Oorspronkelijke tekst (Engels): Unherd, 21 januari 2025

door Thomas Fazi
Thomas Fazi is columnist en vertaler bij UnHerd. Zijn jongste boek is The Covid Consensus, dat hij samen met Toby Green schreef. Dit boek komt binnenkort in Nederlandse vertaling uit bij Starfish Books.
AI zal worden ingezet om de wereld te domineren.
Vlak voordat hij in januari 1961 het Witte Huis verliet, waarschuwde president Eisenhower op beroemde wijze voor het ‘militair-industriële complex’ en beschreef hij hoe defensiebedrijven en militaire functionarissen samenwerkten om het overheidsbeleid op ongepaste wijze te beïnvloeden. Ruim 64 jaar later sloot Joe Biden zijn eigen ambtstermijn af met een vergelijkbare waarschuwing. In zijn afscheidsboodschap sprak hij over een nieuwe oligarchie: een ‘techno-industrieel complex’ dat de macht steeds meer naar Silicon Valley trekt, ten koste van het Amerikaanse volk.
Biden doelde duidelijk op de warme banden tussen Donald Trump en Big Tech-miljardairs zoals Elon Musk. Hoewel de kritiek van de vertrekkende president enigszins hol klinkt – niet in de laatste plaats vanwege de nauwe banden van zijn eigen regering met het bedrijfsleven – zit er toch een kern van waarheid in zijn woorden. De groeiende samenwerking tussen Big Tech en de Amerikaanse overheid speelt inderdaad een grote rol in het vormgeven van de toekomst van het land en zal naar verwachting een flinke impuls krijgen onder Trump.
Bij de start van zijn tweede termijn zijn Trumps banden met de techindustrie onmiskenbaar. Musk, om een voorbeeld te noemen, heeft aanzienlijke bedragen in Trumps campagne gestoken. Hij is benoemd tot mede-leider van het nieuwe ministerie van Overheidsefficiëntie, een functie die hem directe invloed geeft op federale begrotingsbeslissingen. Om niet achter te blijven hebben alle grote techbedrijven miljoenen gedoneerd aan Trumps inauguratiefonds. Maandag zaten prominenten zoals Jeff Bezos en Tim Cook op de eerste rij, wat wijst op een belangrijke politieke verschuiving binnen de elite van Silicon Valley, traditioneel een bolwerk van progressief liberalisme. Een teken van deze herschikking kwam eerder deze maand, toen Zuckerberg aankondigde dat hij factcheckers van zijn platforms zou verwijderen.
Dit gaat echter verder dan politiek opportunisme, het partij kiezen voor een winnaar of het zich aanpassen aan een nieuwe politieke realiteit. Deze toenadering kan niet alleen worden verklaard door wat Trump de miljardairs heeft beloofd, zoals een afwachtende houding ten opzichte van crypto en AI. Wat zich hier afspeelt, maakt deel uit van een veel groter verhaal, waarin het militair-industriële verleden van Eisenhower samenkomt met het technisch-industriële heden van Biden. Welkom in de techno-militaire toekomst van Amerika. Met de steun van reuzen uit de privésector zal de Amerikaanse veiligheidsstaat dodelijker en krachtiger worden dan ooit tevoren. Tegelijkertijd legt hun afhankelijkheid van federale contracten zowel de hypocrisie van de techmiljardairs als de continuïteit van Trumps beleidsprogramma pijnlijk bloot.
Dit is geen totaal nieuw fenomeen: de nauwe banden tussen industrie en overheid, geworteld in het militarisme van de Koude Oorlog, waren precies waar Eisenhower begin jaren zestig voor waarschuwde. Wat nu echter anders is, is hoe Amerikaanse militaire en inlichtingenoperaties zijn uitbesteed aan Big Tech. Neem Amazon als voorbeeld, een belangrijke leverancier van cloudcomputingdiensten aan zowel het ministerie van Defensie als de CIA. Daarnaast ontwikkelt Amazon actief AI-tools voor logistieke optimalisatie en analyse van het slagveld, waardoor het bedrijf zich nog dieper inbedt in defensieoperaties. Ook concurrenten bewegen in dezelfde richting. Zo heeft Google met Project Maven technologie ontwikkeld die AI inzet om dronebeelden te analyseren voor surveillance en doelbepaling. Hoewel interne protesten Google dwongen zich uit het project terug te trekken, blijft het bedrijf essentiële clouddiensten leveren aan overheidsinstanties.
Microsoft heeft op zijn beurt veel defensiecontracten binnengehaald, waaronder de ontwikkeling van het Integrated Visual Augmentation System voor het Amerikaanse leger. Dit 22 miljard dollar kostende project verbetert het situationeel bewustzijn van troepen via augmented reality. Hoewel het van oudsher minder banden heeft met het Pentagon, heeft Meta zich de laatste tijd ook op dit terrein begeven en zijn Llama-groottaalmodel beschikbaar gemaakt voor militaire klanten. Dit laatste voorbeeld onderstreept hoe Big Tech bedrijven geavanceerde AI-tools inzetten voor militaire doeleinden, waardoor de grenzen tussen privé-innovatie en buitenlands beleid van de VS verder vervagen.
De Big Tech bedrijven zijn ook niet de enigen; in hun kielzog is een nieuwe golf van kleinere bedrijven ontstaan. Ze noemen zichzelf Little Tech – hoewel ze in werkelijkheid miljarden dollars waard zijn en hun rijkdom vaak te danken is aan lucratieve defensiecontracten. Een voorbeeld: Het Starlink satellietsysteem van SpaceX is onmisbaar geworden voor militaire operaties van de VS en zorgt voor veilig en betrouwbaar internet in conflictgebieden zoals Oekraïne. Musk ontwikkelt ook een constellatie van op maat gemaakte spionagesatellieten voor inlichtingendiensten, waardoor zijn rol in de nationale veiligheid verder wordt versterkt. Anduril, opgericht door Palmer Luckey, doet vergelijkbaar werk. Het bedrijf kreeg aanvankelijk aandacht met zijn bewakingstorens die migranten detecteerden, maar is nu ook bezig met het bouwen van autonome drones, raketten, robots en andere defensietechnologieën.
Maar geen enkel bedrijf belichaamt het techno-militarisme beter dan Palantir. Het bedrijf is opgericht door Peter Thiel, die in een vroeg stadium financiering ontving van de risicokapitaalafdeling van de CIA, en hij heeft zijn bedrijf ontwikkeld in nauwe samenwerking met verschillende Amerikaanse inlichtingendiensten. Eén Palantir-product, Gotham, integreert surveillance- en verkenningsgegevens om inzichten te verschaffen voor terrorismebestrijding en inlichtingen op het slagveld. Een ander programma, Foundry, biedt logistiek en supply chain management. Deze systemen bewijzen hun nut in het veld: ze hebben Oekraïne geholpen in de strijd tegen Rusland en Israël in de strijd tegen Hamas-strijders in Gaza.
Niet minder belangrijk is dat deze nieuwe generatie techno-militaristen ook het publieke debat vormgeeft. Hun leiders, met name Thiel en Luckey, staan erom bekend dat ze een agressieve neo-imperialistische ideologie omarmen die oorlog en geweld verheerlijkt als fundamentele uitingen van patriottische plicht. “Samenlevingen hebben altijd een krijger klasse nodig gehad die enthousiast en opgewonden is over het uitvoeren van geweld op anderen om goede doelen na te streven,” legde Luckey uit in een recente toespraak. “Je hebt mensen zoals ik nodig die op die manier ziek zijn en die niet wakker liggen van het maken van geweldswerktuigen om de vrijheid te behouden”. Alex Karp, de CEO van Palantir, heeft soortgelijke beweringen gedaan. Hij stelde dat om de legitimiteit te herstellen en de nationale veiligheid te versterken, de VS hun vijanden “bang wakker moeten laten worden en bang naar bed moeten laten gaan” – iets wat bereikt zou kunnen worden door collectieve straffen.
Wat deze zelfbenoemde techno-oorlogsvoerders verenigt, is hun overtuiging dat de VS technologie, vooral AI, moet gebruiken om de wereldwijde dominantie van hun land te laten gelden – een ontwikkeling waar ze overigens enorm van zullen profiteren. Het voor de hand liggende doelwit is China, dat door Thiel en de rest wordt gezien als een existentiële bedreiging voor de Amerikaanse hegemonie. Cruciaal is dat ze stellen dat de traditionele defensie kolossen, evenals de Big Tech monopolisten, niet geschikt zijn voor deze taak, niet in de laatste plaats vanwege hun logge bedrijfsstructuren.
Vorig jaar publiceerde Palantir zelfs een manifest waarin het de gevestigde aanbestedingspraktijken van het Pentagon aanvalt. Het zei onder andere dat het Ministerie van Defensie concurrentie moet aanmoedigen en ontwikkeling moet versnellen – uiteraard door zich verder open te stellen voor Little Tech. Dit is niets minder dan een oorlogsverklaring aan de gevestigde aannemers, zeker als je bedenkt dat Palantir en Anduril naar verluidt in gesprek zijn met een tiental concurrenten, waaronder SpaceX en ChatGPT-maker OpenAI, om samen mee te dingen naar contracten uit het kolossale defensiebudget van 850 miljard dollar van de VS.
In elk geval onderstreept deze activiteit de voosheid van de libertaire en anti-statistische ideologie die wordt aangehangen door tech bros als Thiel. Hoezeer ze ook beweren dat ze tegen een grote overheid zijn, de waarheid is dat het techno-militaire complex volledig afhankelijk is van de staat: om buitenlandse markten af te snoepen, fondsen van veiligheidsagentschappen door te sluizen – en natuurlijk om oorlogen te voeren. Als ideologische goeroe van Little Tech heeft Thiel inderdaad uitgebreide banden opgebouwd met Magaworld. Hij doneerde $15 miljoen aan de senaatscampagne van JD Vance in 2022, die op zijn beurt in Anduril investeerde.
Wie de dreigende burgeroorlog tussen Big Tech en zijn meer agressieve neefje ook wint, het is duidelijk dat het techno-militaire complex niet alleen de nieuwe regering – maar ook de Amerikaanse samenleving – vorm zal geven en de groeiende onderlinge afhankelijkheid tussen staatsmacht en bedrijfsbelangen zal verergeren. Maar het meest opvallende is misschien wel wat het techno-militaire complex zegt over het beleidsplatform van Trump. De nieuwe president heeft zichzelf gepresenteerd als een anti-interventionist en als een kandidaat voor vrede, maar zijn regering is nauw verbonden met bedrijven die afhankelijk zijn van het bestendigen van het Amerikaanse militarisme. De fixatie van de techno-oorlogsvoerders op China is een goed voorbeeld van deze dynamiek, omdat spanningen met de Volksrepubliek volop kansen bieden aan hightech defensiebedrijven. Zolang bedrijven die gedijen op oorlog invloed blijven uitoefenen op het Amerikaanse buitenlands beleid, is het onwaarschijnlijk dat het land ooit zal kunnen afkicken van zijn oorlogszuchtige neigingen.
De groeiende macht van het techno-militaire complex heeft ook gevolgen voor het binnenland. De bewakingstechnologieën die ontwikkeld zijn door bedrijven als Palantir kunnen uiteraard zowel in eigen land als in het buitenland worden ingezet – en dat is ook al gebeurd. In 2009 gebruikte JPMorgan immers een Palantir-programma genaamd Metropolis om gegevens van werknemers te monitoren, inclusief e-mails en GPS-locaties, om tekenen van ontevredenheid op te sporen. Nogmaals, figuren als Thiel prediken het libertarisme terwijl ze profiteren van autoritaire bewakingstechnologieën, een tegenstrijdigheid die de nieuwe regering zal achtervolgen. Het is nog vroeg, maar je hoeft geen Eisenhower te zijn om te raden hoe deze spanningen zullen uitpakken.
Vertaling: Menno Grootveld