Categorieën
Filosofie Gezondheid Politiek

Toespraak tot de Commissie voor Constitutionele Zaken van de Italiaanse Senaat

Oorspronkelijke tekst (Italiaans): Quodlibet, 7 oktober 2021

fotografie: Dario J. Lagana

door Giorgio Agamben

Giorgio Agamben is een Italiaanse filosoof die vooral bekend is door zijn werk waarin hij de concepten van de uitzonderingstoestand, levensvorm (ontleend aan Ludwig Wittgenstein) en homo sacer onderzoekt. Agambens filosofie is diepgaand beïnvloed door enerzijds Martin Heidegger, bij wie hij colleges volgde en anderzijds Walter Benjamin, wiens werk hij in het Italiaans vertaalde.

Deze tekst werd uitgesproken op 7 oktober 2021, en tweeëneenhalve week later, op 24 oktober, gepubliceerd op de site van Quodlibet. Klik hier voor de oorspronkelijke gesproken tekst.

Ik zal mij beperken tot twee punten die ik graag onder de aandacht wil brengen van de parlementsleden die moeten stemmen over de omzetting van het decreet in een wet.

Het eerste is de duidelijke – en ik benadruk duidelijke – tegenstrijdigheid in het decreet in kwestie. U weet dat de regering zich met een speciaal wetsdecreet, het zogenaamde ʻstrafschild,ʼ1 nr. 44 van 2021, dat nu in een wet is omgezet, heeft ontheven van iedere aansprakelijkheid voor schade die door vaccins wordt veroorzaakt. Hoe ernstig deze schade kan zijn, blijkt uit het feit dat in artikel 3 van het decreet uitdrukkelijk de artikelen 589 en 590 van het wetboek van strafrecht worden genoemd, waarin sprake is van doodslag en verwijtbaar letsel.

Zoals gezaghebbende juristen hebben opgemerkt, voelt de staat zich niet geroepen de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor vaccins die de experimentele fase nog niet hebben doorlopen, en probeert hij tegelijkertijd de burgers met alle middelen tot vaccinatie te dwingen, door te dreigen hen anders van het maatschappelijk leven uit te sluiten en hen, met het nieuwe decreet waarover u nu moet stemmen, zelfs de mogelijkheid te ontnemen om te werken.

Is er een juridisch en moreel abnormalere situatie denkbaar? Hoe kan de staat degenen die ervoor kiezen zich niet te laten vaccineren, beschuldigen van onverantwoordelijkheid, wanneer het diezelfde staat is die in eerste instantie formeel iedere verantwoordelijkheid voor de mogelijke ernstige gevolgen afwijst – denk aan de vermelding van art. 589 en 590 van het Wetboek van Strafrecht aangaande het vaccin?

Ik zou graag zien dat de parlementsleden nadenken over deze tegenstrijdigheid, die naar mijn mening werkelijk een juridisch gedrocht is.

Het tweede punt waarop ik graag uw aandacht zou willen vestigen, betreft niet het medische probleem van het vaccin, maar het politieke probleem van de Greenpass, dat daarmee niet verward mag worden (wij zijn in het verleden wel vaker gevaccineerd, zonder dat wij voor elk van onze bewegingen een certificaat hoefden te laten zien). Wetenschappers en artsen hebben gezegd dat de Greenpass op zichzelf geen enkele medische betekenis heeft, maar dient om mensen tot vaccinatie te dwingen. Ik ben echter van mening dat ook het tegenovergestelde kan en moet worden gezegd, namelijk dat het vaccin in feite een middel is om mensen te dwingen een Greenpass te hebben, d.w.z. een middel waarmee hun bewegingen in ongekende mate kunnen worden gevolgd en getraceerd.

Politicologen weten al lang dat onze samenlevingen zijn geëvolueerd van wat vroeger ʻdisciplinaire samenlevingenʼ werden genoemd, naar ʻcontrolesamenlevingen,ʼ gebaseerd op vrijwel onbeperkte digitale controle van individueel gedrag, dat aldus kwantificeerbaar wordt in een algoritme. Wij raken nu gewend aan deze controlemiddelen – maar in hoeverre zijn wij bereid deze controle te aanvaarden? Is het mogelijk dat de burgers van een zogenaamd democratische samenleving zich in een slechtere situatie bevinden dan de burgers van Stalins Sovjet-Unie? U weet dat Sovjetburgers een ʻpropiskaʼ2 moesten laten zien om van het ene land naar het andere te kunnen reizen, maar wij moeten nu iets dergelijks laten zien om naar de bioscoop of naar een restaurant te kunnen gaan – en ook, wat nog ernstiger is, om naar ons werk te kunnen gaan. En hoe is het mogelijk te aanvaarden dat voor het eerst in de geschiedenis van Italië, althans na de fascistische wetten van 1938 over de niet-Arische burgers, tweederangsburgers worden gecreëerd, die onderworpen zijn aan beperkingen die, vanuit een strikt juridisch – ik benadruk juridisch – standpunt, in geen enkel opzicht onderdoen voor die welke in die infame wetten waren vastgelegd?

Alles wijst erop dat deze decreten, die elkaar opvolgen alsof zij door één persoon zijn uitgevaardigd, deel uitmaken van een proces van verandering van de instituties en de bestuursmodellen, dat des te verraderlijker is omdat het, zoals het geval was ten tijde van het fascisme, wordt uitgevoerd zonder de tekst van de grondwet te wijzigen. Het model dat aldus geleidelijk wordt uitgehold en opgeheven is dat van de parlementaire democratie, met zijn grondwettelijke rechten en waarborgen; daarvoor in de plaats komt een bestuursmodel waarin, in naam van de bioveiligheid en de controle, de individuele vrijheden steeds meer aan banden worden gelegd.

De exclusieve aandacht voor besmettingen en gezondheid verhindert ons de Grote Transformatie3 waar te nemen die zich in de politieke sfeer voltrekt en te beseffen dat, zoals de regeringen zelf nooit moe worden ons te laten weten, veiligheid en noodtoestand geen voorbijgaande verschijnselen zijn, maar de nieuwe bestuursvorm vertegenwoordigen.

Het is dan ook meer dan ooit noodzakelijk dat de parlementsleden zeer goed nadenken over de aan de gang zijnde transformatie, die op termijn tot gevolg zal hebben dat het parlement zijn bevoegdheden verliest en, zoals nu al het geval is, in naam van de bioveiligheid alleen nog decreten zal mogen goedkeuren die uitgaan van organisaties en personen die weinig met het parlement te maken hebben.

1Met ‘strafschild’ wordt een regeling aangeduid die bestuurders in Italië kan vrijwaren van strafrechtelijke vervolging.

2Een ‘propiska’ was zowel een verblijfsvergunning als een reisdocument, zoals dat in het Russische Rijk vóór 1917 en in de Sovjet-Unie vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw werd gebruikt.

3Agamben refereert hier aan de ‘Great Reset,’ een voorstel van het World Economic Forum (WEF) om, na de coronapandemie, de wereldeconomie opnieuw in te richten.

Vertaling: Menno Grootveld (met dank aan Bas Geerts)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *