Categorieën
Politiek

Deze opstand was te verwachten

Oorspronkelijke tekst (Engels): Jacobin, 7 januari 2021

fotografie: Zach Lipp

door David Sirota

David J. Sirota is een Amerikaanse journalist, columnist bij The Guardian, en redacteur voor Jacobin.

De gebeurtenissen van afgelopen woensdag waren de expressie van een gevaarlijke autoritaire beweging die al lang in de maak was.
Twee maanden geleden publiceerde de Daily Poster een reeks berichten over de toenemende dreiging van een couppoging, waarbij we ons afvroegen waarom dit door de Democraten en de media niet serieuzer werd genomen. We werden bespot en uitgelachen, alsof zulke dingen in Amerika nooit zouden kunnen gebeuren.

Na de gebeurtenissen van afgelopen woensdag in het Amerikaanse Capitool is het lachen iedereen wel vergaan. Opstandelingen bestormden het gebouw en zorgden voor een onderbreking van de bevestiging van de uitslag van de presidentsverkiezingen. Veiligheidskrachten stonden hen toe binnen te dringen in de Senaatskamer en de procedure te onderbreken. Er was een opmerkelijk verschil in de manier waarop de federale veiligheidskrachten de Black Lives Matter-protesten van een jaar geleden met geweld tegemoet traden en de manier waarop ze het Capitool onder de voet lieten lopen door rechtse extremisten waarvan ze wisten dat ze eraan kwamen.

Ongeveer tien jaar geleden schreef ik een boek genaamd The Uprising, dat beschreef hoe we een tijdperk van chaos binnen zouden gaan waarin rechtse groeperingen onder het mom van populisme zouden proberen de macht te grijpen. Het is duidelijk dat dit nu inderdaad is gebeurd – het heeft een versnelling ondergaan tijdens de Tea Party-protesten, en nog meer onder Donald Trump, die een unieke president is gebleken in zijn bereidheid om de megafoon van het Witte Huis te gebruiken om de onrust aan te wakkeren en de toestand te destabiliseren.

De gebeurtenissen van afgelopen woensdag waren het gevolg van al deze opruiing. Het was een culminatie die plaatsvond binnen een cultuur van totale straffeloosheid – en het is de moeite waard om vijf contextuele punten te overwegen om te proberen te begrijpen waar we hier echt mee te maken hebben, want het zal waarschijnlijk doorgaan nadat Trump het Witte Huis heeft verlaten.

1. We weten allang dat extreem rechts – en met name veel Trump-aanhangers – vijandig staan tegenover de democratie. Uit opiniepeilingen van de Universiteit van Monmouth in 2019 bleek dat ongeveer een derde van de vurigste aanhangers van Trump de hoogste score haalden als het ging om autoritaire tendensen. Al met al blijkt uit de gegevens van het Democracy Fund dat ongeveer een derde van de Amerikanen ʻzegt welwillend te staan tegenover een autoritair alternatief voor de democratie.ʼ Dat is wat we afgelopen woensdag gezien hebben.

2. Terwijl Trump heeft geprobeerd links van geweld te beschuldigen, heeft zijn regering steevast haar best gedaan om de dreiging van het rechtse autoritarisme en witte nationalisme te bagatelliseren. In een klokkenluidersverklaring beweerde een voormalige hoge ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid dat functionarisen van de regering-Trump hem hadden opgedragen om een deel van een rapport ʻover wit nationalisme op zoʼn manier te herschrijven dat de dreiging er minder ernstig uitzag.ʼ Politico meldde eerder dit jaar dat ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid ʻeen jarenlange interne strijd hebben gevoerd om het Witte Huis aandacht te laten besteden aan de dreiging van gewelddadige binnenlandse extremistenʼ – maar dat ze het opgaven omdat Trump niet geïnteresseerd was. In plaats daarvan concentreerden de federale veiligheidsdiensten zich op het deporteren van immigranten en het instellen van onderzoeken naar milieuactivisten.

3. De Capitoolpolitie heeft een budget van 460 miljoen dollar en 2.300 man personeel om het Amerikaanse Capitool te bewaken. Ter vergelijking: dat is tweemaal de omvang van het budget van de politie van mijn eigen stad, die een hele metropool moet beveiligen. Op de een of andere manier was dit leger van veiligheidskrachten van het Capitool niet in staat – of niet bereid – om de opstandelingen ervan te weerhouden tot het gebouw door te dringen en de vloer van de Amerikaanse Senaat in bezit te nemen. En het is niet zo dat men verrast werd – ze waren vooraf gewaarschuwd voor de mogelijkheid van onrust. Dus het is bijna alsof ze niet geprobeerd hebben de bestorming een halt toe te roepen.

4. Het verzoek van de burgemeester van Washington, Muriel Bowser, om versterkingen van de Nationale Garde naar het Capitool te sturen, werd in eerste instantie afgewezen door het ministerie van Defensie – hetzelfde ministerie waarvan de leiding onlangs werd gezuiverd en vervolgens vervangen door Trump-loyalisten. Dit lijkt geen toeval, gezien het feit dat Trump in eerste instantie weigerde de opstandelingen op te roepen om uiteen te gaan.

5. De opstand werd gevoed door maanden van desinformatie door functionarissen van de Republikeinse Partij, die de leugen dat de nationale verkiezingen werden geplaagd door fraude maar bleven herhalen. Deze leugens vonden gretig aftrek: uit een opiniepeiling bleek vorige maand dat driekwart van de Republikeinse kiezers gelooft dat de verkiezingen frauduleus zijn verlopen. Ook al heeft niemand bewijzen van systemische fraude geleverd, de Republikeinse wetgevers in Washington bleven de complottheorieën voeden, waardoor ze uiteindelijk het Congres onder druk konden zetten om de nationale verkiezingsuitslag ongeldig te verklaren. Op een foto is te zien hoe senator Josh Hawley van Missouri een vuist maakte naar de opstandelingen toen hij naar het Capitool ging om te proberen de certificering van de verkiezingsuitslag tegen te houden.

Zoals ik eerder deze week al schreef, deden de functionarissen van de Republikeinse Partij die deze opstand hebben aangewakkerd en ondersteund dit omdat ze ervan uitgingen dat ze geen politieke, sociale of juridische gevolgen te vrezen hebben. Integendeel, ze verwachtten waarschijnlijk beloond te zullen worden met een hogere populariteit onder veel Republikeinse kiezers. En als de Look Forward Not Backward™-meute zijn zin krijgt en ervoor zal zorgen dat de vele misdaden van Trump geen juridische gevolgen hebben, dan zullen deze Republikeinen weten dat ze altijd met hun eigen extremistische gedrag kunnen wegkomen.

Na dit alles – als er verder niets verandert – ben ik geneigd het eens te zijn met assistent Dan Riffle van afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez, die heeft gezegd dat ʻhet altijd – zelfs op momenten als deze – nóg erger kan worden. Als de recente geschiedenis een leidraad is, dan zal dat zeker het geval zijn.ʼ

Maar de dingen kunnen nog ten goede keren – en dat zal ook moeten.

In The Uprising heb ik betoogd dat de beste manier om de opkomst van het rechtse populisme tegen te gaan en te voorkomen dat het zich uitbreidt, een oppositiebeweging en -partij is die niet alleen maar vage lofzangen op de democratie en de ziel van de natie ten beste geeft. Die oppositie moet ook tastbare, materiële voordelen voor de werkende bevolking bewerkstelligen – in plaats van zich te gedragen als een elitaire en weinig effectieve zaakwaarnemer van het establishment, die door rechtse provocateurs eeuwig door het slijk gehaald kan worden.

Toen de New Deal de arbeidersklasse tastbare voordelen bleek op te leveren, heeft dat de doorbraak van het rechtse fascisme in Amerika helpen verhinderen. Bijna een eeuw later hebben we bij de tussentijdse Senaatsverkiezingen in Georgia iets soortgelijks gezien. Daar werden twee rechtse, autoritaire Republikeinen verslagen door een zwarte dominee, die voorganger is in de kerk van dr. Martin Luther King Jr., en een joodse man – en dit Democratische duo heeft gewonnen door meedogenloos campagne te voeren met een eenvoudige belofte van cheques van tweeduizend dollar voor de miljoenen inwoners van Georgia die bedreigd worden door huisuitzetting, hongersnood en faillissement.

Natuurlijk, wat de Democraten ook voor elkaar mogen krijgen – overlevingscheques, een hoger minimumloon, gegarandeerde medische zorg, enorme investeringen in het creëren van banen, hardhandig optreden tegen misbruik makende bedrijven –, er zal altijd een rechtse autoritaire beweging in Amerika blijven die bereid is om racisme en illiberalisme een stem te geven.

Het is dus niet eenvoudig: er is geen simpele één-op-één relatie tussen het voeren van beleid dat het leven van de mensen verbetert en het uit de weg ruimen van het soort fascisme dat woensdag zijn kop opstak in het Capitool. Maar het in de bres springen voor miljoenen mensen die al generaties lang economisch uitgebuit worden, is de beste en waarschijnlijk enige manier om te proberen op de langere termijn de bredere verspreiding van dit fascisme een halt toe te roepen.

Dat werk moet nu beginnen. Niet morgen. Niet over een paar maanden, maar nu meteen.

Vertaling: Menno Grootveld

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *