodig,ʼ schreef een Reddit-gebruiker. Twee anderen antwoordden: ʻHoud ze vast en geniet ervan,ʼ en ʻIk ben er voor je, broeder.ʼ Dit soort hand-holding is een van de nieuwe aspecten die de huidige technologie heeft voortgebracht. Maar er is absoluut geen reden om te denken dat dit zal kunnen voorkomen dat deze episode van speculatie eveneens zal eindigen in een kostbare crash.

Een van de lessen van het dot-com tijdperk is dat deze afrekening langer op zich kan laten wachten dan je zou denken. Toen de dotcom-zeepbel eind jaren negentig werd opgeblazen, waarschuwden sommige analisten op Wall Street dat die aandelen overgewaardeerd waren en gingen sommige professionele beleggers short. Maar toen de koersen bleven stijgen, verloren veel sceptici hun baan of vielen ze stil. Uiteindelijk kozen veel beleggers, waaronder enkele grote hedgefondsen, eieren voor hun geld en probeerden ze ook mee te surfen op de zeepbel. Iets soortgelijks lijkt nu te gebeuren – en dan heb ik het niet alleen over de hedgefondsen die hun shorts in GameStop hebben afgewikkeld. Veel grote institutionele beleggers profiteren nu al maandenlang van de opmerkelijke koersstijging van tech-aandelen als Amazon, Apple en Tesla – ondanks de duidelijke risicoʼs van het beperken van hun portefeuilles tot een klein aantal winnaars.

De afgelopen vijftig jaar stond de gemiddelde koers-winstverhouding voor aandelen in de S&P500-index op ongeveer negentien. Bij de opening van de beurs op donderdag 28 januari werd Amazon gewaardeerd op vijfennegentig keer de verwachte winst, Apple op achtendertig keer de verwachte winst en Tesla op ongeveer dertienhonderdzeventig keer. Geloven al die goedbetaalde fondsbeheerders nu echt dat dit veilige beleggingen zijn? Vermoedelijk niet, maar het momentum achter deze aandelen is fenomenaal geweest. Als je probeert de marktindex op kwartaal- of jaarbasis te verslaan – zoals veel professionele beleggers doen – kan het een fatale stap zijn om deze hoogvliegers te mijden, hoe overgewaardeerd ze ook mogen lijken te zijn op basis van deugdelijkere conventionele maatstaven. Dus je blijft maar kopen in de hoop dat je eruit zult kunnen stappen vóórdat de koersen onderuit gaan. Dit is de eigenaardige logica van het collectieve handelen die ik in het verleden ʻrationele irrationaliteitʼ heb genoemd.

De spreekstalmeester van dit circus is de Federal Reserve, die primair verantwoordelijk is voor het monetaire en regelgevende klimaat waarin beleggers – amateurs en professionals – opereren. Maar vandaag doet de Fed, net als eind jaren negentig, zijn uiterste best om niet meer dan een toeschouwer te lijken. Tijdens een persconferentie op woensdag 27 januari, na een vergadering van het beleidscomité van de centrale bank, weigerde Jerome Powell, de voorzitter van de Fed, specifiek commentaar te geven op GameStop. Meer in het algemeen zei hij: ʻAls je kijkt naar wat de koersen de laatste maanden echt heeft aangejaagd, dan is dat niet het monetaire beleid.ʼ Powell zei ook dat de Fed niet overweegt om de marge-vereisten, die de hoeveelheid geld beperken die beleggers van beursmakelaars mogen lenen, te verhogen om speculatie de kop in te drukken.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Powell overtuigend klinkende redenen heeft om een afwachtend beleid te voeren. Nu het land nog steeds gebukt gaat onder het virus en veel mensen zonder werk zitten of anderszins met financiële problemen kampen, willen hij en zijn collega’s zoveel mogelijk steun bieden voor het aantrekken van personeel en het doen van uitgaven. Als zij iets zouden zeggen of doen dat de aandelenmarkt kan afremmen, zouden hun acties een negatief effect kunnen hebben op de rest van de economie, althans op de korte termijn.

Powells bedoelingen mogen dan eerbaar zijn, zijn bewering dat het beleid van de Fed de speculatieve activiteiten niet heeft gevoed, is niet geloofwaardig – en waarschijnlijk ook niet houdbaar. Zoals Powells voorganger Alan Greenspan in het dot-com tijdperk heeft ontdekt, hebben speculatieve bubbels de neiging een eigen leven te gaan leiden. Hoe langer ze worden opgeblazen, des te groter de uiteindelijke ineenstorting, en des te meer negatieve gevolgen er zullen zijn voor de economie – en voor de Amerikanen in het algemeen. Als de voorzitter van de Fed niet nóg meer toekomstige problemen voor ons allemaal wil veroorzaken, zou hij er goed aan doen meer aandacht te besteden aan Reddit.

Vertaling: Menno Grootveld

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *